Startpagina Melkvee

Op Hoeve ’t Alkeveld is het elke dag Wereldwaterdag

Hoeve ’t Alkeveld is in Zottegem en omstreken een bekend melkveebedrijf met 130 koeien met bijhorend jongvee en met een horecazaak. Wat veel mensen niet weten, is hoe duurzaam eigenaars Chris Steenhuyse en Leen Gielis omgaan met water. De volledige boerderij draait namelijk 100% op regenwater. Ook het bronwater van de verwerkingsruimte wordt hergebruikt.

Leestijd : 9 min

Toen Chris de boerderij overnam, wilde hij zo duurzaam mogelijk melk produceren. Zijn ouders vingen al lange tijd regenwater op voor spuitwerkzaamheden via een bovengrondse tank van 20.000 l. Chris doet nog beter en vangt nu ongeveer 1 miljoen l water op in betonnen kelders onder zijn stallen.

100% regenwater

Het boerderijgedeelte van Hoeve ’t Alkeveld draait nu al meer dan 10 jaar 100% op regenwater en sinds enkele jaren ook op gerecycleerd bronwater. Chris koos ervoor om helemaal over te schakelen op regenwater, toen zijn ouders merkten dat de koeien het liefst regenwater dronken.

Chris: “Toen de koeien vroeger op de wei gingen, konden zij kiezen tussen het drinken van putwater en regenwater. Ze kozen altijd eerst voor regenwater. Dat water is zachter van smaak, want het bevat geen ijzer. Die keuze leek bij hen snel gemaakt. Sindsdien drinken de koeien enkel nog regenwater, ook in de stal.

Het water zuiveren we aan de hand van elektrolyse. De installatie daarvan was zeer duur, en die vergt ook veel onderhoud en controle. Vandaag bestaan er al iets handigere systemen, maar ik ben nog steeds heel tevreden van de aankoop. We vangen het water op van alle daken op dit bedrijf. Dat water loopt dan naar de kelders onder de melkveestal, de machineloods en de nieuwe jongveestal.

Chris laat zijn elektrolysesysteem zien.
Chris laat zijn elektrolysesysteem zien. - Foto: SN

Ik heb heel veel moeten zoeken naar de meest efficiënte manier om het water te verplaatsen waarbij ik het niet te vaak moet verpompen. Dat is nu gelukt. Als ik bijvoorbeeld het water van de jongveestal verpomp naar de kelder onder de melkveestal, gaat dat eerst door de voorkoeler om de melk af te koelen. Zo is de verplaatsing van het water niet voor niets.

Tijdens een heel droge zomer zouden we eens water tekort kunnen komen. Dat vullen we nu dus ook aan met het bronwater, dat de machines in de verwerkingsruimte koelt. Vroeger loosden we dat water, maar dat vond ik verspilling. Nu gaat dat rechtstreeks in de kelder, waar het ook ontsmet wordt. Zo blijf ik dus altijd het watermanagement op dit bedrijf finetunen.”

Duurzame elektriciteit

Chris en Leen zetten ook in op duurzame elektriciteit, maar kunnen voorlopig nog maar 10% van de nodige energie zelf opwekken. Daarvoor gebruiken ze zonnepanelen en 2 zonneboilers, 1 voor de winkel en 1 voor de robots. Het koppel zou graag meer elektriciteit zelf opwekken, maar alles op zijn tijd. “We dachten er al eens over na om een windmolen te zetten’, vertelt Chris, maar dat bleek na wat onderzoek toch niet ideaal. Waarschijnlijk is de volgende stap dus om meer zonnepanelen te leggen, maar voorlopig zijn de investeringen in ons bedrijf al hoog genoeg.”

Horecazaak

Op het melkveebedrijf lopen niet enkel 130 koeien rond. Op woensdagen en in het weekend kunnen er ook heel veel mensen op het bedrijf rondlopen die komen genieten van een hapje of een drankje. De kinderen kunnen zich amuseren in de speeltuin. Klanten mogen op openingsdagen ook het volledige melkveebedrijf bezoeken, wat ervoor zorgt dat Chris op die dagen minder werk kan verzetten dan normaal, maar dan werkt hij wel wat harder voor en na de openingsuren.

De horecazaak valt volledig onder de hoede van Leen. Samen met 2 werknemers staat zij in voor de verwerking en de verkoop van alle zuivelproducten. Op drukke dagen kan ze rekenen op de hulp van jobstudenten. Die jobstudenten helpen ook bij het organiseren van verjaardagsfeestjes. Soms vinden er wel 3 per dag plaats. Met weinig mensen verzetten ze op Hoeve ’t Alkeveld dus veel werk.

Als alle stoelen, tafels en banken op hun plaats staan, kunnen er ongeveer 300 mensen zitten”, legt Chris uit. “Eerst werkten we met bediening aan tafel, maar corona deed ons daarvan af stappen. Bediening was ook best moeilijk als klanten tot 70 m van de winkel konden zitten. Nu werken we dus enkel nog met zelfbediening.”

