Teams zoeken en vinden vermogen

A ls je niet weet waar je moet zijn, moet je gewoon op het geluid afgaan. Want daar staat Tractorpulling Zele wel om bekend: luid ronkende en trekkende tractoren die het publiek voorzien van een sterk staaltje krachttrekkunst. Gewapend met een set oordopjes - zonder begeven je oren het - kan je het best van het evenement genieten. Dit jaar vond de 25e editie plaats. Organisator Dirk Heirman was er van in het begin bij en zag de machines mettertijd steeds groter en steeds krachtiger worden.

Hij vertelt: “Ik was er met drie vrienden aan begonnen en het plan was dat we de Tractorpulling slechts één of twee jaar zouden organiseren. Het bleek echter een succes te zijn, want we zijn nog steeds bezig. We zijn ook een pak groter geworden. We zitten nu op onze vierde locatie en gaan nog steeds voor grotere terreinen. Nu zitten we al zeven jaar op hetzelfde terrein, maar als we groter kunnen gaan, doen we dat ook. Dit kunnen we mede dankzij de sponsors. Die hebben er een gigantische boost aan gegeven.” Die sponsors zijn geen onbekende namen. De grootste sponsors zijn New Holland, Mitas, Van Haute, Saey Filip.

Steeds grotere machines

Doorheen de tijd zijn de machines ook alleen maar gegroeid. Teams blijven altijd maar zoeken naar vermogen. “De meesten vinden dat ook wel. Als ik zie wat er de laatste jaren stuk gereden wordt door het vermogen van de motoren te testen... De limiet is eigenlijk bereikt maar toch wil ieder team er iedere keer meer uithalen.” In elk geval blijft de tendens: wie de betrouwbaarste en sterkste machine heeft, gaat met de overwinning naar huis.

Wat krachtig was 25 jaar geleden, lijkt echter nu wel peanuts . Bij de eerste editie hadden de zwaarste machines onder de standaardtractoren 150 pk. Nu worden in de landbouw veel tractoren verkocht met meer dan 300 pk. Bij de specials hoorden in 2013 machines met 2.000 pk. Nu zijn dat monsters met een vermogen tussen 8.000 en 10.000 pk. Ook nu, voor 25e verjaardag, kon een special act niet uitblijven. In een demo stormde een Franse quad met turbinemotor al vuurspuwend de arena in. “Spektakel verzekerd!”

Veel interesse bij deelnemers

Dat in Zele de grootste wedstrijd van Belgie plaatsvindt, blijkt ook uit de gestelde limiet. Dit jaar konden maximaal 110 standaardtractoren meedoen. Verder konden niet alle reeksen rijden. De organisatie koos ervoor heel veel nieuwe teams van standaardtractoren naar Zele te halen, om hen ook de kans te geven. Ook voor het publiek is dat belangrijk, stelt de organisator: “We zien dat er elk jaar andere teams meedoen en er nooit twee jaar na elkaar dezelfde teams te zien zijn. Dat maakt het interessant voor het publiek.” Dit gold ook voor de Specials. Er stonden twee reeksen uit de Grand National in Zele, alsook al de reeksen van de National van de NTTO. Wie er volgend jaar meedoet, wordt pas besproken in de winter met de Nederlandse bond.

In de afgelopen 10 jaar zijn er weinig teams bijgekomen. “Een machine kost veel geld, en om zo'n machine te onderhouden is het echt nodig dat je goede sponsors hebt. Ook de testen die je moet doen om je machine goed af te stellen, kosten veel geld. En er sneuvelt wel vaak een motor of iets anders aan de machine.” Bij internationale teams stijgt de interesse in Tractorpulling Zele wel. Maar aangezien de wedstrijd doorgaat op 15 augustus - wat in België een nationale feestdag is en in het buitenland niet - is er nog weinig internationale opkomst. “In het weekend zou het beter vallen”, geeft hij toe.

Speciaal geprepareerde trekbanen

In Zele wordt ook aandacht gespendeerd aan de trekbanen. Die worden speciaal geprepareerd naar de normen van de Specials. “In België is er geen enkele wedstrijd die een fatsoenlijke trekbaan heeft, buiten in Zele”, klinkt het trots. De meeste banen zijn immers in het zand en daar kunnen die machines, zeker met hun vermogen niet weg. “Vroeger reden we ook met een machine op zandbanen. Volgend jaar rijden we enkel op de beste banen van Europa. We zullen dus niet deelnemen op plaatsen met gewone zandbanen, want daar is de kans ook groter dat we de machines kapot rijden.” Zelf hebben ze veel wedstrijden in Nederland waar ze zelf meerijden met hun vrachtwagen. “Hoe ze daar hun baan klaarmaken... het spektakelwaarde gaat ermee omhoog, en dat is wat het publiek ook wil zien.”

EK in 2013

Een speciaal moment in heel het 25-jarige parcours, was toch wel het Europees Kampioenschap in 2013. “Het zou groots worden. We hadden gehoopt op 10.000 bezoekers, maar 14 dagen voor het evenement begon het te regenen. Het heeft drie weken aan een stuk geregend met als gevolg dat de bezoekers geen tickets kochten”, gaf Dirk Heirman uitleg.

Hoewel de opkomst miniem was, en de organisatie opgescheept zat met een financiële kater, verlieten de sponsors het evenement niet. “Ons evenement is altijd op hetzelfde niveau gebleven als dat van het jaar van het EK. Het is ook daarom dat de teams graag naar Zele komen.” Over de opkomst kan hij niet klagen. Het niveau van dit jaar was vergelijkbaar met vorig jaar. Er was zo’n 5.750 man aanwezig, een aantal dat hij graag behouden ziet. Vooral loonwerkers komen graag langs. Ze willen weten wie de krachtigste tractor heeft, en willen weten hoe je het beste om kan gaan met bandendruk en gewichtsverdeling. “Ook zij gaan wel eens lopen met een eerste prijs.”

Potentieel voor waterstofmotoren

Hoewel Tractorpulling niet milieuvriendelijk lijkt, wordt er wel nagedacht over het verbeteren van de motor. “Als je een zwarte rookpluim ziet, dan weet je ook dat de deelnemers meer water in de motor spuiten om de koeling van de motor te garanderen.” Er worden bij verschillende machines testen gedaan naar milieunormen toe. Veel van die testen worden doorgegeven naar labo's en mensen die bezig zijn met het tunen van motoren. “Ik denk dat we binnen 15 jaar wedstrijden kunnen houden met een elektromotor of motor op waterstof. Ik denk toch dat een motor op waterstof tegen dan zeker haalbaar is.”

Marlies Vleugels

Meest recent

Meest recent