Startpagina Mechanisatie

Overleeft de landbouwer de vierde industriële revolutie?

Om een onderwerp als gegevensverwerking deftig aan de man te brengen heb je een dramatische titel nodig, moet de vakgroep Landbouweconomie van de Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen aan de Universiteit Gent (UGent) hebben gedacht. Het onderwerp bleek eerder deze maand, op de jaarlijkse landbouwstudiedag zelf, nochtans boeiend genoeg, en bood veel stof tot discussie.

Leestijd : 5 min

Nieuwe technologie en voortschrijdende automatisatie zorgen ervoor dat landbouwers steeds meer gegevens opstapelen. Nu al overspoelen melkmachines en pootbanden de computers van melkveehouders met enorme hoeveelheden data. Nu gewasscanners, bodemscanners en GPS-toepassingen steeds couranter worden krijgen landbouwers meer en meer data over zich heen. In élke sector staan onnoemelijk veel toepassingen klaar om massa’s informatie te oogsten. Maar wat is de landbouwer met al die data?

Kunstmatig boerenverstand

De consensus is dat slimme analysetechnieken en modellen uit deze overvloed aan data nuttige conclusies zullen trekken. Software beslist aan welke koe de automaat extra krachtvoer geeft, op welke vierkante decimeters van je perceel de zelfrijdende mestkar bemest of wanneer de autonome sproei-installatie in actie schiet. Uiteraard zullen sensoren, computer en automatische machines met elkaar in verbinding staan via het Internet of Things. Gezien de huidige stand van zaken is het niet moeilijk dit scenario voor je te zien.

Volgens de vakgroep zou dit de efficiëntie in de landbouw nog kunnen verhogen en de variabele kosten doen dalen. Zo’n toekomstbeeld laat echter weinig operationele beslissingen over aan de landbouwer, met zijn gezond boerenverstand. Die kan zich dan meer bezighouden met de bedrijfsstrategie: de landbouwer als manager en ondernemer. De landbouwer overleeft dus volgens deze visie, maar zal op een heel andere manier moeten gaan werken.

Patric Buggenhout zat de organiserende werkgroep voor.
Patric Buggenhout zat de organiserende werkgroep voor.

Meerwaarde in advies

Of je dit nu toejuicht of verafschuwt, we zijn nog lang zo ver niet. Net het vertalen van die massa data in apps of software met adviezen en beslissingen verloopt erg stroef, al zijn er veel bedrijven en kennisinstellingen apart mee bezig. Zij beseffen maar al te goed dat dáár de meerwaarde en dus het marktpotentieel schuilt, en niet in de informatie op zich.

Miel Hostens, onderzoeker aan de UGent gespecialiseerd in data-analyse in de veehouderij, vermeldt dat om die reden veel platformen niet compatibel zullen zijn met elkaar. Bovendien zijn ontwikkelaars bang om informatie met elkaar te delen, wat de ontwikkeling van zulke beslissingsondersteunende systemen verder afremt. Zijn presentatie kan je hier bekijken.

Juridische aspecten

De grote massa ruwe data die de landbouwers kunnen aanleveren is dus weinig waard, terwijl het afgewerkte product - de adviezen en beslissingshulp in softwarevorm - veel waarde bevat. Toch ben je best waakzaam over je eigen gegevens, want er zijn weinig mogelijkheden om ze te beschermen. Pieter Callens, advocaat bij Eubelius en expert op het gebied van intellectuele eigendom en informaticarecht, legt uit welke.

“Losse data kan je alleen beschermen door ze geheim te houden. Pas wanneer je er een structuur in aanbrengt, en een dataset maakt door middel van een substantiële investering, kan je ze 15 jaar lang beschermen onder het sui generis databankrecht. In dat geval kan je licenties of vertrouwelijkheidsovereenkomsten afdwingen voor gebruik.” Ook gegevens die kunnen worden teruggebracht naar een persoon zijn beschermd, maar de heer Callens noemt de privacywetgeving vooralsnog een papieren tijger, die vaak niet wordt gerespecteerd op het terrein.

Economische kansen

Als inleiding op het debat maakt professor Jeroen Buysse een aantal kanttekeningen bij de nieuwe technologieën. Hij stelt zich bijvoorbeeld de vraag wanneer kleine besparingen tot voldoende winst leiden om een bepaalde technologie in te voeren. “Een gps-sturing op je tractor is pas voordelig als je een grote oppervlakte te bewerken hebt. Maar de sancties voor stikstofverlies kunnen ook een motivatie vormen: met gps loop je daar minder kans op.” Professor Buysse ziet heil in samenwerking tussen landbouwbedrijven om de nieuwe technologieën in te zetten.