Na het consumeren van een hapje of drankje kunnen klanten vrij de hele boerderij  bezoeken.
Na het consumeren van een hapje of drankje kunnen klanten vrij de hele boerderij bezoeken. - Foto: SN

Opstart hoeveverkoop

“Bij mijn overname van het ouderlijke bedrijf was het niet mijn bedoeling om het bedrijf te doen groeien. Ik wou vooral aan verbreding doen. In 2004 deed ik tijdens mijn laatste schooljaar stage bij een melkveehouder uit Geel die zijn eigen melk verwerkte. Daar heb ik belangrijke contacten kunnen leggen, en daar ben ik hen nog steeds dankbaar voor.

Tijdens mijn schooljaren waren we thuis al gestart met de opbouw van de winkel in een oude stal. Bijna alles daarbinnen heb ik zelf gemaakt. Toen mijn laatste schooljaar eindigde, was alles klaar. De eerste jaren verzette ik samen met mijn moeder en vader al het werk van de winkel én de boerderij. Mama helpt mij nog steeds elke dag. Voor mijn vader werd het boerderijwerk moeilijker na een ongeval, maar hij helpt waar hij kan.

Mijn vrouw was zelfstandig tuinarchitect, maar toen we in 2009 een nieuwe stal met 1 robot bouwden, stapte ook zij mee in het bedrijf. Zo konden we nog enkele koeien meer houden. In 2011 beslisten we de stal te verlengen en uit te breiden tot 2 robots. In 2018 konden we na het investeren eindelijk wat beginnen verdienen, maar toch maakten we de keuze om nog een investering te doen en om een nieuwe, grotere verwerkingsruimte te bouwen. We stripten daarvoor de oude jongveestal en bouwden een nieuwe jongveestal met extra mestopslag.

Net toen die ruimte af was, kwam corona. Door corona heeft onze winkel wel even op een laag pitje gedraaid. Dat was jammer, want net toen we gas konden geven, moesten we remmen. De pandemie betekende niet dat mensen niet meer naar ons bedrijf konden komen. Om hun toch die kans te geven, hebben we de boerderij wel 3x helemaal anders opgesteld met bijvoorbeeld eenrichtingsverkeer enzoverder. Zo konden klanten veilig het bedrijf bezoeken.”

Grote productie

Chris en Leen verwerken ieder jaar nu ongeveer 200.000 l melk. Ze verkopen hun zuivelproducten niet meer enkel in hun hoevewinkel, maar ze leveren ook aan huis, aan winkels en aan restaurants. Iedere dinsdag levert Chris zelfs in Charleroi.

“De nieuwe installatie om te pasteuriseren, afromen en homogeniseren, starten we niet op voor minder dan 1000 l, want dat is niet de moeite. We hebben dus een heel grote capaciteit”, vertelt Chris. “We hebben onze 2 werknemers Stef en Kristel zeker nodig. Verder werken Leen en ik 7 op 7, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in de avond. We eten vaak ook op andere momenten, waardoor we elkaar eigenlijk heel weinig zien.

Leen staat het liefst op om 4 uur, zo wordt ze enkele uren door niemand gestoord tijdens het werken. Ikzelf lig vaak pas om 12 uur in bed en kom er om half 7 uit. Als onze 2 kinderen thuis zijn, komen ze ons helpen op de boerderij of in de verwerking. Gelukkig doen ze dat heel graag. Ze moeten wat meedraaien in ons systeem, want anders zien we ze te weinig. Ze kunnen ook altijd bij mijn ouders terecht die hiernaast wonen.”

Vrije toegang tot boerderij

Tijdens de openingsuren is de boerderij vrij te bezoeken door iedereen. “Voor de prijs van een ijsje kunnen bezoekers hier, bij wijze van spreken, een hele namiddag vertoeven”, zegt Chris. “Op die manier geven we aan iedereen de kans om te zien hoe het er op een melkveebedrijf aan toe gaat, én om een heel leuke namiddag te hebben voor weinig geld.

Wij denken dat we goed werk leveren hier, en dat tonen we graag aan het brede publiek. Ik ben ook altijd beschikbaar voor een gesprek, want ik heb liever dat ze vragen stellen wanneer ze iets niet begrijpen. Zo stellen de meeste mensen zich vragen bij de huisvesting van de kleinste kalfjes. Na de geboorte zetten we de kalfjes in een individueel hok, en ik leg graag uit waarom we dat doen. Ik vertel dan dat ze daar niet zo lang in zitten en dat met pasgeboren baby’s hetzelfde gebeurt. Zij liggen ook apart in een couveuse of wieg, niet meteen bij 3 andere baby’s, en dat om dezelfde hygiënische redenen.

