Na maanden vooronderzoek identificeerden de organisatoren van ‘Hack Belgium’ veertien gebieden waarin België met uitdagingen kampt. Doel van de open ideeënconferentie was om die stuk voor stuk te gaan aanpakken door op een originele manier om te gaan met innovatieve technologie.
Eén van de veertien focusgebieden was landbouw. Hoe kunnen we die nog beter maken, met aandacht voor zowel de economie als het klimaat? Hoe kan het ‘Internet of Things’ daarbij helpen? Wat kunnen drones nog meer doen? Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ‘big data’ ten dienste van de landbouwers komt te staan?
Van idee tot ‘business model’
Voor de aftrap liet Chief Energizer Leo Exter deze uitleg optekenen: “Hier kun je ideeën uitwerken tot een concreet project. Meer dan 300 van de scherpste en creatiefste geesten van het land zullen je daarbij helpen. Verder kun je je uitleven met twaalf opkomende technologieën, zoals AI, robotica en drones. En tientallen deskundigen uit het bedrijfsleven staan klaar om de ideeën om te zetten in een solide businessmodel.”
Federaal minister voor Digitale Agenda, Telecom en Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo moedigde de deelnemers aan: “Ondernemen doe je niet voor het geld, maar omdat je vindt dat iets beter kan. Leer te leren, leer samenwerken en leer falen.”
Hier waakt de sensor!
In de eerste sessie over landbouw zetten vijf experts uiteen hoe een slimme landbouw eruit zou kunnen zien. Dit dient voornamelijk als startpunt voor de brainstorm. Professor Daniel Berckmans van de Katholieke Universiteit Leuven (KULeuven) sprak over real-time monitoring van dieren. “We zitten zo’n 30 % van de maximale prestaties van onze dieren af. Veehouders hebben echter meer dieren dan ze goed in het oog kunnen houden. We hebben momenteel al monitoringssystemen voor kreupelheid, aggressie, voederopname en gewichtstoename.”
In een wereldwijde vermindering van de vleesconsumptie gelooft de professor niet: “Zelfs als alle Belgen vlees zouden afzweren, dan nog stijgt de globale vraag naar dierlijke producten. Het is een enorme markt, en we hebben oplossingen nodig. Goed, niet België, maar China zal uiteindelijk het goedkope vlees en masse produceren, maar wij zullen de technologie exporteren.”
Wat schuift dat(a)?
Stijn Bossin van het Innovatiecentrum wierp de vraag op hoe landbouwers fair vergoed kunnen worden voor de data die ze via precisielandbouw aanleveren. Hij vraagt zich ook af welke rol grote organisaties als Boerenbond daarin kunnen spelen. Die vraag inspireerde vele deelnemers, die meteen plannen maakten voor een centrale database voor boeren, door boeren, die data van haar leden kan verhandelen.
Onderzoeker Miel Hostens, verbonden aan de Universiteit Gent (UGent), duwde op een ander pijnpunt in de wereld van de landbouwdata: “Om op de hoogte te blijven willen landbouwers niet de hele tijd voor een computerscherm zitten, maar tussen hun dieren simpelweg hun smartphone checken. Het trekken van conclusies uit data moet gewoon sneller: in seconden i.p.v. jaren!”
Wat denkt uw spuitmachine?
Jürgen Vangeyte van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) brak een lans voor het ‘Internet of Things’, waarbij verschillende objecten met elkaar communiceren. Dat concept vindt maar moeilijk ingang in de landbouw. Nochtans zijn de mogelijkheden legio. “Waar zouden uw machines over praten? De dorser zou de kunstmeststrooier kunnen vertellen welke plekken sowieso minder opbrengen en dus minder stikstof nodig hebben.”
Op die manier worden conclusies uit data meteen omgezet in acties, zonder dat er tussenkomst van de landbouwer nodig is. Die kan zich dan meer bezighouden met de bedrijfsstrategie. Een bevrijding, of is het net een bevreemdende gedachte om minder nauw betrokken te zijn bij de productie?
In verbinding
Wie alvast mijlenver afstaat van voedselproductie is de consument. “Mensen weten amper waar hun voedsel vandaan komt, en al zeker niet hoeveel technologie daarbij komt kijken”, vindt Kristof Mertens van Porphyrio, dat managementondersteunende software voor pluimveebedrijven maakt. Hij ziet technologische oplossingen voor die afstand. “Volg je voedselproducent”, is zijn devies.
Daarmee bedoelt hij niet gewoon via een Facebook- of Twitteraccount, nee, hij ziet het grootser: “Galluscam bijvoorbeeld, waarbij een kip uitgerust wordt met een camera en haar leven toont. Er is ook de zogenaamde ‘Uber’-isatie van de samenleving: een koe die op het dak van een appartementsgebouw leeft en gemolken wordt door bewoners die melk nodig hebben, of eenvoudiger, mensen met kippen die hun overschot aan eieren op het internet zetten, ...”
Dit betoog zette heel wat deelnemers aan tot het herdenken van deelplatformen voor lokaal geteeld voedsel. De grote opmerking van de experts hierbij was de vaak grotere impact op het milieu door de geringe efficiëntie. Dat zette op zijn beurt de deur open voor brainstorming over een puntensysteem voor duurzaamheid.
Boeren zonder grond
De namiddagsessie boog zich verder over duurzaamheid, op alle vlakken. Drie ondernemers stelden hun bedrijven voor. Die hadden alvast één ding gemeen: ze belichamen duurzaamheid op een weinig alledaagse manier. Pascal De Bondt van Urban Smart Farmers vertelde over de containerkwekerijen die het bedrijf ontwikkelt en uitbaat.
“We combineren hydrocultuur met aquacultuur. Met het plantafval van onze kruiden en bladgroenten kweken we insecten, daarmee voeden we onze vissen en garnalen. Het vervuilde water laten we zuiveren door bacteriën en geven we aan de planten. We produceren circulair: warmte en nutriënten worden optimaal uitgewisseld tussen de systemen. Op die manier proberen we de voedselproductie duurzaam te intensiveren.”
Kweken op afval
Sevan Holemans, één van de twee economisten die ‘Le Champignon de Bruxelles’ uit de grond stampten, wil vooral biologisch afval uit de steden gaan inzetten voor voedselproductie. “Paddestoelen zijn de recyclagespecialisten van de natuur. Ze zijn te kweken in verlaten stedelijke kelders. Daarbij zetten we werkloze jongeren uit de stad in.” Ook het sociale aspect van duurzaamheid is belangrijk voor het bedrijf.
Ook Nikolaas Viaene van Little Food wil stedelijk groenafval gebruiken, maar hij voedt er zijn krekels mee. Hij is overtuigd van de waarde van dieren in de voedselketen: “We houden van de smaak, en de voedingswaarde ervan is super: proteïne, vitamine B ... Ze hebben ook hun plaats in de cyclus. Nevenstromen verwerken we in voeder, en de mest gaat op het land.”
Koren op de molen van de brainstormers: het gaat van platformen om verlaten gebouwen in kaart te brengen over zelfbouwdozen voor containerboerderijen tot alweer een duurzaamheidsscore. Nadat de ideeën van deze en andere workshops nog twee dagen langer konden sudderen en ontwikkelen klokte Hack Belgium af op 50 businessplannen. Hoeveel er zich daarvan op landbouw richten konden de organisatoren niet zeggen. De blik van een buitenstaander kan verfrissend zijn, maar levert niet altijd iets op. Wij wachten af. Heeft u zelf inspiratie gevonden, of is er iets dat u al jaren doet? Stuur uw idee of opmerking naar de redactie!