Startpagina Melkvee

Een goede uiergezondheid met minder antibiotica

Gezien de maatschappelijke druk rond antibioticagebruik in de veehouderij en het nog steeds veelvuldig voorkomen van mastitisproblemen op Vlaamse melkveebedrijven, is men op zoek naar concepten om beide uitdagingen te samen aan te pakken. In een recent gestart Vlaio-landbouwproject rond het selectief behandelen van niet-ernstige klinische mastitis met sneltesten voor kiemdetectie, gaan onderzoekers na of dit innovatieve behandelconcept ook op Vlaamse bodem toepasbaar is.

Leestijd : 5 min

Mastitis is en blijft ook vandaag nog een groot probleem op Vlaamse melkveebedrijven. Niet alleen wat betreft het welzijn van de koeien en van de Vlaamse melkveehouder (denk aan alle stress en het extra werk die uiergezondheidsproblemen met zich meebrengen) is dat problematisch, ook zaken zoals voedselverspilling, antibioticumgebruik en de economische kosten mogen niet worden vergeten.

Mastitis in Vlaanderen

Het is bekend dat 26% van de Vlaamse melkkoeien elk jaar minstens 1 maal een episode van klinische mastitis doormaakt. Klinische mastitis gaat gepaard met zichtbare afwijkingen (mild: vlokken in de melk; matig: het kwartier is gezwollen en pijnlijk; ernstig: de koe is algemeen ziek en heeft koorts). Deze vorm moet worden onderscheiden van subklinische mastitis, waarbij er geen symptomen zichtbaar zijn, enkel het celgetal is gestegen. Elk geval van klinische mastitis kost de veehouder ongeveer 458 euro. De kosten worden bepaald door het vervroegd opruimen van de koe, de behandeling, het weggieten van de antibioticummelk en vooral, het verlies in melkproductie.

Uier met mastitis.
Uier met mastitis. - Foto: M-Team UGent

Antibioticagebruik op Vlaamse melkveebedrijven

Zestig tot 70% van het antibioticumgebruik op de Vlaamse melkveebedrijven gaat naar de preventie (30%) en de controle (40%) van mastitis. Als we het antibioticumgebruik willen doen dalen, dan is een betere uiergezondheid via een beter mastitismanagement de start. Daarnaast kunnen we ook slimmer behandelen. Uit recent onderzoek van dr. Zyncke Lipkens van M-team UGent blijkt bijvoorbeeld dat door selectief droog te zetten het preventief gebruik al substantieel kan dalen. Enkel de koeien die op het moment van droog zetten geïnfecteerd zijn, worden dan drooggezet met langwerkende antibiotica. Dat kan zonder negatieve effecten op uiergezondheid of melkproductie.

De overige 40% van het antibioticumgebruik op de Vlaamse melkveebedrijven gaat naar de behandeling van klinische mastitisgevallen tijdens de lactatie. Ook hier kan een slimme benadering helpen om het antibioticumgebruik te doen afnemen zonder negatieve gevolgen voor de uiergezondheid en de melkproductie.

Selectief behandelen

In Amerika maakt men daarvoor gebruik van het zogenaamd selectief behandelen van niet-ernstige klinische mastitisgevallen. Onder ‘niet-ernstige klinische mastitis’ verstaat men deze gevallen waarbij enkel afwijkingen ter hoogte van de melk en/of uier gezien worden, niet deze waarbij het dier ook (hoge) koorts maakt en algemene symptomen vertoont. Het selectief behandelen is gebaseerd op het inzetten van sneltesten voor kiemdetectie op de dierenartsenpraktijk of op de melkveebedrijven zelf. Hiervoor neemt men een melkstaal van het aangetaste kwartier in kwestie, waarna de melk geënt wordt op bepaalde testmedia die na 24 uur incubatie afgelezen worden. In de tussentijd wordt er nog niet met antibiotica behandeld, tenzij eventueel met een ontstekingsremmer. De testmedia tonen al of niet kiemgroei aan. Bepaalde kiemen zijn reeds verdwenen op het moment dat het mastitisgeval vastgesteld wordt, wat behandelen met antibiotica overbodig maakt (noch lokaal in de uier, noch via inspuiting in de nek). Andere kiemen zijn wel nog aanwezig, maar behandelen met antibiotica levert geen voordelen op.

Test van de effectiviteit

De effectiviteit van het selectief behandelen werd reeds met verschillende wetenschappelijke veldstudies onderzocht in onder andere Amerika, Duitsland en Nieuw-Zeeland. Voor deze proeven heeft men op een aantal melkveebedrijven de koeien met niet-ernstige klinische mastitis willekeurig onderverdeeld in 2 groepen: één groep waarin de dieren direct met antibiotica behandeld werden en één groep waarin eerst een sneltest voor kiemdetectie gedaan werd op een melkstaal voordat men al of niet overging tot behandelen met antibiotica. Ontsteking- en koortsremmers konden in de tussentijd wel toegediend worden.

