Sus Campiniae vraagt opnieuw vergunning aan
Slachthuis Sus Campiniae in Oevel (Westerlo) vraagt een nieuwe omgevingsvergunning aan. Als de vergunning wordt verstrekt, zal het slachthuis ook na de uiterste datum waarop het zonder vergunning mag blijven opereren, 9 augustus, door kunnen gaan. Volgens een woordvoerder doet het bedrijf er alles aan om de geurhinder nog verder te beperken en te voorkomen dat bezoekers van het kerkhof visueel geconfronteerd worden met varkenstransport.
Begin december 2018 kreeg slachthuis Sus Campiniae van Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw Joke Schauvliege (CD&V) geen nieuwe milieuvergunning. De provincie Antwerpen keurde begin 2015 de milieuvergunning voor het slachthuis nog goed, ondanks protesten dat het te dicht bij een zonevreemd kerkhof is gelegen. Het slachthuis werd op 2 september 2017 feestelijk geopend door Eurocommissaris Phil Hogan. In maart 2018 vernietigde de Raad van State de vergunning en vroeg de minister de verlening beter te motiveren omdat onvoldoende rekening zou zijn gehouden met "de intrinsieke kenmerken van het kerkhof".
Hoewel de minister gunstige adviezen kreeg van het Agentschap Wegen en Verkeer, tweemaal van het departement Omgeving (ruimte en milieu), tweemaal van de Vlaamse Milieumaatschappij (ecologisch toezicht en waterbeheer) en van de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie, werd de milieuvergunning niet verleend. Het bedrijf kon om procedurele redenen nog doorgaan. Juridisch zijn de mogelijkheden niet uitgeput. Zo kan het bedrijf het besluit om de milieuvergunning te schorsen aanvechten en kan een nieuwe vergunning worden aangevraagd. Dat laatste gebeurt in elk geval binnenkort, aldus een woordvoerder van het bedrijf.
Sus Campiniae is een samenwerking tussen de groep Noordvlees Van Gool en de groep Vanden Avenne. De bouw kostte circa €35 miljoen. Het slachthuis kan 720 varkens per uur (40.000 per week, 2 miljoen per jaar) slachten en afleveren voor verdere verwerking. Het slachthuis voldoet aan de eisen van het Beter Leven-keurmerk dat mede door de Nederlandse Dierenbescherming is opgezet.