Een kalf moet idealiter ook 4 l melk drinken in de eerste 4 uren, en dat kan hij moeilijk zelf bij de moeder. Ik leg hun ook de voordelen voor de koe zelf uit. Wij volgen steeds veel studies op en passen die methodes dan indien mogelijk ook toe op ons bedrijf. Alles wat we hier doen, doen we met het doel om de koeien gezonder en gelukkiger te maken, want een blije koe is een blije boer. Enkel als de koeien zich goed voelen, zullen ze een topproductie leveren.”

Vochtdoorlatende matrassen

Bij het inrichten van de nieuwe melk veestal koos Chris ervoor om vochtdoorlatende matrassen in de ligboxen te leggen. De boxen worden iedere week ook aangevuld met gemalen stro.

“In mijn ogen leunt deze matras dicht aan bij een zandbox. De koeien liggen er heel comfortabel op en als er een vochtige plek is, halen we daar het stro weg, en leggen we er nieuw stro op. Ook op het vlak van hygiëne ben ik zeer tevreden. Het is belangrijk dat de box een beetje helt, zodat de vloeistoffen kunnen afvloeien.”, legt Chris uit. “We hebben deze matrassen eerst getest bij de droge koeien. Toen we enkele rubberen matrassen vervingen met deze vochtdoorlatende matras, gingen plots veel meer koeien liggen. De boxen met de nieuwe matten waren ook altijd eerst bezet. De anderen bleven vaak rechtstaan. Zeker in de zomer is een rubberen mat niet ideaal. Ik merkte dat de koeien niet graag gingen liggen, omdat dat rubber veel te warm was en omdat het totaal geen vocht doorliet. Stel je maar eens voor dat je op warme dagen op rubber of plastic moet zitten, iets dat geen vocht doorlaat. Dan lijkt het na een tijdje alsof je in een plas zit. Die koeien hadden hetzelfde gevoel met die matten. Nu liggen ze veel meer neer in de zomer.

Voor de opstartkoeien en de close up-groep bij de droge koeien beschikken we over ruime stroboxen. We hebben ook binnen en buiten een zandbox voor een probleemgeval. Een koe kan daar heel goed herstellen.”

Gestopt met weidegang

“Het jongvee ligt nog steeds op rubberen matten, maar zij gaan nog naar buiten in de zomer, net als de droge koeien. Met het melkvee zijn we daarmee gestopt. Toen er tijdens de verbouwingen geen kans was om de koeien buiten te laten, viel het ons op hoe rustig de koeien waren. Het viel ons ook op dat de melkproductie tijdens de zomer mooi op peil bleef. Met de 2 robots is weidegang ook niet gemakkelijk. Ik ben van mening dat weidegang een meerwaarde kan betekenen voor de koeien als het een droge zomer is, maar in nattere zomers winnen de nadelen van de voordelen, vooral op vlak van hygiëne. Nu zijn we er wel over aan het nadenken om de koeien in de zomer toch terug buiten te laten, maar vooral omdat we het gevoel hebben dat dat van ons verwacht wordt, niet omdat ik denk dat dat beter is voor de koeien. Nu er binnenkort 2 nieuwe robots geplaatst worden, kunnen we eventueel overschakelen naar gestuurd koeverkeer met een beweidingspoort en dan is weidegang ook weer gemakkelijker.”

Getwijfeld over bio

“Duurzaamheid is echt onze leuze”, z egt Chris overtuigend. “Zo hergebruiken we alles wat we kunnen hergebruiken op ons bedrijf. Ik koop ook niets aan als ik het evengoed zelf kan maken. Soms voel ik me daardoor meer klusjesman dan landbouwer. Elke dag ben ik iets nieuw aan het maken.

Met duurzaamheid in het achterhoofd hebben mijn vrouw en ik er toch voor gekozen om niet over te schakelen naar een biologisch melkveebedrijf maar we hebben het wel overwogen. Wij vinden het biologisch landgebruik niet voldoende duurzaam, als je maar een deel van de capaciteiten van dat land kan gebruiken. De landbouw-gronden en de voedergewassen zijn nu zo duur en schaars, dat we daar zoveel mogelijk opbrengsten uit moeten halen. Als dat dan echt eens bespoten moet worden, dan is dat zo, al proberen we dat wel zo weinig mogelijk te doen. We kunnen wel veel leren van de biolandbouw, nu en zeker ook in de toekomst. Daar zit een grotere portefeuille voor onderzoek en ontwikkeling.

We zetten graag in op het telen van onze eigen eiwitten. Dat doen we onder andere al door grasklaver te zaaien en door veldbonen te planten. De veldbonen waren wel eens verlieslatend, maar dat betekent niet dat we dat niet opnieuw zouden planten, zeker nu andere grondstoffen een pak duurder zijn en de teelttechnieken verbeterd zijn. Voederbieten komen dit jaar ook terug in het teeltplan. Zo willen we zeker meewerken aan een duurzame toekomst.”

Sanne Nuyts

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken