Startpagina Aardappelen

Aardappelen en doorwasbehandeling

Vooral In West-Vlaanderen blijft de neerslag te gering voor volle groei. Ook het watercaptatieverbod is daar met 14 dagen verlengd. Andere streken kregen wel behoorlijk wat water. Zo zien we op amper honderd kilometer sterke verschillen.

Leestijd : 7 min

Hopelijk herbekijkt men de situatie nu toch eens aan de hand van de nieuwe gegevens van het KMI en op basis van het driemaandelijks gemiddelde. Dat duidt wel op regionaal uitzonderlijke omstandigheden.

Aardappelen

In de aardappelteelt is momenteel de belangrijkste vraag bij velen of we nu moeten behandelen tegen doorwas of niet?

Vooreerst even een rechtzetting. In Landbouwleven van 14 juli 2017 is ten gevolge van een taalkundige correctie, de inhoudelijke boodschap ongewild gewijzigd. Daardoor kon dit de perceptie teweeg- gebracht hebben dat er een verschil is tussen de Maleïnehydrazidebevattende middelen Fazor en Itcan. Dit was geenszins de bedoeling.

Er is dus geen verschil tussen alle Maleïnehydrazide houdende producten erkend in aardappel in België. Bij deze zetten we ze allemaal eens op een rijtje met hun handelsnaam, samenstelling en de teelten waarbinnen ze erkend zijn.

- Fazor 60 SG, 60,6 %, in ui en aardappel

- Itcan 60 SG, 60,6 %, in ui, aardappel, knoflook en sjalot

- Itcan 270SL, 270 g/l, in ui, aardappel, knoflook en sjalot

- Crown 270 SL, 270 g/l, in ui, aardappel, knoflook en sjalot

- Himalaya en Hymalaya 60 SG 60,6 %, in uien, aardappel

- Filini, 180 g/l, in uien, knoflook en sjalot

Al deze producten hebben ongeveer dezelfde dosis actieve stof per hectare (+/- 3 kg/ha) op de erkenning staan. Ze zijn in aardappelen erkend voor zowel doorwasbehandeling als om de aardappelopslag in de volgteelt te vermijden (verminderen). Er is slechts 1 toepassing per teelt erkend met 35 dagen veiligheidstermijn, maar niet in primeurteelt of onder plastic afdekking.

Wat doet deze actieve stof juist?

Ze regelt de groei en de kiemrust. Ze grijpt in op de celdeling (nieuwe knollen vormen) niet op de celstrekking (laten uitgroeien van de knol). Door dit verschil is deze dus bruikbaar tegen doorwas in de aardappelteelt.

Waarom zouden we dit toepassen?

In eerste instantie wordt aan deze behandeling gedacht bij doorwas, maar ook voor aardappelopslag in de teelt het jaar erop kan een behandeling nuttig zijn. De knollen kennen ook een grotere kiemrust in de bewaring. Daardoor is het gewichtsverlies beperkter. We zullen het nu verder specifiek over doorwas hebben.

Bij doorwas bestaan verschillende symptomen. Uitlopen van nieuwe scheuten aan primaire knollen is de schadelijkste vorm. Deze kunnen dan later evolueren naar het vormen van een nieuwe knol. Meestal is dit één knol, maar in erge gevallen zijn dit zelfs meerdere knollen. Ook kunnen deze naar boven groeien, zodat ze bladgroen vormen en dus nieuwe stengels vormen. De nieuwe knol kan ook heel dicht tegen de primaire knol hangen, zodat die later vergroeien tot de zogenaamde ‘popperige’ knollen. Bij vorming van secundaire knollen zuigt de secundaire de voedingsstoffen uit de primaire knol.

Enkel wanneer het bladgroen in staat is om nog voldoende lange tijd voedingsstoffen te produceren zullen de meeste primaire knollen ook opnieuw van goede kwaliteit worden. Helder weer, voldoende bladgroen, water en voedingsstoffen zijn hiervoor nodig.

In andere gevallen zullen we hier met ‘topglazigheid’ te maken krijgen. Namelijk de kant waar de secundaire knol hangt, zal minder zetmeel en droge stof hebben en een hoger suikergehalte bevatten. Hierdoor zitten we met lagere onderwatergewichten en heterogeen bruine kleur bij het bakken, de zogenaamde ‘suikertoppen’.

We kenden reeds enkele jaren waarbij doorwas grote gevolgen had naar bewaarbaarheid en bakkwaliteit.

