Startpagina Melkvee

Reportage: veel zicht op de dieren in stal en melkstal

Warmtewerende lichtplaten hebben hun plaats verworven in (melk)veestallen. Ook Gerry Schellens uit Heist-op-den-Berg koos voor een nieuwe stal met opvallend veel licht. Veel licht en zicht op de dieren trok hij ook door in de melkstal en in huisvesting voor de vaarskalfjes.

Leestijd : 4 min

De nieuwe melkput op het bedrijf is veel te diep gebouwd, dat viel althans te horen bij bezoekende boeren toen ze tijdens de opendeurdag een kijkje kwamen nemen op het bedrijf van Gerry Schellens. Zelfs aanwezige installateurs krabden nadenkend in de haren. Dat was evenwel voordat ze de bijna twee meter lange Gerry in het vizier hadden gekregen. “Ik moet het melken doen; dus is de melkstal op mijn lengte voorzien”, klonk het eenvoudig. In de compacte stal is plaats voor 150 koeien.

Bereikbare koeien

Ook op andere vlakken voelde Gerry, die ook nog steun krijgt van zijn vader en een oom, zicht niet te beroerd om eigen keuzes te maken. Zo koos hij bewust voor een twee maal acht 30° melkstal (GEA), waarbij gemolken wordt langs de zijkant. “We molken tot nu toe in een 2 x 3 tandem, waarbij ook langs de zijkant gemolken werd. Op mijn stagebedrijf vroeger molken ze in een 30° visgraat, en dat molk vlot. Ik wil hier ook de koeien goed zien staan.”

Alle koeien twee keer daags goed kunnen zien, was ook een reden om niet voor melkrobots te kiezen. “Met een melkrobot heb je bovendien niet per definitie vlugger gedaan dan in een melkstal.” Door aan de zijkant aan te hangen, kan er ook proper gewerkt worden. De gegolfde beugel in de melkstal zorgt voor een betere positionering van de koe en laat de melker toe om dicht bij de koe te komen. Dat maakt de uier beter bereikbaar. Bedoeling is dat Gerry hier vlot alleen in kan melken. De melk passeert nog een voorkoeler en de warmte van de koeltank (12.800 liter) wordt gerecupereerd. Het water bereikt op die manier een temperatuur van 40°C, vooraleer een boiler die verder opwarmt naar 80 °C.

Na de melkstal kunnen koeien via de selectiepoort afgezonderd worden in twee separatieruimtes en een grote strobox.

Tochtherkenning

Koeien worden bij binnenkomen in de melkstal automatisch herkend via de halsband. De halsband staat ook in voor tochtherkenning via activiteitsmeting. Ook is het mogelijk om via de GEA-halsbanden de gezondheid op te volgen. “Optioneel kan ook de herkauwactiviteit ermee bepaald worden. Dat geeft een goed beeld over bijvoorbeeld het risico op pensverzuring. Het laat de boer toe om de juiste balans te vinden tussen geconcentreerd voederen en een gezonde penswerking”, aldus Walter Van Dyck van GEA. Standaard voorziet de melkinstallatie ook productiemeting en geleidbaarheidsmeting.

Brede voedergang

De hele stal is 37 meter breed en 78 meter lang. De laatste 15 meter is een loods voor materiaal. Eventueel kan het melkvee ook op de weide, mocht dat een vereiste blijken. De ligboxen liggen in een zogenaamde 0-4-0-1-opstelling, met twee voedergangen. De uiterst rechtse rij ligboxen van de stal is voorzien voor koeien in de droogstandsperiode. Deze zullen er ook nog in een zogenaamde close-up en far-off groep onderverdeeld kunnen worden.

De voedergang rechts is met een breedte van 5,5 meter ruim te noemen. “Ik wil bijvoorbeeld bij de droge koeien een baal hooi in de voedergang kunnen laten staan, en dan nog voldoende plaats hebben om er langs te kunnen”, argumenteerde Gerry. Het voederen gebeurt voorlopig nog zonder voermengwagen.

De warmtewerende lichtplaten in het dak zijn de blikvanger in de stal. Comfort voor de boer en voordelig voor de vruchtbaarheid van de koeien. Ook langs de zijkanten kan er veel licht en lucht binnen. De gordijnen aan de buitenzijde zijn vouwgordijnen, en draaien niet op een rol. Daardoor is er minder kracht nodig om ze op en af te rollen. Ook de poorten aan het begin van de voedergang stal zijn gordijnen. Deze zouden probleemloos tien jaar moeten meegaan, aldus de fabrikant.

Vrijheid voor de pens

In de ligboxen werden rubberen matten geïnstalleerd met een dikte van zes cm. “Ik heb ook nog diepstrooiselboxen overwogen, maar deze waren me toch wat te arbeidsintensief.” Steunnoppen zorgen voor de vering. De gegolfde schoftboom in de ligboxen is ondertussen bijna standaard geworden in het ligboxenlandschap en regelt de goede positie van de koe in de box. Het gaat om een zwevende box, zonder voet achteraan. Dat moet er voor zorgen dat de pens van de koeien vrij ligt. Van kniebuis tot achteraan is de box 1,7 meter lang; de breedte is 1,17 meter. Verder valt aan het voerhek de sluiting op. Doordat deze bovenaan niet over de hele lengte de andere buis kan raken, is het geluid minder.

Achteraan de stal bevinden zich de koeborstels. Deze hebben een stopbeveiliging die de staarten beschermt. De koe kan de borstel 30 cm hoger heffen.

Ruimte voor vaarskalfjes

Bijzondere aandacht in het ontwerp van de stal is gegaan naar een ruimte voor de jonge vaarskalfjes. Die ruimte met eenlingboxen ligt vooraan de stal en heeft door het dak een afgeschermd klimaat. Enkel de stiertjes verhuizen naar de oude stal. Voor het vervoer van en naar de oude stal is er een kalvertaxi op vier banden voorzien.

IDC

Lees ook in Melkvee

Meer artikelen bekijken