Startpagina Aardappelen

Biologische landbouw kan de gangbare helpen

Het Proefcentrum voor de Aardappelteelt (PCA) achtte de tijd rijp om na te gaan of en welke werkwijzen uit de biologische landbouw gangbare akkerbouwers nu of in de toekomst kunnen helpen in hun bedrijfsvoering.

Leestijd : 4 min

D e druk op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de gangbare landbouw wordt steeds groter. Het wordt moeilijker om met een beperkt pakket aan synthetische gewasbeschermingsmiddelen de huidige opbrengsten en rendementen te blijven evenaren.

Met de financiële steun van Leader+ Meetjesland en de bereidwillige medewerking van ’t Livinushof, het biologisch akkerbedrijf van de familie Noë te Sint-Margriete, werd daarom door het PCA in kaart gebracht welke biologische werkwijzen, gangbare akkerbouwers kunnen helpen in hun huidige en toekomstige bedrijfsvoering. Via een waaier van veld- en bedrijfsbezoeken werd de informatie gedeeld met geïnteresseerde gangbare akkerbouwers.

Belang van bodem

De familie Noë verbouwt op 55 hectare aardappelen, wortelen, cichorei, uien, pompoenen, kolen en gras/klaver. Door een ruime rotatie worden problemen met bodemgebonden ziekten en plagen vermeden. De rotatie is ook zo opgebouwd dat de beschikbaarheid van nutriënten optimaal kan benut worden.

Binnen de biologische teeltwijze is de bodem de belangrijkste productiefactor en kunstmest biedt er geen mogelijkheid om gebreken in bodemstructuur te maskeren. Om een optimale bodemstructuur te behouden kiest de familie Noë overwegend voor vroege rassen. Een kortere groeiduur gaat ten koste van productie maar het verzekert de mogelijkheid om te oogsten onder goede omstandigheden zodat de bodemstructuur optimaal blijft.

Om dezelfde reden wordt er bewust gekozen voor lichte tractoren. Twee jaar gras/klaver zorgt voor rust in de rotatie, beperkt de onkruiddruk en is de stikstof-motor voor de volgteelten. De gras/klaver wordt gemaaid en geruild voor stalmest van een biologische geitenhouder uit de streek.

Voorkomen beter dan genezen

Veel mogelijkheden om gewasbeschermingsmiddelen in te zetten zijn er niet. Koper kan ingezet worden als middel tegen aardappelziekte, maar op ‘ Livinushof worden slechts uitzonderlijk kleine dosissen ingezet. Robuuste rassen, die ook lekker zijn, moeten de ziektedruk in de mate van het mogelijke beperken. Bovendien wordt er voorgekiemd in joppe-zakken om de teelt te vervroegen en zoveel mogelijk groeidagen voor de meest intense druk van de aardappelziekte te realiseren.

Tegen insecten en rupsen kunnen natuurlijke middelen als viruspreparaten of Tracer ingezet worden. Door een passende zaaidatum voor de wortelen wordt getracht om problemen met wortelvlieg te vermijden. Teelten als pompoen en cichorei hebben geen last van noemenswaardige ziekten en plagen.

Arsenaal machines tegen onkruid

Voor veel gangbare telers is onkruidbeheersing de grootste belemmering om de omschakeling naar de biologische teelt te overwegen. Ongetwijfeld is het beheersen van onkruiden elk jaar opnieuw een grote uitdaging. Gelukkig beschikt ’t Livinushof over de toegang tot schoffels, vingerwieders en aanaarders. Toch is het onvermijdelijk dat er ook met de hand gewied wordt. Een wiedbed biedt hiervoor een passende oplossing. Om het tempo voldoende hoog te houden, loopt er achter het wiedbed iemand om onaangeroerde onkruiden aan te pakken.

Het brede arsenaal aan mechanisatie, onder andere in het kader van de onkruidbeheersing, zou een flinke investering betekenen. Door machinedelen wordt de investering beperkt gehouden. De familie Noë deelt flink wat machines met Nederlandse biologische collega’s uit de buurt. Machineringen bestaan ook onder gangbare telers, maar onder biologische telers is dit veel meer ingeburgerd.

Andere bedrijfsvoering

De gemiddelde biologische teler is ook meer bezig met de afzet van zijn verkoop, vaak via korte keten. Bij ’t Livinushof is dat niet anders. Twee maal per week staan ze met een kraam op de markt in Knokke, waar ze niet alleen eigen producten, maar ook producten van biologische collega’s aan de man brengen.Feedback van de klanten betekent een grote steun en houdt hen tegelijkertijd scherp. Uiteraard vindt het merendeel van de productie zijn weg naar retail en verwerking. De wortelen en de rode kool worden industrieel verwerkt en de aardappelen, uien en pompoenen vinden hun weg naar de supermarkt. Voor wat betreft de verkoop van pompoenen neemt de familie Noë ook de verkoop van product van biologische collega’s voor hun rekening.

Inspiratie halen

Deze verschillen in aanpak kunnen gangbare telers mogelijk inspireren. Het gaat in de biologische teelt om een systeemaanpak. Twee jaar gras/klaver in de rotatie of het inschakelen van arbeidskrachten op een wiedbed zijn voor veel gangbare akkerbouwers ongetwijfeld een brug te ver. Maar bepaalde teelttechnieken zijn wel makkelijker over te nemen. Om dat te bewijzen nam de familie Noë drie seizoenen op rij de onkruidbestrijding in een gangbaar perceel suikerbieten voor haar rekening. De gangbare teler voerde eerst een chemische onkruidbestrijding uit, maar nadien nam de familie Noë over met mechanische onkruidbestrijding. Dat deze aanpak werkt, bewijst het feit dat de strook die de gangbare teler op deze manier liet aanpakken jaar na jaar groter werd.

Neem voor meer info over dit project contact op met PCA.

Kurt Cornelissen, PCA

Lees ook in Aardappelen

Meer artikelen bekijken