In 1994 kenden we een late grote hitte, zodat in dit jaar de doorwas enorm was. Vanaf toen werd er door de industrie ook met zoutbaden gewerkt. In 2006 kwam het opnieuw in erge mate voor en nu dus opnieuw.

Hoe beslissen?

Hiervoor dient u een aantal zaken te gaan onderzoeken per perceel. Meestal zijn meerdere bezoeken nodig, zodat u de evolutie kunt inschatten !

De producenten stelden door de jaren heen hun adviezen ook wat bij. Waar men vroeger als advies 80 % boven 25 mm stelde, verruimt men dit nu naar 80 % boven maat 35 mm. Dit is dan ook de belangrijkste parameter !

Let naast dit ook op volgende zaken

Hoeveel knollen tel je per plant? Bij zeer lage knolaantallen (6-7 per plant) zoals bv bij sommige percelen Fontane kan de plant gerust instaan om voldoende voedingsstoffen te voorzien indien er nu nog een paar knollen zouden bijkomen. Dit uiteraard enkel wanneer de plant nog voldoende groeikracht heeft.

Hoeveel knollen krijgen nieuwe kiemen? Hoe groot zijn deze kiemen? Het is niet omdat er wat kleine kiemen verschijnen dat dit ook allemaal zal uitgroeien tot nieuwe secundaire knollen. Deze kunnen ook vanzelf opnieuw stilvallen. Dit zal afhangen van de voedingstoestand op dit perceel. Een tweede latere controle na 1 week is hier dan wel nodig.

Hoe groeikrachtig is het gewas nog?

Door de droge start zal er nu door de regen nog veel stikstof vrijkomen. Dit bevordert de doorwas.

Hoe groot zijn de secundair gevormde knolletjes reeds?

Weet dat secundaire knollen vanaf 1 -1,5 cm doorsnede niet meer stil te leggen zijn door te behandelen en deze grotendeels zullen doorgroeien. De groeisnelheid wordt op 1 mm doorsnede per dag geraamd.

Opvolgen hoe de doorwas evolueert per perceel is dus belangrijk om op het juiste tijdstip te gaan ingrijpen.

Hoe toepassen?

Liefst ‘s morgens, eventueel op een halve dauw met voldoende water +/- 400 l water per hectare en liefst solo. Ook minimum 24 uur droog achter de behandeling. Daarna mag het regenen of kan men eventueel beregenen.

Tarwe

De eerste tarwe is geoogst met opbrengsten rond de 9-10 ton. Het wordt afwachten wat de opbrengsten ook voor de verdere oogsten zullen zijn.

Bonen en kolen

De bonenzaai loopt op zijn einde. De opkomst en loofontwikkeling is wisselvallig in die regio’s waar er niet voldoende regen viel (vooral West-Vlaanderen).

In kolen blijft de rupsdruk laag. De druk van luizen en melige koolluis neemt wel toe.

Glyfosaat

Per 15 juli verbood De Vlaamse regering het gebruik van glyfosaat door particulieren. Voor de beroepsgebruiker in bezit van een fytolicentie verandert er, tot nadere berichtgeving, niets. Het rare aan de situatie is dat verkopen aan particulieren wel nog mag.

En ook bij het kopen zijn particulieren wettelijk in orde, aangezien handel geen gewestelijke bevoegdheid is. De vraag stelt zich dus nogal vlug of men dan al die producten via containerpark gaat inzamelen en vernietigen? En wie gaat dit controleren?

Neonicotinoïden

Over neonicotinoïden werd al menig onderzoek gevoerd. In de loop van dit jaar wordt het lot van deze middelen door de Europese Commissie definitief bezegeld. Ze is namelijk van plan om een totaal verbod in te voeren, behalve in serreteelten.

Recent werden opnieuw nieuwe studieresultaten bekendgemaakt. Bayer en Syngenta voerden in opdracht van de Europese Commissie onderzoek uit op hun zaadontsmettingen clothianidin (Argento, Poncho) en thiamethoxam (Actara, Cruiser) in koolzaad. Deze studies gingen door op 33 sites in Duitsland, Hongarije en het Verenigd Koninkrijk.

Hieruit blijkt dat het bestuderen van de chronische effecten van deze middelen geen sinecure is en steeds wisselvallige uitslagen geeft. Er werd inderdaad voor wat betreft de honingbij in Hongarije en het Verenigd Koninkrijk een negatief effect waar genomen maar in Duitsland niet. Er is echter geen parallel te trekken naar de andere bijensoorten!

