Startpagina Beurs van Libramont

Wat betekent klimaatverandering voor de Belgische landbouw?

Land- en bosbouwers zijn op twee manieren betrokken bij de klimaatverandering. Ze ondergaan de effecten van de klimaatverandering, maar hun activiteiten beïnvloeden het klimaat ook.

Leestijd : 4 min

Na de ‘top van de fokkers’ in december organiseerde Libramont & Co op 30 maart de ‘top van de producenten’. Het was de bedoeling om landbouw- en bosbouwproducenten samen te brengen met specialisten als voorbereiding op het thema van de Beurs en van Demo Forest 2017: ‘In actie voor het klimaat’.

Impact op de Belgische land- en bosbouw

Als het beleid inzake de uitstoot van broeikasgassen onveranderd blijft, zal de gemiddelde temperatuur in onze contreien met 3,6 ° C stijgen. Het akkoord van Parijs wil deze stijging onder 2° C houden. In onze regio's gaat deze klimaatopwarming gepaard met minder koude en meer regenachtige winters en warmere en drogere zomers.

De uitdaging van de aanpassing van de variëteiten en kweekmethodes aan de klimaatverandering is van levensbelang voor de bosbouwers, die vandaag bomen planten die zich zullen moeten aanpassen aan het klimaat van het einde van deze eeuw en zelfs van het begin van de volgende eeuw.

Naast de keuze van de variëteiten zijn de landbouwers ook het slachtoffer van extreme klimaatverschijnselen zoals modderstromen. In een sterk verstedelijkt land als België hebben deze modderstromen grote gevolgen voor de bewoners. Er zijn heel wat initiatieven genomen, vaak in overleg met de overheid, zoals de aanplanting van miscanthus in een gevoelige zone in Gembloux. Miscanthus wordt er gebruikt voor de verwarming van een aantal gemeentegebouwen.

De impact van de klimaatverandering betreft ook het opduiken van nieuwe dierziekten (als gevolg van de uitbreiding van het leefgebied van bepaalde insecten), van nieuwe gewas- en bosvernielers en van soms gevaarlijke, woekerende planten.

Land- en bosbouw als oplossing

In alle plannen voor de vermindering van de broeikasgassen wordt alleen rekening gehouden met de uitstoot (spijsvertering van runderen, verspreiding van mest, ...) en niet met de opslag. Het is zo dat het bos (ruimschoots erkend in die rol), maar ook landbouwgronden en in het bijzonder vaste weidegronden heuse koolstofputten zijn. Ter illustratie, een hectare vaste weidegrond slaat ongeveer 70 keer de jaarlijkse uitstoot op van de broeikasgassen van de runderen die erop grazen (op basis van de gemiddelde dichtheid van het veebestand in Wallonië).

De landbouw vertegenwoordigt in België minder dan 10% van de bronnen van koolstofemissie. Het Waalse lucht-klimaatplan in uitvoering van de akkoorden van Parijs voorziet in een vermindering met 48% van deze landbouwemissies tegen 2050, terwijl de verwachte vermindering 98% bedraagt voor de energieproductie en 87% voor huisvesting. Deze bijzondere inspanning, die zich zal richten op de energieprestaties van woningen, houdt enorme perspectieven in voor het gebruik van hout, dat heel goed isoleert en eenvoudig te recycleren is.

Het fokken van vleesrunderen ligt vaak onder vuur bij vegetarische verenigingen (iedereen herinnert zich de 40 dagen zonder vlees in het voorjaar) wegens zijn koolstofbalans, maar kan onder bepaalde voorwaarden (voeder hoofdzakelijk afkomstig van de boerderij, grote aanwezigheid van vaste weides) een meer dan vleiende koolstofbalans voorleggen. De emissie van de runderen wordt dan grotendeels gecompenseerd door de fotosynthese van de weiden en van de voedergewassen. Vlees met nul koolstof, dat bestaat bij ons en het verbruik ervan is goed voor het klimaat.

Deze positieve koolstofbalans van onze landbouw en bosbouw wordt financieel weinig gehonoreerd. De prijs van een ton CO2 op de financiële markten (5-6 EUR) is vandaag behoorlijk laag. De economische opleving gekoppeld aan een verlaging van de plafonds in het kader van de akkoorden van Parijs zou deze prijs omhoog moeten stuwen en de mogelijkheid scheppen van een financiële stimulans voor landbouwers en bosbouwers die kweekmethodes met een positieve koolstofbalans ontwikkelen.

Naast deze opwaardering van een ton CO2 hebben de meeste acties om de koolstofuitstoot van een landbouwuitbating te verminderen (fotovoltaïsche panelen, vermindering van het brandstofverbruik, chemische meststoffen...) een rechtstreekse positieve impact doordat ze de kosten van de productiemiddelen verlagen.

De Belgische agrovoedingsindustrie let heel goed op haar koolstofbalans. De Tiense raffinaderij - met drie afzetmarkten: feed (veevoeder = pulp), food (suiker) en fuel (biobrandstof) - gebruikt 100 % van de koolstof van de lokaal gekweekte bieten. Dit voorbeeld toont ook het belang van de veeteelt aan in de recyclage van koolstof via de nevenproducten van de industrie.

Conclusies

Het thema van de klimaatverandering zal het ook dit jaar mogelijk maken om de rol te versterken die de Beurs van Libramont zich heeft toebedeeld, namelijk een gespreksplaats zijn van land- en bosbouwproducten en consumenten.

De consumenten hebben hoge verwachtingen inzake de impact van hun consumptie op het klimaat. De Belgische landbouwers en bosbouwers produceren al heel wat producten met een positieve koolstofbalans en zijn bereid om hun inspanningen voort zetten.

Lees ook in Beurs van Libramont

Campagne EuroFoodArt (deel 2): in het vlees proef je de Ardennen

Libramont Libramont is een typisch Waalse beurs. De redactie van Landbouwleven kreeg de kans om enkele Waalse streekproducten te leren kennen tijdens een culinaire rondrit, in het kader van de campagne EuroFoodArt “Europese topkwaliteit is kunst”. Lees in deel 2 over de typische Ardeense specialiteiten: Jambon d’Ardenne en Saucisson d’Ardenne.
Meer artikelen bekijken