Beter Leven, een nieuwe standaard?
In Nederland is het label Beter Leven volledig ingeburgerd in het dagelijks leven. Consumenten kopen er kippen-, varkens- en rundvlees, waarbij in de winkelrekken duidelijk is dat hun vlees werd geproduceerd met oog voor dierenwelzijn. Via Albert Heijn en Jumbo zal dit merk dan ook indringen in onze Belgische cultuur. Het wordt daarom tijd om na te denken hoe we dierenwelzijn zichtbaar kunnen maken op ons Belgisch vlees. De vraag is: is dat haalbaar?
Twee jaar geleden stond de mestgassen- en zwerfstromenproblematiek in de kijker op Agribex. Dit jaar valt de keuze op dierenwelzijn. Het idee werd bedacht door de Xebirga werkgroep, die meehelpt met de organisatie van de beurs en de thema-eilanden. Dries Vanhessche: “Omdat dierenwelzijn de laatste tijd meer en meer in de aandacht komt, is dit aanhalen op het ‘Feed the Future’ eiland logisch. We willen laten zien wat er bestaat rond dierenwelzijn. Er zal aan de hand van afbeeldingen en een video uiteen gezet worden wat het Beter Leven label is. Experts zullen mensen te woord staan bij allerhande vragen.”
Het eiland zal opgesteld staan in hal 3, strategisch op de middengang vlakbij de ingang naar hal 1, waar de dieren zich bevinden. Op een oppervlakte van zo’n 100 m² zullen de Voederfirma Vanden Avenne, Slachthuis Swaegers en Best Star Meat het publiek te woord staan. De kippen zijn nog niet vertegenwoordigd door een bedrijf. “We hebben nog geen ondersteuningspartner in België zoals in Nederland”, klinkt het.
Opdracht van de minister
Hoe dierenzelwijn zichtbaar kan worden gemaakt op vlees
Succesvol Beter Leven
Dierenwelzijn voor elk dier, in elk bedrijf
De Nederlandse dierenbescherming riep samen met de sector het keurmerk in het leven om de vee-industrie diervriendelijker te maken. Bij dat keurmerk kan je 1, 2 of 3 sterren krijgen. Hoe meer sterren op het product, hoe beter werd gekeken naar dierenwelzijn (voorbeeld in kader). Om dat keurmerk te verdienen moet er met bedrijven afspraken gemaakt worden over leefruimte of over ingrepen die het welzijn aantasten. Welzijn is per diersoort anders, dus voor elke diersoort is het basispakket minimumnormen ook verschillend. Hierdoor zijn de grootste perikels in de veehouderij aangepakt en ervaren de dieren een ‘beter leven’. Het keurmerk vereist ook extra criteria waaraan de bedrijven moeten voldoen, maar ze krijgen wel een overgangstermijn om de nodige investeringen te doen om die doelstellingen te behalen.
Voorbeeld: Beter Leven bij varkens
Meer sterren betekent een beter dierenwelzijn. Voor varkens is één van die criteria een grotere ruimte voorzien, zodat het varken naar eigen behoefte gebieden indeelt om bijvoorbeeld te rusten of te wroeten. Gangbaar is dat 0,8 m² per vleesvarken, bij 1 ster is dat 1 m² en bij 3 sterren 1,3 m². Bij drie sterren is weidegang voor drachtige zeugen ook verplicht.
Afleidingsmateriaal zoals stro zijn bij 2 en 3 sterren verplicht, terwijl bij 1 ster ook andere middelen zijn toegestaan voor groepen met minder dan 40 varkens.
Verder wordt bij 1 ster de staart nog wel gecoupeerd, maar wel nog langer gelaten in vergelijking met gangbaar. Ook castreren is verboden. Bij 2 en 3 sterren wordt nog onderzocht hoe verantwoord om te gaan met castratie.
Ook op transport worden er beperkingen gesteld. Bij biggen mag het maximaal 6 uur, en voor varkens 8u.
Controles nodig