Startpagina Vleesvee

“Een oneerlijke strijd, maar we gaan door”

De strijdlust is zeker nog niet verdwenen bij slachthuis Adriaens in Velzeke (Zottegem), maar het ongenoegen is er wel. “Iedere schakel in de keten moet Belbeef zijn; boeren en slachthuis moeten daartoe aan extra eisen voldoen. Maar Delhaize kan daar blijkbaar zomaar rond fietsen.”

Leestijd : 5 min

Slachthuis Adriaens en Delhaize, wordt het nog ooit een goeddraaiend (verstands)huwelijk? De twee kunnen wellicht moeilijk zonder elkaar, al wringt Delhaize zich in bochten om het tegendeel aan te tonen. Delhaize verbood haar leveranciers om met vlees te werken afkomstig van Adriaens. Een rechter oordeelde afgelopen donderdag echter dat Delhaize dit niet van haar leveranciers kan eisen, toch niet voor vlees dat niet naar Delhaize-filialen gaat. De juridische vraag blijft of Delhaize-België franchisenemers kan verbieden om ‘Adriaens-vlees’ in de winkelrekken te leggen.

Standgehouden

“Mocht Delhaize hieraan vasthouden, gaan we zeker kijken welke juridische stappen we verder kunnen ondernemen. In ons belang en dat van de klanten die met ons werken”, aldus een vastberaden Pascal De Clerck, CEO bij Adriaens. De belangen zijn groot. Vóór de Veviba-affaire slachtte het modernste runderslachthuis van België - “zeg maar Europa” - te Velzeke nog gemiddeld zo’n 1.700 runderen per week. Nu zijn dat er gemiddeld zo’n 1.300. Geen volledig drama, maar toch meer dan ernstig te noemen. “We hebben andere klanten gevonden maar we opereren in een moeilijke markt. We hebben de Belgische retail nodig”, geeft De Clerck grif toe.

Die retail, dat is meer dan Delhaize alleen. Ook bijvoorbeeld Carrefour en Colruyt hebben hun samenwerking met Adriaens tijdelijk opgeschort. Extra audits zijn uitgevoerd en succesvol verlopen om het vertrouwen van de ketens terug te winnen.

Maar de beslissing voor de grootwarenhuizen om terug te komen wordt niet licht genomen, en er blijft koudwatervrees. “We blijven contacten houden. We hopen dat er na het verlof beslissingen genomen worden. Dergelijke beslissingen moeten een heel traject doorlopen. Eens er één de sprong durft wagen, zal de rest wel volgen”, gelooft De Clerck.

Want dat er niets mis is met het vlees uit Velzeke, daar steekt het management de handen voor in het vuur. “Geen enkel voedingsbedrijf is de laatste maanden zo vaak gecontroleerd geweest als wij. We hebben het Voedselagentschap met 40 man over de vloer gehad, talrijke traceringsoefeningen ondergaan, een extra audit voor lastenboek BRC, de grondigste trimesteriële controles... Ik ben ervan overtuigd dat controle-instanties naar hier gekomen zijn met als doel om ons te sluiten, maar ze hebben geen munitie gevonden. We hebben standgehouden”, klinkt het strijdvaardig.

Op de vingers gekeken

Even terug in de tijd. Het gerecht en het FAVV vielen op 28 februari van dit jaar binnen bij Veviba in Bastogne, onderdeel van groep Verbist, waar Adriaens een jaar eerder deel van werd.

De beschuldigingen zijn niet min. Vleesafval van categorie drie, niet geschikt voor menselijke consumptie zou toch als humane voeding verkocht zijn. Ook is er sprake van etikettenfraude met oud, ingevroren vlees. Het FAVV reageert met het intrekken van de vergunning voor Veviba en controleert ook alle andere vestigingen van groep Verbist. De diepvriezers worden er ‘uit voorzorg’ geblokkeerd, ook in Velzeke.

Die voorzorgsperiode blijkt erg lang geduurd te hebben. Slechts een maand geleden is de Adriaens-diepvriezer vrijgegeven. Vanaf 13 maart tot zowat een maand geleden was er bovendien altijd een extra paar ogen van het FAVV aanwezig, en dat bovenop de zes DMO’s (dierenartsen met opdracht) die er al dag in dag uit controles uitvoeren voor het FAVV. “Constant stond er iemand op de vingers te kijken van ons personeel; dat geeft druk. En men heeft bij ons niets gevonden, maar alle controles gebeurden wel op onze kosten.”

Waarde van Belbeef

Naast de blokkage door het FAVV, deed en doet vooral de boycot van de grootwarenhuizen pijn. “Er werd hier ook veel in loondienst voor derden geslacht en versneden. Die mensen moesten hier plots allemaal weg.”

De alternatieven voor de vele gebruikers waren en zijn imperfect. “Hier konden ze slachten, uitbenen en versnijden onder één dak. Nu moeten ze extra kilometers transporteren, soms met nog niet uitgekoeld vlees, wat gegarandeerd kwaliteitsproblemen geeft. Ook is het risico op het verbreken van de koudeketting hoger”, aldus Pascal De Clerck. “Klanten stellen dat ze bij wijze van spreken nu moeten rijden met een geitje, terwijl ze bij ons een ferrari gewoon waren.”

Maar wat De Clerck echt tegen de borst stoot is de nonchalance waarmee met de Belbeef-certificëring werd omgegaan. Die certifiëring garandeert de traceerbaarheid en de voedselkwaliteit van het Belgisch rundvlees. De slachthuizen waarin er nu voor bijvoorbeeld Delhaize runderen geslacht worden, voldoen daar (nog) steeds niet aan. “Ik vind het toch een beetje frustrerend dat dit oogluikend toegelaten wordt. Wij beschikken over een gevalideerd autocontrolesysteem met een apart lastenboek, ondergaan voor Belbeef extra controles, controleren onze transporteurs... Boeren betalen op hun beurt eveneens voor Belbeef-certificatie en dat voor een certificaat dat grootwarenhuizen toch niet zo nodig blijken te hebben. Ook de consument krijgt niet waarvoor hij betaalt. Belbeef draait om een hele ketting die gevalideerd moet zijn, maar Delhaize breekt nu de schakel.”

Dat de slachthuizen in kwestie nu bezig zijn in het traject om Belbeef-gecertificeerd te worden, vindt De Clerck geen argument. “Iemand die bezig is voor zijn auto-rijexamen, moet ook niet beweren dat hij zijn rijbewijs al heeft.”

Snel betalen

Wat De Clerck betreft, is er geen reden voor de grootwarenhuizen om niet naar de Adriaens-stal terug te keren. “Grootwarenhuizen wilden afstand van de groep Verbist; die afstand is er nu. De familie Verbist is volledig uit de raad van bestuur. We hebben overigens altijd zelfstandig gewerkt sinds de overname door de groep.” Het bedrijf is wel nog eigendom van de groep Verbist, en een eventuele overname is vandaag niet meer aan de orde.

Ook de relatie met de boeren is goed gebleven. “Er is zeker wantrouwen geweest, over de vraag of we nog voor de dieren zouden kunnen betalen. Maar dat vertrouwen is hersteld; we hebben er een erezaak van gemaakt om onze leveranciers zo snel mogelijk te betalen.”

IDC

Lees ook in Vleesvee

Meer artikelen bekijken