Het verschil wordt gecatalogeerd als niet nader te benoemen ‘andere omgevingsfactoren’ en/of stressfactoren, waarbij het aantal factoren een grotere rol speelt dan de grootte van een van die factoren. Hier wordt echter niet dieper op ingegaan!

Bij deze studies werd ook imidacloprid teruggevonden. Deze stof was geen onderwerp van het onderzoek, wat de wetenschappers dan ook doet besluiten dat neonicotinoïden persistent in ons ecosysteem aanwezig zijn.

Indien dit verbod vanaf 2018 zou ingaan betekent dit in onze teelten dat: Argento als zaadbehandeling in graan, Poncho in bieten, Cruiser in wortelen en uien en Actara in pootgoed zou verdwijnen.

Het wordt dus zaak om aan alternatieve zaadbehandelingen of granulaattoepassingen te gaan denken en deze erkend te krijgen, of wij krijgen grote problemen in deze teelten.

Uitbreidingen in residu analyses

Het residuanalysepakket wordt ten gepaste tijde geüpdatet. Dit gebeurt volgens de recentste Europese verordeningen, bijkomende kennis over metabolieten en ‘vervuilingsstoffen’ en nieuwe technische analysetechnieken.

Metabolieten zijn tussenvormen of eindproducten die ontstaan bij de afbraak van de actieve stof. Vervuilingsstoffen zijn stoffen die tijdens de productie ongewild gevormd worden.

Zo is bijvoorbeeld recent het analysepakket voor glyfosaat nauwkeuriger geworden en wordt nu tot op 10 ppb gemeten, en dit vooral voor babyvoeding en bionormen.

Ook voor de herbiciden haloxyfop (Eloge) en fluazyfop (Fusilade Max) werden, naar Europese verordening, analyseparameters bijgevoegd.

Niet alleen voor actieve stoffen van gewasbeschermingsmiddelen, maar ook voor schadelijke stoffen uit ziekteverwekkers wordt men weldra strenger. Voor Mycotoxines bijvoorbeeld leidt nauwkeuriger wetenschappelijk inzicht straks voor nieuwe normen. Zo zouden het Citrininegehalte in kippenvoer en Ergometrine in bier nieuwe stoffen kunnen worden. Voor bepaalde fusarium en alternariatoxines komen er ook normen in bepaalde voedingsmiddelen.

Ook inherente plantentoxines worden straks belangrijk. Zoals de Datura (doornappel) zaden die voor contaminatie kunnen zorgen.

Ook in verband met mogelijke contaminaties vanuit verpakkingen wijzigen de parameters die onderzocht worden.

Maleïnehydrazide onder druk?

Maleïnehydrazide is de actieve stof die de groei regelt. Bij de productie hiervan ontstaat, volgens een producent, ook het nevenproduct maleïnehydrazine. Het is over deze laatste stof dat de Europese discussie gaat over het al dan niet behouden van de huidige erkenningen.

Er werden vanuit Europa hierover bijkomende proeven gevraagd. Deze werden reeds aangeleverd en de beslissing volgt weldra en zal dan voor meerdere jaren genomen worden.

Dit nevenproduct is dus een ‘vervuilingsstof’ tijdens de productie van het middel. Het is geen metaboliet die tijdens de afbraak gevormd wordt.

In Nederlandse literatuur gebruikt men soms deze naam om de actieve stof aan te duiden, wat dus niet strookt met de werkelijkheid. Je zal dan ook bij ons op fytoweb geen producten vinden, indien u de zoekterm maleïnehydrazyne ingeeft.

Europa legde voor deze ‘vervuilingsstof’ nu aparte en strenge limieten op, zodat indien de producenten erin slagen deze normen te halen de erkenning verder kan. Bij navraag luidde alvast 1 producent positief hierin. Alleen zal deze nauwkeurigere productie waarschijnlijk wel een prijskaartje hebben.

Lieven Van Ceunebroeck

Lees ook in Aardappelen

Hoe presteerden de chipsrassen in 2023?

Aardappelen Vorig jaar was een opmerkelijk teeltjaar voor aardappelen. Toch slaagde het Landbouwcentrum Aardappelen (LCA) er opnieuw in om de prestaties van chipsrassen in Vlaanderen op te volgen. Binnen deze rassenproeven wordt de variëteit VR808 als referentie beschouwd.
Meer artikelen bekijken