Startpagina kleinvee

Voor de crisis lag onze kaas zelfs in New York

De Kruidenwei, de geitenhouderij van Ger Entjes en Ayla Groenveld, doet haar naam eer aan. Als je het gedroogde gras ruikt dat voor de geiten ligt, dan ruik je ook een kruidenboeket. Dat dit werkt, blijkt wel. Voor de coronacrisis verkochten ze hun rauwmelkse biologische geitenkazen tot in Antwerpen, Berlijn en zelfs New York aan toe. Volgens Ayla staan Brusselse en ook Nederlandse beleidsmakers momenteel te ver af van de sector en zouden Brusselse ambtenaren verplicht een werkstage moeten lopen bij Europese boeren.

Leestijd : 7 min

Geitenhouders Ger Entjes en Ayla Groenveld wonen in het mooie Nooitgedacht in de Nederlandse provincie Drenthe. Ger is boerenzoon en Ayla boerendochter. Ayla deed de hogere landbouwopleiding in Leeuwarden en was een tweetal jaren praktijkonderzoeker bij het Proefbedrijf voor de Rundveehouderij in Lelystad. Ger was enkele jaren onderwijzer op een basisschool. In 1991 begon het stel voor zichzelf als geitenhouders. “De reden om voor onszelf te beginnen was dat wij niet ons hele leven op kantoor wilden zitten en wij samen wilden ondernemen.”

Officieel is de Kruidenwei, zoals het bedrijf heet, geen biologisch-dynamisch geitenbedrijf, dus niet gecertificeerd door Demeter (kwaliteitskeurmerk voor biodynamische landbouw en voeding). Wel hebben ze het ecokeurmerk. Ayla: “Wij voldoen aan alle Demeter-eisen, dus kunnen we wel zo biologisch-dynamisch worden.”

Met 74 geiten begonnen

Het stel begon in 1991 in het Groningse Niebert met 74 geiten en meteen ook biologisch. Ayla: “Het was in die tijd in Nederland wat de geitenhouderij betreft ook echt nog pionieren. Zo professioneel als de Nederlandse geitenhouderijsector nu is, was het toen nog lang niet.” Het bedrijf dat ze kochten, had een stropotstal en een 8-stands melkstal van Manus met melkglazen. Rondom de boerderij lag 11 ha grond. De kaasafzet verliep zeer moeizaam in de beginjaren. Vanaf 1995 veranderde dit toen Ayla op boerenmarkten ging staan , eerst in Zwolle en later in Groningen.

Mettertijd kwamen ze erachter dat ze in het Groningse Niebert niet zo goed pasten als ze dachten. Ayla: “Daarom zochten Ger en ik een nieuwe locatie, zelfs in Engeland en Duitsland.” Uiteindelijk vonden ze in het Drentse Nooitgedacht een biologische melkveehouderij die te huur stond. Ze hadden enorm geluk, want net nadat ze hun geitenhouderij in Niebert verkocht hadden, brak in Nederland mond- en klauwzeer uit, dus konden ze hun kazen ook niet meer op boerenmarkten verkopen. Een ander voordeel was dat het in Nooitgedacht al een biologisch bedrijf betrof. De hele geitenstapel werd in 2001 in 2 weken tijd overgebracht naar Nooitgedacht. Ayla: “En in 2005 hadden wij het geluk dat wij dit bedrijf konden kopen. Wij voelen ons hier ook helemaal thuis.” De huurperiode was wel zwaar, want ze molken in die jaren met de melkemmer zo’n 60 stuks melkgeiten. Ze hadden geen jongvee en ook geen kaasmakerij in die periode.

Investeringen in melkstal en kaasmakerij

Nadat ze het bedrijf in Nooitgedacht in 2005 aangekocht hadden, konden ze beginnen te investeren. Ze hadden bij dit bedrijf 10 ha grond die ze ook wilden aankopen. Rond 2005 zat de geitenhouderij in Nederland enorm in de lift, dus lieten ze iemand een bedrijfsplan schrijven en gingen in zee met ABN-AMRO. Ze kregen de financiering en in 2006 werden de boerderij en de melkstal flink verbouwd. In het middelste deel kwamen een kaasmakerij, koelcel en gesimuleerde grot, speciaal voor het rijpen van blauwschimmelkaas. Waar vroeger een deel van de boerderij was, is nu een winkel. Daar wordt naast de geitenkazen onder meer het bokjesvlees verkocht. Het vlees van alle eigen bokjes wordt via de eigen boerderijwinkel verkocht.

