Startpagina Varkens

Vleesvarkens optimaal afleveren met ILVO-tool ‘Slachtdoordacht’

Het ILVO werkte recent de tool ‘Slachtdoordacht’ uit. Hiermee kan je als varkenshouder het meest optimale slachtgewicht van je slachtvarkens bepalen. Dit is economisch gezien altijd gewenst, maar zéker in moeilijke marktomstandigheden. We maken je met een simulatie wegwijs in dit handige instrument.

Leestijd : 4 min

Via de ILVO-tool ‘Slachtdoordacht’ maken we aan de hand van recente prijsinfo een simulatie om het economisch optimaal slachtgewicht per afgeleverde gelt en barg te berekenen. De tool biedt je een concreet antwoord op enkele vragen. Hoe sterk hangt het optimaal slachtgewicht af van de marktomstandigheden? Wat is het verlies aan bruto marge wanneer ik afwijk van het optimale slachtgewicht? Wat is de invloed van de dierprestaties op het optimale slachtgewicht?

Kortom, de tool is een must voor de varkenshouder om zijn bedrijfsvoering te optimaliseren!

Aanpasbare bedrijfsgegevens

Voor het berekenen van het optimaal slachtgewicht worden parameters zoals het slachtrendement, mestproductieparameters, de gewichtsvork en toeslagen, diertechnische gegevens en economische gegevens meegenomen:

· Een varkensprijs van € 1,33/kg geslacht gewicht

· Biggenprijs vastgelegd op € 20

· 2,6 productierondes per jaar

· Driefasevoedering: prijs fase 1: € 282/ton - fase 2: € 265/ton - fase 3: € 255/ton. Gelten en bargen worden apart afgemest.

· De gewichtsvork en toeslagen zijn standaard deze van Belgian Pork Group (BPG), maar zijn aanpasbaar.

Dit op basis van de voorgestelde simulatie-opties in de tool en input van de Vlaamse Producenten Organisatie Varkenshouders (VPOV)

Deze parameters zijn standaard ingevuld in de tool, maar zijn online aanpasbaar op basis van je bedrijfsspecifieke info via de configuratie- en de simuleerpagina.

Slachtgewicht optimaliseren op korte termijn

Figuur 1 focust zich op de optimalisatie van het slachtgewicht op korte termijn aan de hand van de evolutie van het bruto saldo (in euro) per afgeleverd varken in functie van de afmestduur. Maar hoe interpreteer je deze grafiek?

Figuur 1: Optimaliseer je slachtgewicht door het maximale bruto saldo per varken na te streven. (De linker as geeft het bruto saldo (in euro) per varken weer in functie van de afmestduur. De rechter as toont het aflevergewicht (in kg) in functie van de afmestduur.)
Figuur 1: Optimaliseer je slachtgewicht door het maximale bruto saldo per varken na te streven. (De linker as geeft het bruto saldo (in euro) per varken weer in functie van de afmestduur. De rechter as toont het aflevergewicht (in kg) in functie van de afmestduur.) - Varkensloket

Je ziet in de figuur dat het hoogste bruto saldo voor gelten en bargen wordt bereikt aan het begin van de hoogste trap in de gewichtsvork bij een afmestduur van respectievelijk 131 en 126 dagen. Als je een week eerder aflevert, val je buiten de gewichtsvork. Dit betekent een bruto saldo verlies van respectievelijk  € 2,85 voor de gelten en  € 2,35 voor de bargen (tabel 1 en figuur 2).

VLEESVARKENS

Figuur 2: Verlies aan marge per vleesvarken door het te vroeg of te laat afleveren aan het slachthuis.
Figuur 2: Verlies aan marge per vleesvarken door het te vroeg of te laat afleveren aan het slachthuis. - Varkensloket

Indien je een week later aanlevert dan het optimale slachtgewicht blijf je binnen de gewichtsvork, maar is er evenzeer een verlies van  € 0,5 (gelten) of  € 1,03 (bargen) aan saldo per varken. Dit betekent dat bij afleveren voorbij het optimale slachtgewicht het aandeel voederkost hoger ligt dan de extra omzet voor de extra kilo’s gewichtsaanwas. Bovendien gaat dit ook gepaard met onder andere extra kosten voor de mestafzet. De varkens te zwaar laten worden is dus evenmin aangewezen, want elke extra kg gewichtsaanwinst kost immers extra geld.

Uit figuur 2 blijkt dat eens de hoogste uitbetalingsklasse bereikt is, het een must is om deze varkens snel af te leveren aangezien vanaf dan het bruto saldo snel terug daalt.

Wat bij een efficiëntere productie?

Bij bovenstaande simulatie werd uitgegaan van gemiddelde groeiprestaties, namelijk een dagelijkse groei van de gelten van 677 g/dag en een dagelijkse groei van de bargen van 714 g/dag. De cumulatieve voederconversie (VC) over het gewichtstraject bedraagt voor de gelten 2,8 en voor de bargen 3,0.

Bij efficiënter groeiende varkens (dagelijkse groei gelten van 714 g/dag en dagelijkse groei bargen van 752 g/dag - cumulatieve VC gelten = 2,6 en cumulatieve VC bargen = 2,8) ziet de simulatie eruit zoals weergegeven in figuur 3. Met dezelfde prijsinfo wordt het hogere maximale bruto saldo van  € 27,18 per afgeleverde gelt bereikt bij een hoger slachtgewicht van 115 kg (figuur 3). Bij de bargen blijft het optimale slachtgewicht behouden, namelijk 109 kg, maar wordt dit bereikt bij een kortere afmestduur en men verkrijgt eveneens een hoger bruto saldo, namelijk  € 22,60 per afgeleverde barg.

Figuur 3: Het optimale slachtgewicht varieert onder andere in functie van de efficiëntie van de varkens.
Figuur 3: Het optimale slachtgewicht varieert onder andere in functie van de efficiëntie van de varkens. - Varkensloket

Herhaal regelmatig de simulatie

Het is nuttig om deze simulatie regelmatig te herhalen, vooral bij een gewijzigde economische situatie/prijzen. Als bijvoorbeeld de voederprijs stijgt of de varkensprijs daalt, zal het optimaal aflevergewicht verschuiven in de richting van de ondergrens van de hoogste uitbetalingszone in de gewichtsvork van het slachthuis. Maar ook de seizoensinvloeden op de groeiprestaties van de vleesvarkens kunnen het verloop van het bruto saldo en bijgevolg de optimalisatie van het slachtgewicht beïnvloeden.

Bemerk dat bovenstaande simulatie de optimalisatie van het slachtgewicht op korte termijn betreft. De optimalisatie van het slachtgewicht moet echter ook op langere termijn, namelijk op jaarbasis, worden bekeken. Het komt dan niet meer neer op het optimaliseren van het bruto saldo per varken, maar van het bruto saldo per varkensplaats per jaar. De mestduur per ronde moet dan worden afgewogen met het aantal productierondes per varkensplaats per jaar. Het is dan bijvoorbeeld mogelijk rendabeler om de (laatste) lichte varkens af te leveren voor zij de gewichtsvork met de maximale uitbetaling bereiken, omdat hun trage groei de volgende productiecyclus te lang zou ophouden. Dit wordt in een volgende artikel besproken.

Met vragen of opmerkingen kan je terecht bij Sarah De Smet - 09/272 28 48 en Frederik Leen - 09/272 23 82.

Sarah De Smet (Varkensloket) en Frederik Leen, Jef Van Meensel en Sam Millet (ILVO)

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken