Startpagina Mechanisatie

Snel beginnen werken en niet aan de slang slepen

Peter De Graaf, zaakvoerder van loonbedrijf Graaco, leeft zich in de drijfmest uit door te injecteren met een getrokken mesthaspel (sleepslangsysteem) en met een zelfrijder. Beide machines hebben hun bestaansrecht op het bedrijf en kunnen doorheen het jaar aanvullend aan elkaar worden ingezet. Capaciteit en bodemzorg is het gemeenschappelijk kenmerk van beide machines.

Leestijd : 8 min

Peter De Graaf heeft een geschiedenis als varkensboer in Nieuwkerken-Waas achter zich. Door problemen met de vergunning voor de varkenshouderij besliste hij om andere bedrijvigheid in de landbouwsector op te zoeken. Hij vond dit in de verhuur van landbouwmachines. Enkele jaren geleden was een bedrijfsverplaatsing aan de orde. Nu is het loonbedrijf enkele kilometers over de grens in het Nederlandse Nieuw-Namen gevestigd.

Dag Peter, hoe ben je in het loonwerk terechtgekomen?

De verhuur van machines ging goed, maar de klanten vroegen niet enkel om een machine te huren. Ze wilden er ook een chauffeur bij. Hieruit is het loonwerk geboren. Zo’n 15 à 20 jaar geleden ben ik hiermee gestart. Dat was tevens de periode dat de mestinjecteur opkwam.

Mijn eerste ton had een inhoud van acht kuub en er stonden te veel knopjes op voor de klanten die deze machine wilden huren. “Kom jij er maar mee rijden”, zeiden ze. Zo is het loonwerk gestart, waarbij drijfmest de hoofdzaak vormt. Hiernaast doen we nog wat grondwerk, zaaien we maïs en zaaien we grasland door. Verder verhuren we onszelf als machinist.

Waarom heb je de stap naar sleepslangbemesten gezet?

Heel simpel: als antwoord op vraag van klanten. Zij spoorden mij aan om dit te doen. Ze zeiden: “hier zit werk in”. Deze vraag kwam vooral uit Nederland, mede omdat het een mooie akkerbouwstreek is met grotere percelen. Dit aspect zorgt ervoor dat sleepslangbemesten rendabeler ingezet kan worden. Je hebt minimaal percelen van 3 à 4 ha nodig om er financieel aan uit te kunnen. Onder deze oppervlakte wordt de rekening te duur voor de boer.

Ik ben met sleepslangen begonnen door tweedehandsmateriaal te kopen. Dit was een klassiek systeem bestaande uit een tractor met injecteur te velde én een pompinstallatie aan de rand van het veld. Dit gaf mij een mooie ervaring met het systeem waarbij ook enkele nadelen werden ondervonden. Het voornaamste pijnpunt dat ervaren werd, is de tijd die het neemt om het bemestingsprincipe op te starten: het veld inlezen in de gps-terminal, berekenen hoeveel meter slang nodig is, nadenken waar je de slang gaat leggen, vervolgens de slangen uitrollen en als het veld bemest is, dit weer opruimen. Telkens vraagt dit toch een 20 à 30 minuten per keer.

Getrokken mesthaspel

Uw getrokken mesthaspel maakt dat je nu sneller kan werken?

Klopt, in 2012 ben ik overgeschakeld naar dit systeem, dat voor mij als loonwerker toch enkele voordelen heeft én die ook de boer ten goede komen. Allereerst ben ik iets sneller aan het werk. Toegegeven, eens ter plaatse moet je sowieso uw materiaal opstellen en de slangen aankoppelen. Maar ik moet minder rekenen en nadenken. Ook het veld volledig inlezen vooraf is niet meer nodig. Met de mesthaspel kan ik van aan één zijde van het veld beginnen werken en aansluitende werkgangen rijden. De toevoerslang die de mest aanvoert, ligt ook niet in de weg. Bij de start zit ze opgerold op de haspel. Hoe verder je rijdt, des te meer je ze afrolt. Heb je gedraaid op de kopakker, dan rol je ze terug op.

