De landbouwsector zit met de handen in het haar omdat door de reisbeperkingen heel wat buitenlandse seizoenarbeiders dit jaar niet naar ons land afgereisd zijn. Op jaarbasis heeft de sector 60.000 seizoenarbeiders nodig. In de maand mei bijvoorbeeld gaat het om 20.000 tot 25.000 personen. "Afhankelijk van de periode blijven we tot in de herfst volk nodig hebben", aldus Saenen.
Er bestaan geen exacte cijfers over hoe groot het tekort aan arbeiders precies is op dit ogenblik. Dat verschilt van bedrijf tot bedrijf en van regio tot regio.
Om aan de nood tegemoet te komen nam de overheid reeds een aantal maatregelen. De periode van de plukkaart, waarmee buitenlandse seizoenarbeiders in ons land aan de slag kunnen, werd verdubbeld naar 130 dagen. En tijdelijk werklozen kunnen met behoud van 75% van hun uitkering aan de slag als seizoenarbeider. Sinds 1 mei kunnen ook bestaansminimumtrekkers met behoud van hun volledige uitkering in de landbouw aan het werk. Er werden ook afspraken gemaakt tussen landen zodat de seizoenarbeiders niet langer moeten vrezen aan de grens teruggestuurd te worden.
"Om seizoenarbeiders te overtuigen dat in het kader van de arbeidssituatie in de landbouw alles veilig verloopt, heeft Prevent Agri van de Boerenbond bovendien de overheidsgids 'veilig in het werk' vertaald naar de diverse deelsectoren in de landbouw met concrete tips over hoe bijvoorbeeld fruit veilig gesorteerd kan worden enzovoort", aldus nog Saenen.