Startpagina Melkvee

Invoering digitale meter zet rendabiliteit pocketvergisters onder druk

Sinds begin 2017 bereidt de Vlaamse regering de invoering van de digitale meter voor, die in 2019 van start moet gaan. Zoals het er nu voorligt, zou de rendabiliteit van pocketvergisters zwaar kunnen lijden onder het wegvallen van de terugdraaiende teller, zo blijkt uit een rekenvoorbeeld van Biogas-e.

Leestijd : 3 min

Nettarieven draaien niet meer terug

Met het principe van de terugdraaiende teller wordt de injectie van elektriciteit in rekening gebracht bij de afname ervan en draagt zo bij tot de rendabiliteit van een PV-installatie of pocketvergister. Nu blijkt dat het aangekondigde compensatiemechanisme voor het wegvallen van die terugdraaiende teller (beloofd voor 15 jaar) slechts betrekking heeft op het elektriciteitsgedeelte van de elektriciteitsfactuur. Daarmee komt naast de rendabiliteit van PV-installaties vooral de rendabiliteit van pocketvergisters in het gedrang.

Met een analoge meter wordt er een financieel voordeel gehaald uit het principe van de terugdraaiende teller die geldt voor zowel de energiekost als alle nettarieven. Met de digitale meter zou het principe van de terugdraaiende teller nog wel gelden voor de energiekost, maar niet meer voor de nettarieven die tweederde van de elektriciteitsfactuur uitmaken. Hiervoor is immers de Vlaamse Regulator VREG voor bevoegd, en niet de Vlaamse regering. Het wegvallen van het prosumententarief zou dit alvast voor bezitters van een pocketvergister nauwelijks compenseren.

Rekenvoorbeeld zonnepanelen

In het rekenvoorbeeld wordt de rekening vergeleken voor een PV-installatie met een jaarlijkse productie van 3.500 kWh en een omvormer van 3,5 kW, een PV-installatie met een productie van 9.700 kWh en een omvormer van 9,7 kW en een pocketvergister met een jaarlijkse productie van 50.000 kWh en een omvormer van 9,7 kW.

Vooral het aandeel van de zelf geproduceerde elektriciteit die rechtstreeks verbruikt wordt, bepaalt of de overstap naar een digitale meter voordelen biedt. Vanaf een rechtstreeks verbruik van 18 % of meer zorgen de vermeden nettarieven en het weggevallen prosumententarief ervoor dat de pv-installaties van 3,5 kW en 9,7 kW rendabeler zijn onder de digitale meter.

Rekenvoorbeeld pocketvergisters

Voor pocketvergisters is het evenwel een ander verhaal. Bij een rechtstreeks verbruik van 18 % bedraagt het verlies op jaarbasis met een digitale meter tegenover een analoge meter nog altijd ruim 4.000 euro. Verbruikt de boer rechtstreeks de helft, dan halveert dit naar ongeveer 2.000 euro. Pas wanneer de melkveehouder in kwestie 84 % van de eigen geproduceerde elektriciteit rechtstreeks verbruikt, zou hij door de zo vermeden nettarieven en het weggevallen prosumententarief geen nadeel meer ondervinden ten opzichte van een situatie onder een analoge meter mét prosumententarief.

Belasten het net niet

Met de nieuwe regels wordt rechtstreeks verbruik gestimuleerd en hiermee het net ontlast. De maatregel lijkt vooral bedoeld te zijn voor PV-installaties, aangezien PV-installaties pieken veroorzaken op het net. Biogas E klaagt aan dat pocketvergisters juist heel gelijkmatig energie produceren en ze dus niet bijdragen aan de pieken op het net. Toch blijkt de financiële impact van de invoering van een digitale meter voor pocketvergisters het grootst te zijn.

Volledige compensatie

Biogas-E ijvert voor het behoud van investeringszekerheid. De vereniging pleit voor een volledig compensatiemechanisme waarin ook de distributienettarieven worden gecompenseerd. Een andere piste ziet de organisatie in het voorzien van regelgeving die energiedelen stimuleert, waarbij een pocketvergister naburige bedrijven of huishoudens van energie voorziet. Zo wordt het verbruiksprofiel op buurtniveau afgevlakt, wat voor een ontlasting van net net zou zorgen.

Biogas-e

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken