Voor we ingaan op de vooropkomststrategieën, blikken we even terug op het jaar 2019. Toen kenden de maanden januari en februari een bijna normale regenval, en tot 20 maart was de regenval ook goed te noemen. Erna zijn de omstandigheden droger geworden en werd de toegang tot de percelen mogelijk. De temperaturen bleven echter tot midden april zeer laag. De zaai startte rond 18 april en duurde tot 1 mei onder goede omstandigheden. Op deze datum was het grootste deel van de maïs voor korrel ingezaaid. De meeste voedermaïs werd gezaaid tussen 20 april en 5 mei, maar in bepaalde regio's of bepaalde situaties (bijvoorbeeld na een eerste snede raaigras) ging de zaai door tot 15 - 20 mei. De regelmatige regen in mei en de eerste helft van juni zorgden voor een regelmatige opkomst van onkruid, maar ook voor goede voorwaarden voor een goede werking van systemische producten met een complementaire wortelwerking. Zowel de vooropkomst- als de naopkomstbestrijding van onkruid was succesvol voor de normale stadia bij toepassing.
Succes bij vooropkomstbehandelingen
Wortelproducten werken vooral op ontkiemende zaden door absorptie door het coleoptiel (beschermend omhulsel van de cotyledonen) of de rudimentaire wortels. Ze moeten worden toegepast voordat onkruid opkomt en moeten goed verdeeld worden over een zonder grote kluiten en maïszaad aan de oppervlakte. De efficiëntie van een vooropkomstherbicide hangt af van drie parameters: de aanwezigheid van water in de bodem, het kleigehalte en het organisch stofgehalte.
Bodemvocht is de belangrijkste factor. In feite is enkel het product dat in de bodemoplossing is opgelost efficiënt tegen onkruid. Tussen de actieve stoffen zijn er echter verschillen in oplosbaarheid in water. Zo zal de werkzaamheid van dimethenamid P (1499 mg/l bij 20°C), dat zeer goed oplosbaar is in water, in drogere omstandigheden minder worden beïnvloed dan pendimethalin, dat veel minder goed oplosbaar is (0,33 mg/l bij 20°C). Het kleigehalte en het organisch stofgehalte beïnvloeden ook de onkruidbestrijding. Hoge gehaltes blokkeren actieve stoffen, waardoor die niet meer beschikbaar zijn voor onkruidbestrijding.
Het succes van een vooropkomstbehandeling is sterk afhankelijk van de kwaliteit van het zaaibed en de vochtcondities op het moment van toepassing. Na bijzonder droge lentes in 2017 en 2018, was het voorjaar van 2019 gunstiger voor de vooropkomstbehandelingen.
Met terbutylazine
Wanneer de omstandigheden goed zijn, is het met terbutylazine mogelijk om schema’s te maken die alle klassieke eenjarige onkruiden vernietigen. Vaste planten (zoals haagwinde, zuring, distels en kweek) daarentegen vereisen een naopkomstbehandeling.
Bepaalde actieve stoffen (flufenacet, isoxaflutool, pendimethalin) die in vooropkomst worden gebruikt, mogen niet in contact komen met ontkiemend maïszaad (een zaaidiepte van 3 tot 5 cm is vereist). Een toepassing op droge grond voordat zware regenval wordt verwacht, is dus niet z
Afhankelijk van de handelaar kan Aspect T worden verkregen onder de naam Promess of Andes. Deze producten zijn identiek (zelfde samenstelling, zelfde dosering) aan Aspect T, maar hebben een andere naam.
Zonder terbutylazine
Sinds de publicatie van het persbericht van de SPF van 30 oktober 2015 is elke landbouwer die een product op basis van terbutylazine wil toepassen op een perceel grond dat grenst aan oppervlaktewater, verplicht om een vegetatieve bufferzone van 20 m langs het perceel aan te leggen. In dit geval wordt al het stilstaande water en stromende water op een bodemoppervlak beschouwd als oppervlaktewater. Dit omvat zowel geclassificeerde als niet-geclassificeerde waterlopen (zoals rivieren, beken en kreken), meren, vijvers, plassen, maar ook ‘kunstmatige’ watermassa's zoals kanalen en collectoren (zoals riolen en afwateringsnetwerken). Waterleidingen, kunstmatige afwateringssloten en bermsloten die water bevatten, worden ook beschouwd als oppervlaktewater en daarom moet men zich ook hier houden aan een vegetatieve bufferzone. Het gaat om de volgende producten: Akris, Andes, Aspect T, Calaris, Callistar, Click Pro, Click Premium, Gardo Gold, Gardoprim, Primagram Gold en Promess.
Hoewel het alleen in combinatie wordt goedgekeurd, heeft terbutylazine enkele voordelen. Het versterkt immers de doeltreffendheid van de contactproducten en versnelt de werking van de partners. Het is efficiënt tegen onkruid dat over het algemeen minder gevoelig is voor de basisproducten van een maïsbehandeling (Callisto, Zeus, Laudis). Voorbeelden hiervan zijn beemdgras, kamille, reigersbek, bingelkruid, viooltje, gewoon varkensgras en zwalugtong. Hoewel het moeilijker is te bestrijden zonder terbutylazine, is het wel mogelijk met enkele aanpassingen. In deze context is het essentieel om onkruid zeer jong te behandelen en de combinaties en doseringen aan te passen aan de aanwezige flora. Sinds de invoering van deze maatregel, zijn er slechts weinig grasstroken ingezaaid. De meeste landbouwers die aan deze maatregel moeten voldoen, geven de voorkeur aan terbutylazine-vrije behandelingen. In 2019 werd volgens onze bronnen ongeveer 1/3 van het maïsareaal in Wallonië behandeld zonder terbutylazine.
Vanwege het probleem met de metaboliet S-metolachloor in het grondwater, raadt Syngenta het gebruik van Dual Gold, Camix en Gardo Gold af op percelen met meer dan 80% zand.