Landbouwers kunnen hun aanvraag voor een tegemoetkoming in het kader van de erkende landbouwrampen nog indienen tot en met 31 januari 2018. Een tijdig ingediende tegemoetkomingsaanvraag is essentieel om het schadedossier te vervolledigen. Tegemoetkomingsaanvragen die na 31 januari 2018 worden ingediend, worden niet meer aanvaard. In dat geval zal er geen schade worden vergoed.
Op 3 oktober 2017 werd de erkenning van de landbouwrampen vorst in de tweede helft van april 2017 en de langdurige droogte in de periode april-juni 2017 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Vanaf 3 oktober 2017 tot en met 31 januari 2018 kunnen landbouwers die schade hebben geleden een tegemoetkomingsaanvraag indienen bij de buitendienst van het Departement Landbouw en Visserij van de provincie waar hun bedrijfszetel is gelegen. Dit is de buitendienst die ook hun verzamelaanvraag behandelt.
Het correcte formulier voor een tegemoetkomingsaanvraag is hier te vinden. Enkel dit formulier wordt aanvaard, samen met de nodige bijlages.
Het formulier kan per post (al dan niet aangetekend) of via e-mail als bijlage opgestuurd worden naar de buitendienst van het Departement Landbouw en Visserij, of afgegeven worden op die buitendienst. De ontvangstdatum is dan respectievelijk de datum dat de e-mail is ontvangen, de postdatum of de datum van afgifte op de buitendienst.
Er moet slechts één tegemoetkomingsaanvraag worden ingediend per landbouwer, ook al heeft de landbouwer schade aan percelen in verschillende gemeentes.
Enkel de landbouwer die, als eigenaar van de teelt, beschikt over een landbouwernummer bij het Departement Landbouw en Visserij en een ondernemingsnummer bij de Kruispuntbank van ondernemingen (KBO), kan een geldige tegemoetkomingsaanvraag indienen.
Het invullen van de tegemoetkomingsaanvraag is heel eenvoudig.
Alle schadedossiers 2016 uitbetaald in 2018
In het rampenjaar 2016 moesten landbouwers heel wat tegenslagen slikken. De Vlaamse overheid erkende dat jaar vier rampen. Landbouwers die de tussentijd op eigen kracht konden doorkomen en een sluitend schadedossier indienden mogen er van minister Bourgeois op rekenen dat hun schadeloosstelling voor het einde van dit nieuwe jaar op hun rekening staat.
“Op 4 december 2017 heeft het Vlaams Rampenfonds 6.537 aanvragen ontvangen voor de erkende rampen van 2016”, antwoordde Bourgeois op de vraag van Vanderjeugd. De eerste, en voornaamste van de vier calamiteiten die het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) erkende als ramp was de langdurige overvloedige regenval en de overstromingen van 27 mei tot 26 juni.
4 rampen
Uit de cijfers die Bourgeois ter beschikking stelde blijkt inderdaad dat deze ramp het onderwerp vormt van ruim 90 % van de aanvragen. In 7 % van de steunaanvragen staan de windhoos en rukwinden van 23 juni centraal. Het KMI erkende deze ramp met lokaal karakter. Uit de cijfers van minister Bourgeois valt dan ook op te maken dat vooral Limburgse (366) en Vlaams-Brabantse (91) bedrijven een dossier indienden voor deze ramp. Daarbij spanden de gemeenten Sint-Truiden (161) en Borgloon (63) de kroon.
De hagel van 23 juni 2016 leidde in Limburg tot 39 schadedossiers. Samen met de enkele dossiers in andere regio’s maakten ze nog geen 1 % uit van alle dossiers van 2016. Ten slotte inspireerde de overvloedige regenval van 23 juli nog eens 95 dossiers, waarvan 51 in Vlaams-Brabant. In totaal kwamen de meeste dossiers uit West-Vlaanderen (1874), gevolgd door Limburg (1455) en Antwerpen (1450).
Inspanningen
Over hoeveel geld met de rampen is gemoeid kan de minister zich nog niet uitspreken. “Van de schadedossiers in behandeling (3832) zijn er momenteel 152 afgewezen en 3.482 goedgekeurd voor verdere afhandeling en daarvan zijn er inmiddels 1.734 uitbetaald.” De minister legde verder uit dat nog 198 dossiers wachten op vervollediging, wat de balans vervolledigt.
Minister Bourgeois benadrukte de inspanningen van de Vlaamse overheid: “Er zijn 10 extra voltijdse dossierbehandelaars aangenomen en het budget van het Vlaams Fonds voor de Lastendelging in 2017 is voor rampenschade verhoogd tot 57,8 miljoen EUR. Voor 2018 is er bijkomend 33,7 miljoen EUR vrijgemaakt om de rampenschade van algemene rampen te vergoeden.”
122,6 miljoen
Dat geld zal nodig zijn. De 3832 reeds opgestarte schadedossiers zijn samen goed voor maar liefst 122,6 miljoen EUR. Van de overige 2.705 dossiers is nog onbekend wat de aangegeven schade is. Over alle aanvragen heen geldt voorlopig evenwel een gemiddelde van ongeveer 32.000 EUR per dossier.
De provincie Limburg meldt voorlopig het meeste schade, goed voor een derde van het totaal. Het gemiddelde Limburgse dossier maakt tot nu toe gewag van iets meer dan 53.000 EUR schade. De West-Vlaamse bevolking geeft aan meer dan 32,3 miljoen EUR schade te hebben, maar een gemiddeld dossier daar spreekt van bijna 30.000 EUR schade. Oost-Vlaanderen geeft het minste verlies aan: 8,2 miljoen EUR, met een gemiddelde schatting van iets meer dan 14.000 EUR verlies.
Uitbetaling
“Bijna één derde van de dossiers is uitbetaald in 2017. Daarmee zit de behandeling van de dossiers op schema om tegen eind 2018 alle dossiers te hebben uitbetaald”, beloofde minister Bourgeois. Begin december telde het totale, reeds uitbetaalde bedrag 29,7 miljoen EUR voor 1.734 dossiers.
De minister is ervan overtuigd dat de afhandeling van schadedossiers in de toekomst sneller zal gaan: “De afhandeling gebeurt momenteel nog op basis van de federale wet en zijn allen papieren dossiers. Voor eventuele toekomstige rampen zal de afhandeling volgens het nieuwe decreet en dus veel sneller kunnen verlopen.”
