Startpagina Aardappelen

Aandacht voor bewaring en alternatieve middelen

De aardappelbeurs PotatoEurope ging vorige week na drie jaar op verplaatsing weer door in België, in Kain. Met 10.360 geregistreerde bezoekers, werd de grens van de verwachte 10.000 nipt, maar mooi overschreden. Samen met voorzitter Johan Colpaert van het organiserende Fedagrim blikten we terug op de vorige editie.

Leestijd : 3 min

Het tweedaagse aardappelevenement PotatoEurope is alweer verleden tijd. Volgens Fedagrim was het een uiterst succesvolle editie. Van de standhouders was te horen dat vooral woensdag het koppenlopen was. In tegenstelling tot Interpom, is de beurs meer gericht op het B2B dan op gezinnen. Voorzitter van Fedagrim Johan Colpaert: “85 tot 90 procent van de bezoekers konden we linken aan de sector. Er waren heel wat landbouwers, en voor de rest waren alle schakels in de sector aanwezig.”

Zoektocht naar rendabiliteit

De sector is in bloei, de consumptie van aardappelen en afgeleide producten van aardappelen is enorm uitgebreid. Colpaert: “De vraag is enorm en de Belgische industrie speelt hier op in. Maar landbouwers moeten zelf de keuze maken hoe ze verdergaan in de aardappelteelt. Als ze investeringen willen doen, moeten ze een bepaalde oppervlakte aan aardappelen hebben. Anders is het niet rendabel. Dat zal ervoor zorgen dat landbouwbedrijven met kleinere oppervlakten zullen wegvallen, en andere bedrijven zullen uitbreiden. We zijn echter beperkt in oppervlakte, bovendien kunnen landbouwers maar werken met een rotatie van ten minste 1 op 3.”

Hoewel de beurs op elk vlak wel iets bood om (meer) rendabel te zijn, trokken verschillende standen meer aandacht dan anderen. “Er was aandacht voor digitalisering van machines en automatisatie om arbeidskrachten te sparen, maar hot topics waren de bewaring van pootgoed en loofdoding. En dat heeft te maken met de problematiek rond klimaatverandering en de druk op middelen”, aldus Colpaert.

Aandacht voor bewaarloodsen

De industrie vraagt en verwacht aardappelen van topkwaliteit, zowel in de zomer als in de winter. De continuïteit in temperatuur moet behouden blijven. “We merkten op de beurs een hoge interesse naar isolatie”, vertelde Colpaert. “En naast ventilatie is ook klimatisatie een belangrijk topic.” Landbouwers willen voor grotere loodsen gaan, aldus standhouders, maar ook door het wegvallen van CIPC is de vraag groter.

Grote druk op middelen

Het is duidelijk dat de normen voor het behandelen van aardappelen tijdens de bewaring veranderd zijn ten opzichte van vroeger. “Vroeger was poederen (CIPC) de oplossing, of bewaren in een gewone loods met stro. Dat gaat nu niet meer.”

Fytoproducten liggen geweldig onder druk omdat er maatschappelijk een aantal producten verboden worden. “Er zijn oplossingen om mechanisch te bestrijden, maar dat is niet evident.” Het is een geweldige opdracht voor de fabrikanten de aardappel kwalitatief naar de consument te brengen.

Stoffig rooien

Naast de oplossingen in bewaring en alternatieven voor bepaalde middelen, komt een groot aantal bezoekers voor de machines. Bij het rooien en inschuren, daar was de actie. Men kon het er het best stoffig noemen. “Doordat we geconfronteerd zijn met het droge weer geeft dat voor- en nadelen voor het organiseren van een beurs. Voor de circulatie op de beurs is dat prachtig, maar het grote nadeel is dat het gerooide product door de droogte zorgt voor heel veel stof en veel tarra bij het product (aarde)”, vertelt Colpaert.

De geoogste aardappelen zijn eigendom van Fedagrim. Bij een steekproef op de eerste dag zag de organisatie dat de opbrengst goed was. “Er was een piek van 55 ton per ha. De gemiddelde opbrengst was beter dan gedacht. Door de droge periode en het te vroeg rooien dachten we dat het slechter ging zijn. Als het de komende weken nog regent, zullen de resultaten qua opbrengst in die regio en die grond wel goed zijn.”

Toekomst voor gespecialiseerde beurzen

Volgend jaar wordt de beurs in Frankrijk gehouden. De interesse begint ook over de grenzen heen te reiken. Met bezoekers van onder andere Japan, China, Amerika en Canada was het publiek erg divers. “Er waren ook 17 internationale standhouders, wat voorheen niet het geval was. Vroeger was het al een succes mochten er vijf buitenlandse bedrijven staan. Ik verwacht dat de beurs nog zal groeien. Vanuit het oogpunt van de standhouders, maar ook de bezoekers, geeft de specialisatie in een subsector een stevige meerwaarde.” Of dezelfde locatie gebruikt kan worden, blijft nog maar de vraag. “Doornik blijft een goede keuze. Hier ligt de grootste oppervlakte aan aardappelen in België.”

Marlies Vleugels

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken