Startpagina Melkvee

Digitale hulpmiddelen bieden kansen voor melkveehouders

Digitalisatie kan melkveehouders helpen in hun bedrijfsvoering door verliezen te voorkomen of te beperken. In het vooruitzicht om met minder dieren te blijven voldoen aan de vraag van de consument, zijn digitale efficiëntiewinsten welkom. ILVO organiseerde in Melle een demomoment over digitalisatie in de melkveehouderij.

Leestijd : 4 min

In het Veerkracht-project worden technologieën onderzocht voor het monitoren van de (nutritionele en metabole veerkracht in de) transitieperiode van hoogproductief melkvee. Bij één daarvan krijgt de koe een halster met een herkauwsensor (drukleiding met vloeistof) dicht bij de muil. Die registreert alle bewegingen van de muil en de algemene activiteit. Zo wordt geregistreerd wanneer en hoelang de koe eet, drinkt en herkauwt.

Uit die gegevens kan allerlei informatie gehaald worden. Het doel is om tijdens de transitieperiode via afwijkende sensordata in een vroeg stadium koeien te identificeren die een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van een ziekte en om preventieve maatregelen te nemen. Hierdoor kan het gebruik van antibiotica afnemen.

Klauwverzorging

In het project ClawCare wordt ingezet op het opnemen en verwerken van beelden van een warmtecamera om mortellaro (een infectie van de huid op de overgang huid-hoorn) bij koeien op te sporen. Niet elke veehouder zal de eerste symptomen van klauwontstekingen herkennen. Nochtans heeft kreupelheid een grote impact op het rendement. Een kreupele koe levert minder melk, heeft problemen met de voortplanting en moet soms vervroegd afgevoerd worden.

Behalve de warmtecamera bestaan er nog digitale technieken om klauwproblemen op te sporen, zoals de pedometer of een drukmat. Dat is een mat die zo geplaatst wordt dat de koeien er elke dag minstens een paar keer over moeten lopen. Een koe met beginnende klauwproblemen zal een afwijkend patroon hebben inzake druk en krachtverdeling. Klauwproblemen kunnen efficiënt digitaal opgespoord worden, maar de kostprijs ervan en de praktische toepassing (plaats en tijd) zorgen ervoor dat niet iedereen meegaat in dit verhaal.

Ammoniak

Ammonia Emission Monitoring Network (AEMON) is een sensorsysteem dat geïntegreerd is in het klimaatregelingssysteem van varkens- en melkveestallen voor een meer nauwkeurige regeling van het stalklimaat en voor monitoring van de ammoniakconcentraties. In plaats van een algemeen emissiegetal wil men zo komen tot meer verfijnde gegevens per stal of per koe.

MILKey

Het MILKey-project is gericht op de verduurzaming van de melkveehouderij. Melkveehouderijsystemen in heel Europa worden geëvalueerd met het doel om een platform te creëren met hulpmiddelen voor het verbeteren van de economische, ecologische en sociale duurzaamheid. Het via AEMON ontwikkelde monitoringnetwerk wordt gebruikt om het stalklimaat en de ammoniak- en broeikasgasconcentraties op stalniveau te monitoren.

Een nieuw project evalueert de haalbaarheid om ammoniakemissies continu te monitoren op veehouderijbedrijven in Vlaanderen. Het project exploreert de mogelijkheden voor emissiemonitoring zowel via literatuurstudie als via een marktonderzoek naar sensoren die continue ammoniakconcentraties registreren. Deze sensoren worden in de praktijk getest. Mogelijk zal het niet haalbaar zijn om elke veestal in Vlaanderen te volgen met ammoniaksensoren, maar de gegevens van de sensoren in dit project kunnen van belang zijn in de stikstofdiscussie, omdat dan niet langer gewerkt wordt met aannames en modellen, maar met meetresultaten.

Grastech

Het Grastech-project bekijkt in welke mate men met de hulp van sensoren en precisielandbouwtechnieken de methaanemissie van grazende koeien in kaart kan brengen (met de GreenFeed) en hoe men deze vervolgens kan verminderen door ingrepen in het management. De eerste gegevens zijn hoopgevend, maar voor wetenschappelijke resultaten is het nog te vroeg.

Voeding

Het project Happy CliMi of Happy Climate Milk zoekt naar voederstrategieën om de methaanuitstoot van melkvee te verminderen. Op korte termijn gebeurt dit via praktijktesten met bierdraf en koolzaadschroot in het rantsoen om zo het reële reductiepercentage inzake methaanemissies bij melkveebedrijven te bepalen. Ook wordt er in-vitro-onderzoek gedaan naar het methaanreducerende potentieel van 60 andere voedercomponenten, die op middellange termijn voor extra voederstrategieën in de praktijk kunnen zorgen.

Bierdraf en koolzaadschroot leveren goede resultaten inzake methaanreductie, maar waarschijnlijk is er niet genoeg bierdraf om aan elke melkveehouder in Vlaanderen te kunnen leveren. Bij de andere reststromen kijkt men onder meer naar algen, zeewier, de larven van de zwarte soldatenvlieg en zelfs naar koffiegruis. Behalve naar de voedingswaarde en emissiereductie moet daarbij ook gekeken worden naar de logistieke haalbaarheid en de impact op de smaak en geur van de melk.

Gras

Iets minder digitaal, maar wel aansluitend op de duurzaamheidsaspecten van de andere digitale initiatieven, is het Klimgras-project. Het doel hier is het verduurzamen van het graslandgebruik voor de melkveehouder door gebruik te maken van meer droogtetolerante grassoorten en door deze, al dan niet in combinatie met klaver, in te passen in melkveerantsoenen.

Mogelijk zit er een comeback in voor rietzwenkgras als alternatief voor Engels raaigras. Rietzwenkgras had veelal afgedaan omdat koeien het minder lekker vonden, omdat het moeilijk verteerbaar is en omdat het een lage voedingswaarde heeft. Het is wel goed bestand tegen natte winters en droge zomers en nu bestaan er veredelde soorten waarbij de nadelen minder zwaar doorwegen. Voor definitieve besluiten is het nog te vroeg, maar de eerste gegevens lijken positief inzake groei en emissies.

Filip Van der Linden

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken