Startpagina Groenten

Hoe kwalitatieve bloemkolen kweken met aandacht voor het nitraatresidu?

Recent organiseerde B3W, de Begeleidingsdienst voor een Betere Bodem- en Waterkwaliteit, een thematisch uitwisselingsmoment over hoe kwaliteit en nitraatresidu in bloemkolen met elkaar verzoend kunnen worden.

Leestijd : 6 min

Van het bemesten volgens de 4-J’s tot het inzaaien van de oogstgangen met gras werden aangehaald door bloemkooltelers Joris, Pieter-Jan en Bert die hun ervaringen en kennis deelden.

Onder de 4 J’s wordt verstaan: het juiste moment, de juiste techniek, de juiste dosis en de juiste meststof.

Juiste moment van bemesten

De bloemkoolteelt bestaat uit 2 groeifases. De eerste fase is de ontwikkeling van voldoende blad, gevolgd door de vorming van de ‘bloem’ in de tweede fase. Bloemkolen nemen in de eerste 3 weken na het planten weinig stikstof op, maar in de weken erna zien we een explosieve groei en opname (figuur 1).

Figuur 1: Stikstofopnamegrafiek van bloemkool.
Figuur 1: Stikstofopnamegrafiek van bloemkool. - Bron: KNS

Vergis je niet, bloemkolen hebben bij planten toch nood aan een hoge stikstofvoorraad, omdat ze een hoge latente stikstofbehoefte hebben. De latente stikstof is de stikstof die minstens moet aanwezig zijn in de bodem om voldoende stikstof te kunnen opnemen. In de eerste 5 weken is dit bij bloemkool minstens 120 kg stikstof/ha. Eens de bodem beter doorworteld is, zakt dit tot 80 kg stikstof/ha, of zelfs 40 kg stikstof/ha in het geval van het ras Giewont.

Bovenop de latente stikstof dient bij planten ook de gewasopname van stikstof tot aan de bijbemesting toegediend te worden. Gemiddeld zien we dat de bodemvoorraad aan minerale stikstof bij planten aangevuld wordt tot een totaal van 160 à 180 kg stikstof/ha in een profieldiepte van 0-60 cm.

Een viertal weken na het planten, bepaal je de bijbemesting op basis van een bemestingsadvies. Geef hierbij zeker ook het ras op, aangezien de stikstofbehoefte van bloemkolen nogal schommelt tussen de rassen. Indien het advies 0 kg/ha bedraagt, betekent dit dat de basisbemesting te hoog was. Probeer hieruit te leren om naar de toekomst toe de basisbemesting te verlagen.

Veel marge in tijdstip van staalname is er niet, aangezien er vanaf week 4 een korte en explosieve groei start. Het bijbemestingsadvies vul je ook het best in met snelwerkende meststoffen zoals kalknitraat of ammoniumnitraat.

De 3 telers uit het webinar, Joris, Pieter-Jan en Bert, passen deze manier van gefractioneerd bemesten reeds toe. Tijdens het webinar polsten we naar de bemestingsstrategie van de aanwezigen en ook hier zag iedereen het nut van deze gefractioneerde bemesting in. Via deze manier van bemesten kan je opbrengst, kwaliteit en nitraatresidu zo goed mogelijk met elkaar verzoenen, gaf de groep aan.

De juiste techniek - bandbemesting

Joris heeft al vele jaren ervaring met bandbemesting in bloemkolen. Een deel van zijn basisbemesting wordt met vloeibare stikstof breedwerpig toegediend. Het overige deel wordt als ammoniumnitraat in de rij meegegeven. Door de stikstof dicht bij de plant toe te dienen (figuur 2), kan je de hoge latente stikstofbehoefte bij planten verlagen. Ook ziet Joris een betere weggroei van de bloemkool.

Figuur 2: Bandbemesting (blauwe bolletjes) zorgt voor een grote stikstofconcentratie op de plaats waar de beginnende wortels het nodig hebben.
Figuur 2: Bandbemesting (blauwe bolletjes) zorgt voor een grote stikstofconcentratie op de plaats waar de beginnende wortels het nodig hebben. - Bron: B3W

Later, als het wortelgestel groter wordt, kan de plant het deel vloeibare stikstof opnemen dat bij de basisbemesting breedwerpig werd toegediend. De vloeibare stikstof laat toe om nauwkeurig te bemesten en bestaat uit 50% ureumstikstof die trager omzet naar nitraat en zo minder gevoelig is voor uitspoeling. Jaren terug werd de volledige basisbemesting via vloeibare kunstmest meegegeven in de rij, hier is Joris mee gestopt omdat hij duidelijk veel meer knolvoet vaststelde. De oorzaak ligt volgens Joris in de pH bij de plant die plaatselijk sterk daalde door de hoge concentratie kunstmest. Door ammoniumnitraat via bandbemesting toe te dienen heeft Joris het juiste evenwicht gevonden.

Een bijkomend groot voordeel van bandbemesting is dat je niet bemest op zones die niet beplant worden (dit kan 15 à 20% van je oppervlakte zijn!), dit bespaart je al een heel pak meststoffen. Meld wel aan de staalnemer dat je gebruikmaakt van een geplaatste bemesting, want hij moet zijn staalnamestrategie hierop aanpassen.

De juiste dosis

Pas je basisbemesting aan naargelang de bodemvoorraad. Afhankelijk van het tijdstip en de voorteelt zal deze hoger of lager zijn. Plant je in april na bijvoorbeeld korrelmaïs, dan zal de bodemvoorraad laag zijn. Plant je na een vanggewas of winterprei, dan kunnen al gauw 50 eenheden stikstof in het profiel aanwezig zijn.

Plant je in de zomer, dan kan de bodemvoorraad zowat alle kanten op. Na gras of graan zal deze laag zijn. Indien het perceel braak lag, kan stikstof uit mineralisatie zich reeds opgestapeld hebben. En plant je na een eerste vrucht bloemkool, dan kunnen er zelfs 100-150 eenheden reeds beschikbaar zijn.

Wil je zekerheid over je bodemvoorraad of de geschatte vrijstelling, dan kan een stikstofstaal met advies voor planten hierbij zeker helpen. Het advies houdt rekening met de bodemvoorraad, de vorige teelt, de toegediende dierlijke mest, de verwachte mineralisatie…

Joris geeft ook aan dat het belangrijk is om in te schatten hoeveel stikstof vrijkomt uit de groenbemester of voorgaande teelt. Danny Callens van Inagro vertelt ons dat je uit de oogstresten van de eerste teelt 85 à 100 kg stikstof per hectare moet rekenen.

Tip: teel je 2 vruchten bloemkool na elkaar? Neem dan een stikstofstaal tijdens het snijden van de eerste vrucht. Zo kan het advies rekening houden met de nog aanwezige stikstof in de bodem, de stikstof uit de oogstresten en de mineralisatie. Zo kan je ook de bemesting van de eerste teelt evalueren en beschik je verder tijdig over het advies.

Ken ook je perceel! Percelen met een hoog koolstofgetal kunnen heel wat gratis stikstof vrijstellen via mineralisatie. Ook het gebruik van dierlijke mest de voorgaande jaren zorgt nog voor een nawerking. Vooral stalmest kan nog heel wat stikstof vrijgeven.

De juiste meststof

Bloemkool kent een explosieve groei en stikstofopname. Traag werkende meststoffen, zeker als bijbemesting, zijn dus niet op hun plaats. Kalkcyanamide wordt in de eerste plaats toegepast tegen onkruid en voor de ontsmettende werking naar knolvoet toe. Dit kan gebruikt worden, maar denk eraan dat hier traag werkende stikstof in aanwezig is en dat die pas later in het seizoen volledig zal vrijkomen. Wil je een snelle stikstofopname realiseren, dan gebruik je het best kalknitraat of ammoniumnitraat.

Oogstgangen

Pieter-Jan vertelt ons dat hij vorige jaren heel wat problemen had met de draagkracht van de bodem tijdens de oogst. Om dit probleem aan te pakken zal hij dit jaar in de oogstgangen gras inzaaien. Het gras zorgt voor een betere draagkracht, minder onkruiddruk, properder werken en een lager nitraatresidu.

Oogstgang ingezaaid met gras.
Oogstgang ingezaaid met gras. - Foto: Inagro.

In proeven van 2020 zien we een daling van 25 tot 30% van het nitraatresidu in de oogstgangen waar gras werd ingezaaid ten opzichte van waar geen gras werd ingezaaid.

Oogstresten niet inwerken

Een andere manier om het nitraatresidu binnen de perken te houden, is de oogstresten niet inwerken, maar de plant tijdens de oogst zo intact mogelijk laten om verdere groei in het (late) najaar mogelijk te maken. Het effect hiervan is tweeledig. In een proef zagen we na oogst een residu van ongeveer 90 kg nitraat/ha. Als de oogstresten ingewerkt worden, stijgt het residu binnen de 6 weken naar 145 kg nitraat/ha. Laten we de stronken echter staan, dan nemen de oogstresten nog stikstof op en daalt het nitraatresidu tot 50 kg stikstof/ha. Een alternatief bestaat erin om de oogstresten bij de oogst af te voeren.

Meer weten?

Later in het groeiseizoen plannen we een plaatsbezoek om de oogstgangen die met gras werden ingezaaid te bezoeken. Daarnaast willen we ook het bloemkoolseizoen evalueren aan de hand van de genomen staalnames. Wil je verder op de hoogte blijven, surf dan naar de B3W-webpagina (b3w.vlaanderen.be) en word lid van de groentegroep (kies in het keuzemenu ‘groepen’ en kies hier de groep van jouw interesse ‘groenten’). Of hou onze evenementenkalender in de gaten.

De opname van het thematische uitwisselingsmoment ‘Hoe kwalitatieve bloemkolen kweken met aandacht voor nitraatresidu’ kun je op de evenementenpagina raadplegen. Als je verdere informatie wil over het bijbemesten van bloemkolen, aarzel dan niet om contact op te nemen met brecht.catteeuw@b3w.vlaanderen.be of anneline.brouckaert@b3w. vlaanderen.be.

Brecht Catteeuw en Anneline Brouckaert, B3W

Lees ook in Groenten

Het behoud van specifieke middelen is een vorm van natuurherstel, stelt groenteteler Meindert-Jan Botman

Groenten Broccoli- en bloemkoolteler Meindert-Jan Botman uit het Nederlandse Oostwoud maakt zich niet alleen ernstig zorgen om het verdwijnen van het middelenpakket om ziektes en plagen te kunnen bestrijden, hij is ook al flinke bedragen kwijt om zijn gewassen tegen haas, gans, duif en eend te beschermen. Toch geeft de teler niet op. Hij ging zelfs eind december naar Amerika om er een speciale broccolioogstmachine te gaan bekijken.
Meer artikelen bekijken