De keuze om te behandelen in de testgroep was niet enkel afhankelijk van het al of niet aanwezig zijn van kiemgroei op de testplaat na 24 uur, maar was ook afhankelijk van het soort kiem. Wanneer er groei was van gramnegatieve kiemen (zoals Escherichia coli en Klebsiella spp .) of geen groei gezien werd (dit kan bijvoorbeeld bij uierontstekingen door gisten en schimmels) op de platen, werd gekozen om niet te behandelen met antibiotica. Bij groei van grampositieve kiemen (denk aan Staphylococcus aureus, Streptococcus uberis, Streptococcus agalactiae en Streptococcus dysgalactiae) werd wel overgegaan tot intramammair behandelen met antibiotica.

Geënte bloedplaat met bacteriegroei.
Geënte bloedplaat met bacteriegroei. - Foto: M-Team UGent

Vervolgens werd ook gekeken naar verschillende parameters zoals genezing (zowel het verdwijnen van de ziektesymptomen als het afwezig zijn van de kiemen na een aantal dagen), het celgetal en de productie tijdens de lactatieperiode, het antibioticumgebruik, het aantal dagen dat de melk niet kon geleverd worden, de kans op herval en de kans op opruiming.

Uit de resultaten werd geen verschil gevonden tussen de 2 groepen wat betreft de gezondheid van de uier. Wel was er een verschil te zien in het antibioticumgebruik. Dat was lager in de groep waarin men selectief behandelde.

De grootte van het effect was afhankelijk van welke kiemen hoofdzakelijk aanwezig waren en van het al of niet reeds aanwezig zijn van een goed uiergerzondheidsmanagement. Ook de melk uit de groep van de selectieve behandeling kon sneller terug geleverd worden, omdat men daar minder rekening moest houden met wachttijden van antibiotica. Het effect van het gebruik van de sneltesten was niet enkel zichtbaar op het vlak van behandelingsresultaten, ook op het vlak van mastitispreventie heeft het zijn voordelen.

Zo kan men de resultaten van de sneltesten (welke kiemen op het bedrijf het meest op de platen gevonden worden) gebruiken om het preventieplan op de bedrijven aan te passen en zo op langere termijn uiergezondheidsproblemen proberen te voorkomen.

Vlaams onderzoek met sneltesten

Gezien de huidige druk op de landbouwsector om minder antibiotica te gebruiken – denk aan het in omloop brengen van de benchmarktrapporten – worden ook wij genoodzaakt om in de melkveesector op zoek te gaan naar slimme methoden om dat doel te bereiken. Daarom willen we binnen een pas opgestart Vlaio-landbouwtraject van 4 jaar onderzoeken of selectief behandelen van niet-ernstige klinische mastitis aan de hand van sneltesten ook op onze Vlaamse melkveebedrijven toepasbaar is. Binnen het project zullen we via een 2 jaar durende veldstudie 50 Vlaamse melkveebedrijven opvolgen. De helft van de niet-ernstige klinische mastitis gevallen zal behandeld worden zoals vanouds en de andere helft wordt selectief behandeld op basis van het resultaat van een sneltest uitgevoerd door de dierenartsenpraktijk. Zo willen wij aan de hand van wetenschappelijk onderzoek nagaan wat de gevolgen van selectieve behandeling van niet-ernstige klinische mastitis op Vlaamse bodem zijn en het concept introduceren in de Vlaamse melkveehouderij. Daarnaast zullen de resultaten van de sneltesten inzichten verschaffen over het management en over waar verbetering mogelijk is, om op termijn via preventie tot minder mastitis te komen. Preventie blijft uiteraard altijd de beste behandeling. De deelnemende melkveebedrijven zullen via Vlaamse dierenartsenpraktijken die een melklabo willen opzetten of een bestaand lab beter willen benutten, worden benaderd.

Wij hopen hiermee in de toekomst tot een beter onderbouwd mastitisbehandel- en preventieplan te komen voor de Vlaamse melkveehouderij en op deze manier bij te dragen aan een duurzame ontwikkeling van de sector, met aandacht voor verstandig gebruik van antibiotica, voor koewelzijn en rendement.

Lien Creytens, M-team-UGent

Lees ook in Melkvee

Hooibeekhoeve pakt hittestress in de melkveehouderij aan

Melkvee Hooibeekhoeve focust zich binnen het project Life ACLIMA op melkveehouders en put daarbij uit actueel onderzoek en ervaringen in de eigen stallen. Ook al lijkt de zomer nog veraf, het is nu een heel goed moment om al te anticiperen op een warme zomer.
Meer artikelen bekijken