De vermarkting van bokjesvlees is voor veel geitenhouderijen een probleem, maar niet hier. Ayla: “Inmiddels wordt al het vlees van de eigen bokjes via de eigen boerderijwinkel verkocht.”
De vermarkting van bokjesvlees is voor veel geitenhouderijen een probleem, maar niet hier. Ayla: “Inmiddels wordt al het vlees van de eigen bokjes via de eigen boerderijwinkel verkocht.” - Foto: DvD

Verder werd geïnvesteerd in een nieuwe 16-stands melkput met een melkinstallatie van het Franse merk Gascoigne Melotte. Ayla: “Wij hebben voor een Frans melkstel gekozen, omdat de plaatselijke leverancier hier in de omgeving dit merk verkoopt. Het bevalt prima.” Momenteel melken ze zo'n 125 geiten en ze hebben nog 20 stuks jongvee. Ze willen niet heel groot worden, maar vooral ambachtelijk bezig zijn. Ayla: “Zoals meer biologisch-dynamische bedrijven passen wij het aantal geiten aan aan de voerhoeveelheid per jaar. Bij ons geldt: kwaliteit boven kwantiteit en geld is een middel, niet een doel.”

Vraag groter dan aanbod

Verder werd geïnvesteerd in toestellen om blauwschimmelkaas te kunnen maken, zoals bijvoorbeeld een pikeerapparaat, speciale kaasvormen en een drainagebak. Ayla: “Waarom wij rauwmelkse blauwschimmelkaas maken? Omdat ik het gehad had met gewone geitenkaas maken. Ik had een nieuwe uitdaging nodig.”

In 2006 werden de boerderij en de melkstal flink verbouwd. In het middelste deel kwam een kaasmakerij (zie foto), koelcel en gesimuleerde grot (speciaal voor het rijpen van blauwschimmelkaas).
In 2006 werden de boerderij en de melkstal flink verbouwd. In het middelste deel kwam een kaasmakerij (zie foto), koelcel en gesimuleerde grot (speciaal voor het rijpen van blauwschimmelkaas). - Foto: DvD

Ook maken ze inmiddels weer harde geitenkazen voor de winkel, verse geitenkaas en geitenkwark. Voor de coronacrisis lag hun Lady’s Blue, een blauwschimmelkaas gemaakt van rauwe geitenmelk, zelfs in winkels in Antwerpen, Berlijn en zelfs in New York. Ayla: “Die markt hoeven wij niet terug te veroveren. Als die afnemers interesse hebben, dan komen ze vanzelf weer terug.”

Ze hebben ondertussen zo veel afzet via de eigen boerderijwinkel en de handel dat de vraag nu al veel groter is dan het aanbod. Ze hebben dus een luxepositie. Ook leveren ze inmiddels melk aan een zuivelaar (Craft Dairy) in de regio en die maken er lekkere standyoghurt van. Dat vindt het stel ook wel prettig, omdat je zodoende meer tijd hebt voor andere werkzaamheden.

Zo hebben ze naast het geitenbedrijf ook nog een grote groentetuin, een grote boomgaard met fruitbomen en kippen en kalkoenen. Met de huidige 125 melkgeiten zitten ze aardig op het optimum qua hoeveelheid land, hoeveelheid geiten en melkgift. Ze zijn dus ook niet van plan om land bij te kopen. Als de zomer niet te droog is, kan genoeg ruwvoer worden gewonnen van het 10 ha kruidenrijke grasperceel voor de wintervoorraad. Verder krijgen de dieren nog een beetje krachtvoer van het Duitse bedrijf Bio-Mühle en grasbrok van eigen grasland, circa 2 ha. Het krachtvoer bestaat uit losse bestanddelen zoals haver, gerst en lijnzaad.

Het krachtvoer bestaat uit losse bestanddelen zoals haver, gerst en lijnzaad.
Het krachtvoer bestaat uit losse bestanddelen zoals haver, gerst en lijnzaad. - Foto: DvD

Ook krijgen ze nog wat geitenbrok volgens eigen recept van AgruniekRijnvallei. Ayla: “Verder worden in het groeiseizoen brandnetels, boerenwormkruid en guldenroede (alles van het eigen bedrijf) gevoerd, ook tegen eventuele wormen. In de kruidenwei staat bovendien veel smalle weegbree, wat ook wormverdrijvend is. Onze bedrijfsnaam ‘de Kruidenwei’ is dan ook niet fictief, maar doet zijn naam eer aan.” De geiten lopen van begin mei tot november in de weide.

Keuze voor duurmelken

Wat de fokkerij betreft, past de Kruidenwei natuurlijke dekking toe. Ze hebben 4 bokken. Om inteelt te voorkomen, kopen ze af en toe een nieuwe bok aan van een collega-geitenhouder. Alle bokjes worden afgemest. Ze hebben één productiegroep van 125 melkgeiten. Ze zijn 2 keer per dag ruim een uur bezig met melken. Om de melkvloed op gang te houden, gaat elk jaar ongeveer de helft van de geiten onder de bok. De geiten geven tussen de 2 tot 2,5 l melk per dag, wat neerkomt op een rollend jaargemiddelde van zo’n 700 l/jaar. Gemiddeld over het hele jaar bedraagt het eiwitgehalte 3,8% en het vetgehalte 4,1%. Ayla: “Wij hebben gekozen voor duurmelken, dus na het aflammeren melken wij de geiten 2 jaar lang. De reden is om de lammerenvloed te beperken en in het tweede jaar heb je relatief hoge gehaltes, dus dat is, in verband met de kaasmakerij, zeker gunstig.”