Een andere vraag die hij zich stelt betreft de gewenste adviezen. “Willen we een economisch advies, of een technisch? En hoe precies moet dat advies zijn? Digital farming brengt heel precieze algoritmen voort.” Verder wijst hij ook op de voordelen voor het milieu. Moet de overheid daar niet in tussen komen? Maar de belangrijkste kwestie blijft die van de landbouwer. “Zal die eerder strategische keuzes maken en het operationele aan de technologie overlaten? Zal die nog stielkennis nodig hebben?”, vraagt professor Buysse zich af.

Financiering

Tijdens de discussie tussen experts die volgde borrelen hoge verwachtingen over de nieuwe technologieën op. “Wij kunnen veel doen om op allerlei invloeden te anticiperen, maar ons product staat nog altijd buiten”, poogt groenteteler Kris Van Steenkiste een beetje te temperen.

Professor Buysse wil weten of de banken aanvragen krijgen voor dit soort digitale toepassingen, en of ze daar ook op ingaan. Stefaan Lemiegre van BNP Paribas Fortis antwoordt met: “Ja, we hebben dat al gefinancierd, maar het blijft een randverschijnsel. Jonge mensen die boeren hebben daar geen tijd voor. Ze spenderen gemakkelijk vijftien uur per dag aan operationele bezigheden.”

“Ik zie melkveebedrijven waar de vruchtbaarheidsgegevens niet gekoppeld worden aan die van de melk. Die maken slechte beslissingen”, vond Stefaan Lemiegre (BNP Paribas Fortis).
“Ik zie melkveebedrijven waar de vruchtbaarheidsgegevens niet gekoppeld worden aan die van de melk. Die maken slechte beslissingen”, vond Stefaan Lemiegre (BNP Paribas Fortis).

Stef Mertens van Crelan merkt op zijn beurt op dat het altijd moeilijk is om de impact van een innovatieve investering te meten. “Het komt erop aan eerst optimaal te boeren op het huidige bedrijf, mét cijfers, voor je gaat investeren in nieuwigheden. Meten is weten. Wie daar al geen werk van maakt, zal sowieso de vierde revolutie missen.” Ook de heer Lemiegre wil eerst technische resultaten zien: “Ik zie melkveebedrijven waar de vruchtbaarheidsgegevens niet gekoppeld worden aan de melkgegevens. Die maken slechte beslissingen.”

Digitale loonwerker?

Moeten die investeringen wel van de boer zelf komen? Zijn daar geen alternatieven? Professor Buysse kaartte in zijn presentatie al de mogelijkheid tot samenwerking tussen individuele bedrijven aan. “Een coöperatie als CRV kan makkelijker investeren in die technologie. De winst stroomt dan ook door naar de landbouwer. Dat mag gerust grootschaliger. Samenwerking met machinebedrijven is ook een optie”, voegt hij daar nu aan toe.

De heer Van Steenkiste heeft daar één bemerking bij: “Ik heb zelf een gps-systeem aangekocht, omdat wij allemaal tegelijk bloemkool willen planten wanneer het weer goed zit.” Voor hem is een digitale machinering of aankoop via coöperatie geen optie.

Jürgen Vangeyte, precisielandbouwspecialist bij het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) ziet mogelijkheden in het leveren van diensten op afzonderlijke varkensbedrijven met hun lameness detection system. “Ik zou het als weekendboer best zien zitten om een soort digitale loonwerker in dienst te nemen”, verklaart Patric Buggenhout, voorzitter van de organiserende werkgroep nog.

Besluit: Ja!

Het is Marc Sneyders van Bayer die de discussie eerder al mooi samenvatte: “Ja, de landbouwer overleeft de vierde industriële revolutie omdat er heel veel voordelen aan verbonden zijn voor alle partijen. We moeten wel de juiste balans vinden, zodat de voordelen niet alleen bij één partij terechtkomen. Daarbij zijn het delen van kennis, het voorzien van opleidingen en het stimuleren van een gunstig investeringsklimaat belangrijk.”

Ook het financiële luik haalde hij eerder aan: “Het zijn de landbouwers die het moeten toepassen. Als zij geen geld hebben, dan gaat de vierde industriële revolutie gewoon niet door in de landbouw. Als we dat willen, moeten we er iets voor op tafel leggen.”

D.C.

Lees ook in Mechanisatie

Meer artikelen bekijken