Startpagina Gebouwen

Een CO2-neutrale hooischuur voor perfect gedroogd hooi

De hooischuur van aardappelboer en melkveehouder Aleid Blitterswijk is momenteel de enige CO2-neutrale hooischuur in heel Europa, misschien zelfs wereldwijd. Daar is hij best trots op. “Het past perfect in ons concept van Uut Hooi: door onze koeien veel gras en goed hooi te voeren, geven ze de beste melk en ook lekkere kazen.” Om het gras correct te drogen, bedacht hij samen met DL Bouw en het regionaal kennisnetwerk in Utrecht een nieuw concept hooischuur.

Leestijd : 5 min

A ardappelboer en melkveehouder Aleid Blitterswijk boert én voert met een duurzame missie, die hij ook wil uitdragen naar de rest van de wereld. Hij wil daarmee graag starten in Nederland. “Ik wil mijn bedrijf hier niet in de kijker zetten, maar we zijn wel de eerste met het concept”, geeft hij mee. De Utrechtenaar streeft naar een meer grondgebonden melkveehouderij, waarbij hij zijn koeien veel gras en hooi voert en dus zo weinig mogelijk krachtvoer en andere reststromen, zoals draf van brouwerijen.” Daarvoor waren heel wat innovaties nodig”, vertelt Aleid. Eén van die innovaties was 2 jaar geleden de bouw van een CO2-neutrale hooischuur, met steun van Europese subsidies. “Als ons concept aanslaat, kunnen ook andere landbouwers dit soort hooischuur bouwen, al dan niet met DL Bouw.”

Zelf experimenteren

Over hoe die hooischuur eruit moest zien, ging Aleid zijn licht opsteken in Oostenrijk, aangezien hooi voeren daar al meer gebeurt. “Ddaar werkt het systeem echter met een kachel, zware ventilatoren en een kraantje boven het hooi, en dat zag ik niet zitten. Dat verbruikt energie en CO2 ”, vertelt Aleid. Zijn gras naar de grasdrogerij brengen, is volgens hem ook geen optie. “Dan werk je met een vlam over de 100 graden of meer waardoor de eiwitten in het gras kapot gaan, en dat is niet de bedoeling.”

Bovendien zag hij problemen in het stapelen van het hooi. Eerst wordt namelijk het voorjaarshooi gedroogd, waarop het zomerhooi en erna het herfsthooi terechtkomt. “Maar in de herfst willen we vers gras van de herfst mengen met voorjaarshooi, om de juiste hoeveelheid suikers en eiwitten in het rantsoen te krijgen.”

Bij het inschuren verdeelt Aleid daarom het op het land voorgedroogde gras over één of meer ventilatiecompartimenten. Wanneer het gras droog genoeg is, duwt hij het met een shovel naar de kant. Zo kan elke seizoen apart bewaard worden: de snedes komen dus allemaal naast elkaar te liggen. “In mijn schuur kan ik zo’n 100 ha bewaren, en elke ha geeft me zo’n 2,5 à 3 ton droge stof.”

Een aardappelloods als basisconcept

Bij het uitdenken van de hooischuur startte Aleid van het concept van een aardappelloods. De schuur heeft een roostervloer, waaronder zich 14 vakken bevinden. Die vakken komen uit op een centrale gang aan de achterkant van de loods, die 3 ventilatoren bevat. Opgewarmde lucht kan via de centrale gang de lange vakken binnen om dan via het rooster het gras verder te drogen. “Ik doe de deurtjes in de centrale gang manueel open, naargelang de spreiding van het gras op het rooster”, klinkt het. Voorlopig kiest Aleid niet voor een geautomatiseerd systeem met sensoren. “Ook de ventilatoren zet ik zelf op of aan. Aan het gras voel ik zelf wel of het goed gedroogd is.”

De zongedroogde lucht wordt aangezogen naar de centrale gang.
De zongedroogde lucht wordt aangezogen naar de centrale gang. - Foto: MV

Zongedroogde lucht

De lucht die het hooi moet drogen, wordt via de dubbele zijwanden en het dubbel dak naar binnen gezogen. “We kozen ervoor om bij het dak de isolatie aan de onderkant te monteren en het blik erboven. Daartussen wordt de lucht aangezogen”, klinkt het. De lucht warmt op aan de zijwanden en onder het dak en wordt aangezogen naar de centrale gang, waarna het via de vakken onder het gras terechtkomt.

“De zon is gratis, we kunnen er dus best gebruik van maken”, legt hij uit. Een groot dak en grote zijwanden moeten ervoor zorgen dat de lucht voldoende wordt opgewarmd. “In ons klimaat hebben we in de zomer 17 uur zon, en zo lang kunnen we dan ook drogen in de schuur. In de ochtend staat de zon op een zijwand, later op het dak, en nog later aan de achterwand.”

Aangepast voor hooi

Hoewel vertrokken werd van een aardappelschuur, werden toch wat aanpassingen gedaan voor zijn perfecte hooischuur. Aleid koos ervoor om een wand volledig open te houden, zodat hij met een opraapwagen en een verreiker zijn schuur nog in kan. Een deel is toch afgezet met een muur van hooibalen van de graszaadteelt. “Zo kan er toch iets meer hooi in de schuur en waait het niet weg”, verklaart hij.

Een andere aanpassing waren de wanden: die hoeven niet drukvast te zijn aangezien hooi niet zo zwaar is in vergelijking met aardappelen. “Dat is een kost die dus wegvalt”, aldus Aleid. Hij koos bovendien voor hout aan de binnen- en buitenkant van de wanden in plaats van staal. “Bij staal ga je condens krijgen, dat schimmelvorming stimuleert. Hout trekt het vocht uit het hooi waardoor het hooi ook niet plakt.”

De automatisering of deuren liet hij ook voor wat het is, wat zijn hooischuur ook goedkoper maakt. “Ik ben heel blij hoe DL Bouw met me meedacht voor ons nieuwe concept hooischuur”, laat hij weten.

Een ander paar mouwen was hoe het vocht buiten te houden om kwalitatief hooi te verkrijgen. Voor de put onder het rooster liet hij een xps geïsoleerde vloer plaatsen, zodat er geen vocht door kan en de put niet afkoelt door grondwater. “Dit was het duurste deel van de hooischuur, naast het rooster”, legt hij uit. “Daarnaast is enkel het dak geïsoleerd, maar niet de zijwanden.”

Blijven optimaliseren

Hoewel het systeem goed werkt, geeft Aleid aan dat aanpassingen altijd mogelijk zijn. Zo zou hij zijn centrifugaalventilatoren willen vervangen door axiaalventilatoren.

“We wisten in het begin niet welke tegendruk we moesten verwachten, we hadden eigenlijk meer tegendruk verwacht.” Toch wil hij de bestaande ventilatoren niet wegdoen. “Ik zou nog willen schakelen tussen hoge druk en lage druk.”

Ook zijn rooster wil hij nog optimaliseren. “Om te vermijden dat er te veel hooi in de put gaat, wil ik nog extra roostertjes plaatsen: een flexifloor van Swaans zou wel kunnen werken.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Gebouwen

In een serrestal krijg je het gevoel dat je buiten staat

Gebouwen Bram Maes (37) plaatste bijna 2 jaar geleden een gloednieuwe serrestal voor 180 koeien op zijn bedrijf in Bellem-Aalter. De belangrijkste redenen daarvoor waren licht en lucht. De nieuwe diepstrooiselboxen worden gevuld door een instrooirobot met dikke fractie.
Meer artikelen bekijken