Druppelirrigatie: toekomst voor Vlaamse groenten
Druppelirrigatie is een goede oplossing in tijden van klimaatverandering, wanneer het water schaarser wordt. Natuurlijk geldt ook hier weer: de baten moeten wel groter zijn dan de kosten die worden gemaakt.

Druppelirrigatie wordt beschouwd als een efficiënte vorm van irrigatie, en wel omwille van verschillende redenen. Dat vertelt Joris De Nies, onderzoeker aan het Proefstation voor de Groenteteelt. Er is weinig rechtstreekse verdamping, want je maakt slechts een kleine strook van de bodem nat, dat dan insijpelt. Ten tweede is er lagere druk nodig in vergelijking met haspelberegening, wat energiebesparend is. Uit praktijkervaring van de Bodemkundige Dienst blijken er tot 15% minder waterverliezen te zijn, in vergelijking met de klassieke haspelberegening. Ook belangrijk is de tijdsbesparing: je moet de haspel niet steeds herinstalleren en verzetten. Het is echter wel aangeraden de leidingen regelmatig te controleren.
"Door schade, bijvoorbeeld vraat door dieren, kan het zijn dat een deel van je perceel niet wordt beregend, en dat wil je natuurlijk vermijden." Een ander voordeel is dat het gewas droog wordt gehouden, wat de kans op infecties verkleint.
Ten slotte is slechts een beperkt debiet nodig, van 10m³/u, waardoor je kan kiezen voor een ondiepe grondwaterput. Het enige probleem is dat het water in die ondiepe grondwaterputten een tamelijk hoge ijzergehalte heeft. "Dat matcht niet goed met druppelleidingen: in contact met lucht gaat ijzer neerslaan, wat een probleem is aan de emitters. In bepaalde regio's moet je daar dus mee oppassen", waarschuwt hij.
Relatief duur systeem
Bovendien is het een relatief duur systeem. Aan de ene kant bestaan er leidingen van soepel plastiek, maar aan de andere kant kan je opteren voor de stijvere darmen die gericht zijn op meerjarig gebruik. De richtprijzen van T-tape gaan van 8 naar 10 cent, maar de harde darmen zijn 10 keer duurder. Voor asperge is het interessant omdat je per hectare minder darm nodig hebt dan in bijvoorbeeld prei. "Reken ongeveer 2.000 euro voor de plaatsing van die darmen in prei", geeft hij mee.
Druppelirrigatie is zeker nog geen standaardpraktijk in Vlaanderen, maar via verschillende projecten is er al wel wat ervaring in selder, venkel, prei en asperges. De proeven met druppelirrigatie lopen in het kader van een demoproject van het departement Landbouw en Visserij.
Er bestaat al een zeer breed gamma aan slangen en technieken. De voornaamste fabrikanten zijn Rivulus, Toro en Netafim (zie tabel). Bij de keuze moet je nadenken over de wanddikte, die afhangt van de samenstelling van de bodem.
Bij veel emitters en een lange afstand kiest men beter voor beperktere lengte of een grotere slangdiameter. Bij druppelirrigatie in tuinbouw denkt hij dat ondergrondse plaatsing het best is vanwege de nodige mechanische bewerkingen bovengronds. Bovendien is er zo nog minder rechtstreekse verdamping en minder kans op schade door wild, die in droogteperiodes ook op zoek moeten naar water. Het opruimen achteraf valt goed mee bij droge omstandigheden, bleek uit proeven bij prei, waar de darm 30 cm diep zat. De prei vaarde er ook wel bij, want die deed het beter bij druppelslangen onder het gewas, in vergelijking met langs het gewas of het gebruik van sprinklers
Proeven bevestigen resultaten