De 125 melkgeiten geven 2 tot 2,5 l melk per dag, wat neerkomt op een rollend jaargemiddelde van zo’n 700 l/jaar. Het gemiddelde eiwitgehalte is 3,8% en het vetgehalte 4,1%.
De 125 melkgeiten geven 2 tot 2,5 l melk per dag, wat neerkomt op een rollend jaargemiddelde van zo’n 700 l/jaar. Het gemiddelde eiwitgehalte is 3,8% en het vetgehalte 4,1%. - Foto: DvD

Wat duurzaamheid betreft, houdt het stel niet van de technische hoogstandjes. Over zonnepanelen denken ze heel kritisch. Ayla: “Er zitten nog veel haken en ogen aan. Kunnen kapotte of oude zonnepanelen wel goed gerecycled worden bijvoorbeeld? Of zijn ze dan milieuvervuilend?” Het stel kiest meer voor een optimale grondgebondenheid en circulaire landbouw. De winkel aan huis zorgt er volgens Ayla mede voor dat de cirkel nu ook meer rond c.q. circulair is. Hun toekomstplannen zijn dus nóg extensiever worden en nóg meer zelfvoorzienend. Ze gaan op korte termijn meer bomen aanplanten, zodat er meer vocht in de grond blijft zitten en de geiten nog meer schaduw hebben. Ayla: “Wij willen naar minder geiten en meer biodiversiteit. Wij hebben geen opvolger, maar hebben zelf nog veel plezier in het bedrijf.”

Ambtenaren staan te ver van boerenpraktijk

Volgens de geitenhouders staan zowel nationale ambtenaren als Europese ambtenaren veel te ver af van de boerenpraktijk c.q. de agrarische werkelijkheid. Ayla: “Ik vind dat Brusselse ambtenaren verplicht een werkstage zouden moeten lopen bij agrarische bedrijven in Europa. Dat hele landbouwcircus dat momenteel gespeeld wordt, dat werkt toch niet? Nu zie je dat politieke partijen alleen maar wat willen ‘halen’ en dat werkt niet.” Volgens het stel is er nu geen sprake van een echt gesprek tussen de partijen. Ayla: “Als ze een open houding zouden hebben en duidelijk zijn in de doelen, dan is er toch een weg vooruit, zou ik denken?” Het is volgens haar van belang dat je als landbouwbedrijf een gezicht hebt: ofwel maak je zelf een eindproduct ofwel heb je een andere activiteit ter verbreding. “Zodoende ben je zichtbaar voor de burger en krijg je terug verbinding met elkaar.”

De afgelopen 50 jaar is de landbouw steeds verder van de consument af komen te staan. Er is geïntensiveerd én de industrie heeft zich steeds meer met de landbouw vermengd. Ayla: “Dat levert wel steeds meer kilo’s op, maar tegen een prijs die altijd maar onder druk staat en een bijkomende vraag is: hoe zit het met de voedingskwaliteit in het geraffineerde eindproduct voor de consument? Wat je eet, heeft tenslotte invloed op de manier van produceren én op het landschap.” Volgens haar ligt hier een grote uitdaging voor boer, consument én beleidsmakers om te reflecteren over wat werkelijk belangrijk is. Om meer tot de menselijke maat te komen, meer lokaal en écht duurzaam. Het draait volgens het stel niet alleen om een goede prijs en economisch gewin, maar wat telt, is dat mensen genieten van agrarische producten. Ayla: “Daarmee is de cirkel van grond, dier, boer, kaasmaker naar mens ook weer rond. Het is een fijn gevoel om in die dankbaarheid te zitten.” Als je als boer werkelijk je verantwoordelijkheid neemt als autonoom mens, heb je niet al die inmenging van de overheid nodig volgens haar. “Dan sta je zelf in je kracht en kun je de dialoog aangaan met diezelfde overheid, maar wel op gelijke voet!”

Dick van Doorn

Lees ook in kleinvee

Geitenstal uitgebrand in Bever, twintigtal dieren omgekomen

kleinvee In het Vlaams-Brabantse Bever heeft in de nacht van 26 juni een zware brand gewoed in een boerderij. Daarbij brandde een geitenstal volledig uit. Een 250-tal dieren konden gered worden, maar een twintigtal anderen bleven in de brand. Dat melden de hulpdiensten.
Meer artikelen bekijken