Startpagina Varkens

Slachthuis Tielt kiest voor openheid

Wat te doen na de val? Exportslachthuis Tielt kreeg het in maart hard te verduren nadat een filmpje verscheen met een aantal dieronwaardige toestanden. Vandaag wil het bedrijf tonen dat het de zaakjes op orde heeft. En meer zelfs. “We willen het modelslachthuis inzake dierenwelzijn onder de slachthuizen zijn”, klinkt het ambitieus. Wie wil mag komen kijken.

Leestijd : 6 min

Het is niet dat het slachthuis in de periode voor het schandaal alles in het verborgene deed. “We stonden altijd al open voor groepsbezoeken; we ontvangen al heel lang allerhande verenigingen. Deze maand willen we dat echter extra doen”, aldus CEO Thomas De Roover-De Brauwer. Er worden meerdere rondleidingen per dag georganiseerd (zie kader).

Streng, strenger

Debra-Group beschikt over een slachthuis met een capaciteit van ruim 2 miljoen varkens per jaar. Het telt 300 werknemers en draait een omzet van om en bij de 250 miljoen euro. Dat omzetcijfer kreeg wel een knauw toen binnenlandse afnemers na het schandaal prompt de contracten met het slachtuis opzegden. CEO De Brauwer kan begrip opbrengen voor de hevige emoties die het debacle opriep. “Consumenten en sectorgenoten waren uiterst gechoqueerd en vonden terecht wat er gebeurd was onaanvaardbaar. We beseffen dat de naam van het bedrijf volledig verbrand is en nog weinig krediet heeft. Vandaar ons initiatief om alle deuren op te gooeien zodat iedereen een kijkje kan komen nemen. We willen af van de stempel van horrorslachthuis. Daarom dat we ook een actieplan uitschreven dat nog strenger was dan het sectorconvenant”, zo legde hij uit.

Dat sectorconvenant werkte sectorfederatie FEBEV samen met Vlaams minister voor Dierenwelzijn Ben Weyts uit. Daarin wordt de positie van de animal welfare officer, die in het slachthuis moet toezien op het dierenwelzijn van de varkens gevoelig versterkt in de hiërarchie van het slachthuis. Ook nam de sector daarin het iniatiatief voor meer camera’s en bijkomende opleidingen voor het personeel.

De maatregelen

In Tielt ziet men die extra camera’s als een middel om de sociale controle op te voeren. De beelden zijn zichtbaar voor de CEO, de aanwezige dierenartsen en iedereen in de refter. Er is nultolerantie voor het personeel dat zware fouten maakt tegen het dierenwelzijn. Exportslachthuis Tielt kiest er ook voor om drie erkende Animal Welfare Officers aan te nemen in plaats van één.

Om er zeker van te zijn dat de dieren correct verdoofd zijn zal het bij 12 % van de varkens via een oogreflextest nagaan of de dieren correct verdoofd zijn. De wetgever vraagt dat dit op 1 % gebeurt. Mocht bijkomende verdoving nodig zijn, gebeurt dit met elektronarcose-toestellen in plaats van met het eveneens toegelaten penschiettoestel.

Een laatste opvallende maatregel van het bedrijf is om sneller en kordater naar varkenskwekers en vervoerders te communiceren wanneer er onaanvaardbare of twijfelachtige voorvallen worden opgemerkt.

Bijkomende maatregelen, extra technologie... het zijn (bepaalde) mensen van het bedrijf en hun praktijken die ervoor gezorgd hebben dat een dierenrechtenactivist-infiltrant vrij makkelijk comprommiterende beelden kon vastlegen. “Wij dachten een schoolvoorbeeld te zijn op het vlak van dierenwelzijn, maar desondanks de vele opleidingen was dit blijkbaar nog niet doorgedrongen in onze organisatie”, moest de bedrijfsleider vaststellen. “Er zijn wantoestanden kunnen ontstaan, wat ons er van overtuigd heeft dat het de mensen zijn die het verschil maken.” Uitgebreidere en extra opleidingen moeten het besef vergroten.

Thomas De Roover De Brauwer beklemtoonde dat het slachthuis er zelf alle baat bij heeft om dierenwelzijn zo goed mogelijk te verzorgen in het slachthuis. “ Stress in het bloed en vlees bij de dieren lijdt tot afwijkende kleur, smaak en houdbaarheid.”

Uit de dorpskern

Nodeloos om te zeggen dat ook Febev, de nationale sectorfederatie voor slachthuizen en uitsnijderijen, allesbehalve tevreden was met de smet die de gefilmde wantoestanten op de sector wierpen. Gedelegeerd bestuurder Michael Gore keek echter verder dan dit ene geval en ziet een onderliggende trend aan de basis liggen van het wantrouwen ten opzichte van slachthuizen. “Slachthuizen lagen van oorsprong altijd binnen de dorpskernen, maar de sector is uit het straatbeeld verdwenen. Dat zorgt er voor dat de consument altijd verder van het slachtproces is weg gegleden. De consument weet wel dat een dier het leven geeft voor zijn stukje vlees, maar hij heeft dat ideeëngoed naar het onderbewuste verdreven, waardoor er makkelijker aversie ontstaat ten opzichte van het slachtproces.”

De gedelegeerd bestuurder wil dit echter niet als excuus inroepen om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. “Het staat buiten discussie dat het respecteren van dierenwelzijn een basisvoorwaarde is.”

De vrees leeft dat iemand met slechte bedoelingen altijd wel fouten kan vinden, gegeven dat hij of zij lang genoeg zoekt. “We leven in een onvolmaakte wereld. Maar we moeten met oplossingen komen om de foutenmarge zo klein mogelijk te houden. Denken we hierbij aan het belonen van personen die ongevallen melden zoals in veel bedrijven het beleid is.”

Tot slot wees de heer Gore nog op de verantwoordelijkheid van andere schakels in de keten. “Ik wil echt een pleidooi voeren dat andere schakels in de keten zoals de veehouders en de transporteurs ervoor zorgen dat de dieren in de beste omstandigheden toekomen.”

Signalen lezen

Om de mensen van het bedrijf op te leiden koos Exportslachthuis Tielt voor een samenwerking met de onderzoeksgroep Dier & Welzijn van de KU Leuven. Volgens Jos Van Thielen van de onderzoeksgroep is de ontwikkeling van het begrip dierenwelzijn een proces in evolutie. Pas sinds 2009 staat er een wetenschappelijk protocol op punt dat het toelaat om dierenwelzijn in de praktijk wetenschappelijk te analyseren.

Slachthuizen doden dieren, maar hebben ook erg goede redenen om het dierenwelzijn te garanderen. “Er wordt vaak geargumenteerd dat dierenwelzijn veel kost, maar weinig opbrengt. In de primaire sector is het inderdaad vaak een kostenpost. Maar het slachthuis is de plek bij uitstek waar extra aandacht voor het thema meetbaar leidt tot een positieve return met minder afwijkende vleeskwaliteit. Zeker het Piétrainras moet toch eerder met een fluwelen handschoen benaderd worden”, legde prof. Jos Van Thielen uit.

Dat het dierenwelzijn van varkens in gedrang kan komen tijdens de periode van opdrijven, transport en lossen is vrij logisch. Het dier krijgt immers prikkels die het in heel het leven nog niet gehad heeft. Mensen hebben ook soms het idee dat het wat ruwer omgaan met dieren beter werkt. “Tijdens opleidingen krijgen we vaak te horen ‘we wisten niet dat het zo vlot kon gaan door op een rustige manier om te gaan met de dieren.’ Varkens zijn echter geen ezels die tegenwerken”, wist de heer Van Thielen.

Wat varkens evenmin zijn, zijn mensen. “Door een menselijke bril naar het dier kijken is de grootste fout die gemaakt wordt. Denken we daarbij bijvoorbeeld aan het schoothondje met een jasje aan dat in een buggy zit met een parasol erover. Wat we moeten doen is de taal van het dier leren begrijpen en daar naar handelen.”

Het komt er dus op aan de signalen va het dier te begrijpen en te weten hoe je met een dier moet omgaan. De taak van het management van een slachthuis is om er voor te zorgen dat de aandacht niet verslapt. In de literatuur wordt er gesteld dat de aandacht voor dierenwelzijn zonder opfrissing verslapt na drie maanden. Een voortdurende bijscholing is dus nodig. “Het beleid moet er in de eerste plaats in geloven”, hamerde de heer Van Thielen erop. “Het exportslachthuis Tielt heeft mij laten weten dat de opleiding voor het personeel de maatregel is geweest met de meeste impact. Ze hebben van de calamiteit een opportuniteit gemaakt. Ik wens hen proficiat met de nieuwe weg die ze hebben ingeslagen en ik wens dat ze hier succesvol in mogen zijn.”

Bezoek Slachthuis: Praktisch

Om het bezoek van geïnteresseerden aan het slachthuis vlot en veilig te laten verlopen zonder de werking van het slachthuis in het gedrang te brengen, wordt aangeraden vooraf te registreren op www.debra-group.com. In samenspraak met het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en de Vlaamse Dienst Dierenwelzijn verloopt het bezoek in groepen van maximum 10 mensen per sessie.

De online registratie is niet verplicht, maar kan voorkomen dat geïnteresseerden pas bij een volgende sessie kunnen aansluiten, of een volgende gelegenheid. De sessies in september vinden plaats van maandag tot vrijdag. Op maandag en vrijdag kunnen bezoekers zich registreren voor drie sessies: om 8u30, 10u30 en 12u30. Van dinsdag tot donderdag vinden er twee sessies per dag plaats: om 8u30 en 10u30.

IDC

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken