Startpagina Wetgeving

Biomassaketels: valorisatie van lokale houtstromen in het licht van de afvalstoffenwetgeving

Het duurder worden van fossiele brandstoffen leidt ertoe dat we steeds vaker richting alternatieve biomassa kijken. Energieproductie uit lokale houtstromen blijft nog een nichetoepassing, maar het is wel een valorisatiemethode voor houtsnippers waar de Provincie Oost-Vlaanderen sterk op inzet. Ook vanuit de landbouwsector komt de vraag wat er met houtig materiaal van snoeiafval kan en vooral mag gebeuren.

Leestijd : 6 min

Dat het niet toegestaan is om houtig materiaal zomaar op de akker te verbranden, staat als een paal boven water, maar kan het eventueel ingewerkt worden om de bodemkwaliteit te verbeteren? En wat zijn de voorwaarden hierbij? Wat is nu wel en niet toegestaan?

Basisregel rond houtig materiaal van snoeiafval

OVAM-specialist Katleen Van den Eynden legt uit dat alle houtig materiaal van snoeiafval in principe afgevoerd moet worden naar composteerinstallaties, waar het gebruikt wordt om samen met andere biologische afvalstoffen te verwerken tot compost. Ze voegt eraan toe dat er wel enkele uitzonderingen op deze regel bestaan, denk maar aan het houtig materiaal dat vrijkomt bij het hakhoutbeheer van houtkanten, waarvoor een goedgekeurd beheerplan bestaat. Dit zijn fracties die onder bepaalde omstandigheden ook verbrand mogen worden in biomassaketels, op voorwaarde dat er een afwijking op het verbrandingsverbod wordt verkregen.

Lokale houtresten uit landbouw toepassen

Landbouwers bezitten vaak een zekere hoeveelheid hout afkomstig van houtkanten of kleine landschapselementen. Van den Eynden licht de wetgeving toe: “Er zijn maar een beperkt aantal valorisatieopties voor houtig materiaal van snoeiafval. Het houtig materiaal kan afgevoerd worden naar composteerinstallaties, waar het gebruikt wordt bij het maken van compost. In mindere mate kunnen de resten ook gebruikt worden voor het maken van wilgenkanten of als mulchmateriaal. Tot slot mogen landbouwers hun houtige resten op het land onderwerken om de bodemkwaliteit van actieve landbouwgronden te verbeteren.” Opgelet, hiervoor is de aanvraag van een grondstoffenverklaring nog noodzakelijk. In de nieuwe wetgeving, die voorzien is tegen eind 2022, zal dit niet langer nodig zijn, maar worden er wel eisen opgelegd voor de herkomst van de houtige resten en voor hun kwaliteit.

Daarnaast werkt de Vlaamse overheid een kader uit voor boerderijcompostering. Houtige resten van landschapsbeheer zijn een waardevolle inputstroom in boerderijcompostering om zo voldoende ‘bruin materiaal’ te verzekeren. Dit wordt dan samen met andere inputstromen, zoals stalmest en natuurmaaisel, tot een hoogwaardige compost omgevormd.

Of het hout nu afkomstig is van eigen houtkanten, van een aangrenzend landbouwbedrijf of van gemeenschappelijke houtkanten, maakt geen verschil bij het onderwerken. Tuinaannemers of particulieren daarentegen mogen hun houtig materiaal niet bij landbouwers aanleveren, want vermenging met bladeren, kleine takjes en ander tuinmateriaal zorgt ervoor dat de kwaliteit van de biomassa sterk daalt. Het kan zelfs een negatieve invloed hebben op de bodemkwaliteit bij het onderwerken.

Cijfers over hoeveel landbouwers houtresten binnenbrengen zijn ook niet voorhanden. Er is (nog) geen verdienmodel gekoppeld aan het aanleveren van hout. Meer nog, vaak moet de landbouwer zelfs betalen om het houtig materiaal in een recyclagepark achter te laten. In bepaalde gemeentes of intercommunales is het wel zo dat de landbouwer nadien – gratis of tegen een kleine vergoeding – compost kan afhalen, maar dat is zeker niet overal het geval.

Biomassaketel onderzocht

Op vraag van lokale besturen introduceert de Provincie Oost-Vlaanderen projecten waarin biomassaketels gebruikt worden om grote gebouwen zoals zwembaden, polyvalente ruimtes, enzovoort te verwarmen. Dries Druyts (Provincie Oost-Vlaanderen) legt uit: “Zo’n biomassaketel is eigenlijk een volautomatische houtverbrandingsinstallatie, waarbij ingezet wordt op een zo compleet mogelijke verbranding van de biomassa” (tot 90% van de energiewaarde van de houtsnippers kan gevaloriseerd worden). Er wordt gemikt op lokale biomassa en bij het afbakenen van de aanvoerzone hanteert de Provincie Oost-Vlaanderen een diameter van 30 km rond de biomassaketel. Het gebruikte hout komt voornamelijk uit beheersovereenkomsten, waarbij ook een tiental landbouwers zich aansloten. Zowel in de regio Meetjesland ( Huysmanhoeve ) als in de Denderstreek (brandweerkazerne, Denderleeuw) werden met succes biomassaketels opgestart.