De mesthaspel is een heel andere manier van denken. Eigenlijk hoef je zoveel niet meer na te denken. Op de tijd dat iemand met een klassiek systeem zijn slangen heeft uitgerold, heb ik al een vrachtwagen geïnjecteerd.

Zitten er nog voordelen aan het systeem?

Ja, het belangrijkste voordeel voor de boer is misschien wel het feit dat we met de getrokken haspel geen wielslip veroorzaken op het veld. Ik wil ander systemen niet gaan afbreken, maar een klassieke tractor-injecteurcombinatie kan last hebben van wielslip, omdat hij soms stevig moet trekken aan de toevoerslang.

De haspel rolt de toevoerslang steeds op en af, waardoor minimaal aan de slang getrokken moet worden. Dit is een sterk argument in natte omstandigheden én bij de bemesting van graanvelden in het voorjaar. Hoe verder we met de haspel rijden, hoe meer darm er afgerold wordt en hoe lichter de combinatie wordt in het veld, dus makkelijker te trekken.

Bandenkeuze

Ik ben het met u eens, maar uw combinatie is toch iets zwaarder dan de klassieke tractor met gedragen injecteur?

Ja, maar overschat dit niet! Ik speel hier ook op in door de gemaakte bandenkeuze én het luchtdrukwisselsysteem. In het veld wordt de bandenspanning van de haspel en tractor zo ver mogelijk omlaag gebracht. Om de bandendruk tijdens het wegtransport te verhogen zit er een luchtcompressor op de haspel.

Dit jaar heb ik ook geïnvesteerd in nieuwe banden voor de mesthaspel. Helemaal niet omdat de vorige versleten waren, maar ik ben naar een nieuwe maat gegaan. Mitas heeft een setje geleverd in de maat 1250/50R32 die op een halve bar kunnen rijden. Vroeger zat ik op 1 à 0,8 bar te rijden met een set banden van de maat 800/70R38. In de breedte gezien berijden de banden een oppervlak dat theoretisch 90 cm meer is. Eigenlijk heb ik met mijn twee nieuwe banden, qua voetafdruk drie banden van de vorige maat gemonteerd (lacht).

Over de bodemdruk van de mest-haspel, maak ik mij echt geen zorgen. Er zit veel in de bandenspanning waarmee je kan rijden.

Mooi machinepark

Kan je verder even toelichting geven bij de aangewende machines?

Aan de rand van het veld of aan de mestopslag probeer ik de pompwagen op te stellen. Wordt er drijfmest aangevoerd, dan neem ik sowieso een mestcontainer mee als tussenbunker. Zo verhinder ik dat de capaciteit nadelig wordt beïnvloed doordat de aanvoer van mest niet vlot loopt.

Zowel de mesthaspel als de pompwagen zijn standaardmachines geleverd door fabrikant Veenhuis, waaraan ik zelf enkele kleine aanpassingen heb gedaan. De pompwagen heeft een vacuümpomp die mest aanzuigt bij de opstart, hierna schakelt ze over op een centrifugaalpomp om de drijfmest richting injecteur te sturen. De pompwagen heeft een tussenbunker van 4 kuub voor drijfmest en 6 kuub voor water.

Van in de tractorcabine die de sleepslanghaspel met injecteur trekt, kan ik van op afstand de gashendel regelen van de tractor voor de pompwagen. In principe kan het werk dus met één chauffeur gedaan worden.

Op de haspel zit 580 m slang en in de frontlift zit nog een haspel met 400 m slang. Het chassis van de getrokken haspel heeft een hefinrichting voor de injecteur en de twee wielen kunnen hydraulisch naar buiten gebracht worden op het veld indien gewenst. Ook is er een knikdissel gebruikt. Eigenlijk gebruiken we dit amper om in hondengang te rijden, maar wel om kort te kunnen draaien op de wendakker.

Verder is er nog een zwenkarm die helpt om de slang af te leggen waar de chauffeur het wil. Voor transport zit deze zwenkarm opgevouwen boven de haspel.

Boven de trekdissel zit een topdrukcilinder waar hydraulisch druk in gezet kan worden om zo meer trekkracht te genereren bij de tractor.

Je sprak daarjuist in ons gesprek over het toevoegen van water. Is dit frequent nodig?

Water gebruik ik omwille van twee redenen. De eerste is om na het bemesten de slangen proper te spuiten. Dit met lucht doen, duurt te lang naar mijn zin. Een tweede reden is om de mest aan te lengen. Bij ongemixte mest en bij koeienmest is dit sneller nodig. Je kan niet geloven welk verschil het toevoegen van water soms kan maken! Tevens zorgt het water ervoor dat de mest beter opneembaar wordt door de plant.

Ik heb eens ondervonden dat de drijfmest niet door de slangen wou ‘schuiven’ en het rendement lag rond de 60 m3 per uur. Dan ben ik beginnen water bijmengen aan een dosering van 10 à 15 m3 per uur. Hierdoor steeg het rendement richting 100 à 150 m3 per uur. Gewoon omdat de mest vlotter stroomde door de leidingen.

Mijn streefdoel is om te kunnen werken met een rendement van 150 à 180 m3 per uur. Dan loopt het lekker!

Heb je naast de sleepslanghaspel nog materiaal voor de mestaanwending?

Transporttonnen en opslagcontainers en vergeet de Fendt-tractoren niet die hiervoor staan (lacht) . Ondertussen heeft er ook al drie seizoenen een Vredo-zelfrijder gelopen. Deze vierwieler biedt mij trekkracht op vier wielen, een heel goede gewichtsverdeling op het land én hij kan in hondengang bemesten.

Waarom heb je deze machine nog gekocht?

De Vredo-zelfrijder is aanvullend op de sleepslanghaspel. De Vredo neemt hoofdzakelijk het injecteren op bouwland voor zijn rekening en de kleinere percelen. Hiermee is hij complementair op de sleepslanghaspel. Deze is vooral in het voorjaar aan de slag op grotere percelen, op weides en op graanvelden. De Vredo heeft ’s zomers veel werk, o.a. op de graanstoppel, én kan in één werkgang ook een groenbemester inzaaien. Dit kan de sleepslanghaspel niet. Ik heb er al over nagedacht, maar vind de oplossing vooralsnog niet.

Verschil tussen systemen

Hoe zit het met capaciteit en kostprijs van de twee systemen die je hebt om drijfmest aan te wenden?

Sleepslangen kost meer. Er is immers meer materiaal en extra personeel nodig. Voor het bemesten met de zelfrijder is er maar één machine en één man op pad.

Qua capaciteit kan er niets op tegen het sleepslangsysteem, zolang je de drijfmest tijdig aangevoerd krijgt. Met een zelfrijder heb je een zeker ‘verlies’ omdat je niet continu kan werken: de machine moet leeg terug om een nieuwe vracht drijfmest te laden. Om naar een hoge capaciteit te streven, tracht ik altijd een mestcontainer mee te nemen achter de Vredo. Zo is er steeds een tussenbunker voor opslag. De capaciteit van de Vredo ligt op vier vaten per uur. Dus als je de inhoud van een vat maal vier doet, heb je de capaciteit.

Op welke basis wordt beslist welke machine wordt uitgestuurd om te injecteren?

De klant beslist dit en maakt een afweging in de kostprijs. Zijn keuze wordt hoofdzakelijk bepaald door het gewas dat geïnjecteerd moet worden, de perceelsgrootte en het tijdstip van het jaar.

In het voorjaar is het sleepslangen populair. Met de machinecombinatie moet je maar één keer op één plaats op het veld zijn. De zelfrijder moet op en af rijden, vaak op dezelfde plaatsen, om te gaan laden. Op bloot akkerland én in de zomer is de Vredo dan weer populair.

Wat brengt de toekomst nog?

Binnen enkele weken moet een nieuwe Vredo geleverd worden. Voor deze nieuwe machine heb ik een grotere tank gekozen én gaan we proberen om de bandenspanning zo laag mogelijk terug te brengen. Samen met bandenfabrikant Trelleborg gaan we opvolgen waar de ondergrens zit.

In de toekomst gaat mijn zoon Stijn, die nu in zijn laatste schooljaar zit, mee in het loonbedrijf komen.

We wensen jullie alvast een mooie toekomst toe.

TD

Lees ook in Mechanisatie

Meer artikelen bekijken