Biomassaketel: van hout naar een hernieuwbare energiebron.
Biomassaketel: van hout naar een hernieuwbare energiebron. - Bron: Provincie Oost-Vlaanderen

Over het nut van deze projecten is Druyts heel duidelijk: “De valorisatie van lokale houtsnippers kan een belangrijke stimulans zijn voor het beheer van houtige landschapselementen in de open ruimte”. Als we polsen naar het vrijkomen van fijn stof tijdens de verbranding, bevestigt Druyts dat er een minimale hoeveelheid vrijkomt, maar hij voegt hier meteen aan toe dat dat dankzij de moderne installaties niet te vergelijken valt met de hoeveelheid fijn stof die vrijkomt bij houtverbranding in (particuliere) kachels. Hij wijst erop dat de kwaliteit van het materiaal een grote invloed heeft op de uitstoot.

Op zich komt elke soort hout in aanmerking, maar hoe beter de kwaliteit van het materiaal – dus hoe minder gras, bladeren, schors en zand er tussen de snippers zit – hoe minder fijn stof er uitgestoten wordt tijdens de verbranding. Bij grotere installaties (>300kWh) kunnen er extra filtersystemen ingebouwd worden om de uitstoot tot een absoluut minimum te beperken.

Veroveren biomassaketels het Vlaamse platteland?

Druyts benadrukt dat het niet de ambitie is van de Provincie Oost-Vlaanderen om in elke gemeente een biomassaketel te gaan implementeren, maar mocht er in de toekomst in elke Oost-Vlaamse regio een biomassaketel zijn, zou dit zeker bijdragen aan een efficiënter landschapsonderhoud. Zeker vanuit de ‘groenere’ gemeentes komen veel vragen over het installeren van een biomassaketel. Naast een aanzienlijk prijskaartje voor het opstarten van een succesvol biomassaproject, zijn er echter heel wat wetgevende beperkingen en komt er ook op logistiek vlak veel bij kijken. Bepaalde sites bevinden zich bijvoorbeeld in dorpskernen en zijn niet vlot bereikbaar voor vrachtvervoer.

Daarnaast moet er voldoende opslagplaats zijn voor de snippers (silo), want snoeiwerken zijn tijdsgebonden (februari-maart) en het gewonnen hout dient daarna gedroogd en gestockeerd te worden (droogplaats).

Tot slot voegt Druyts eraan toe dat de Provincie Oost-Vlaanderen zich goed bewust is van de lage positie die verbranding inneemt in de valorisatiecascade van Lansink. Sterker nog, mochten er in de toekomst betere toepassingen komen voor de op vandaag gebruikte biomassa, dan zal de Provincie Oost-Vlaanderen die ook zeker stimuleren. Het inzamelen van het hout en het overwinnen van de logistieke uitdagingen hierbij is slechts de eerste stap in het valorisatieproces van de biomassa.

De Provincie Oost-Vlaanderen introduceert projecten waarin biomassaketels gebruikt worden om grote gebouwen zoals zwembaden, polyvalente ruimtes, enzovoort te verwarmen.
De Provincie Oost-Vlaanderen introduceert projecten waarin biomassaketels gebruikt worden om grote gebouwen zoals zwembaden, polyvalente ruimtes, enzovoort te verwarmen. - Bron: Provincie Oost-Vlaanderen

Afwijkende stromen

Of een biomassaketel volgens de huidige wetgeving in orde is, hangt sterk af van het materiaal dat erin verbrand wordt. In geval van snoeihout dat als afvalstof wordt beschouwd, moet bij OVAM een afwijking op het verbrandingsverbod aangevraagd worden. Een voorbeeld is snoeihout van onderhoud van tuinen, parken en plantsoenen, met een diameter < 10 cm, of de houtige fractie van groenafval die composteerders niet nodig hebben voor hun composteerproces.

Van den Eynden voegt er wel aan toe dat er enkele stromen zijn die niet onder de afvalstoffenwetgeving vallen en waarvoor dus ook geen afwijking moet aangevraagd worden. Het gaat hierbij om houtige stromen uit bosexploitatie en -onderhoud, houtige stromen die vrijkomen bij het vellen van hoogstammige bomen, korteomloophout en om hout afkomstig van ecologisch hakhoutbeheer met een goedgekeurd beheerplan. Bij onduidelijkheden over de status van de houtstroom kan OVAM steeds geconsulteerd worden.

Tussen wetgeving en nieuwe valorisatiemogelijkheden

Uit de gesprekken met OVAM en de Provincie Oost-Vlaanderen blijkt duidelijk dat we met zijn allen op zoek zijn naar duurzame alternatieven om energie te produceren en naar nieuwe valorisatiemethoden voor nog onbenutte biomassa.

In de eerste plaats zijn OVAM, maar ook de Provincie Oost-Vlaanderen zich ervan bewust dat de wetgeving niet uit het oog verloren mag worden. Bij het uitschrijven van subsidies moet rekening gehouden worden met de afvalstoffenwetgeving en moet erover gewaakt worden dat de verbranding van houtige resten niet leidt tot het verlies van kostbare nutriënten en tot het verbruik van méér energie. Hout afkomstig van snoeihout moet in de eerste plaats gebruikt worden om samen met andere organisch biologische afvalstoffen door compostering om te vormen tot bodemverbeteraar. De B2BE Facilitator stimuleert de zoektocht naar valorisatiemogelijkheden van lokale biomassastromen, maar vindt het daarnaast even belangrijk om daarbij de wetgeving niet uit het oog te verliezen.

Hanna Van Renterghem

(B2BE-Facilitator)

Lees ook in Wetgeving

Pelt-arrest verontrust landbouwbedrijven

Wetgeving De Vlaamse overheid bekijkt of er nood is aan verduidelijking over de milieutechnische eenheid in het kader van de vergunningsverlening van waterwinningen. Het Pelt-arrest over grondwaterwinningen verontrust landbouwbedrijven met meerdere grondwaterwinningen.
Meer artikelen bekijken