Kip wint nationaal en internationaal aan belang

De Belgische pluimveehouderij is de afgelopen 10 jaar fors gegroeid.
De Belgische pluimveehouderij is de afgelopen 10 jaar fors gegroeid. - Foto: LBL

De cijfers liegen niet. De vleesconsumptie staat in het Westen onder druk. De voorbije 10 jaar is de vleesconsumptie in België met 8,8% gedaald. In 2010 at de gemiddelde Belg volgens statistiekbureau Statbel 82,4 kg vlees, 10 jaar later was dat nog 72,2 kg. De consumptie van runds- en kalfsvlees ging het sterkt achteruit (-19,5%). De daling was het kleinst voor varkensvlees (-2,4%). Gevogelte zat er tussenin.

De Westerse consument mindert de vleesconsumptie vanwege het milieu, de gezondheid en het dierenwelzijn. Maar de demografie speelt ook een rol. De maatschappij vergrijst en oudere mensen eten kleinere porties. De dalende vleesconsumptie in het rijkste deel van de wereld maakt dat grote vleesproducenten als Smithfield, Vion en Ter Beke miljoenen investeren in alternatieven, of daarover nadenken.

Productie blijft toenemen

De dalende trend in de consumptie betekent toch niet dat België nu minder vlees produceert dan eerder. Steeds meer vlees is bestemd voor export, intussen al meer dan de helft van de Belgische vleesproductie. Een deel van die extra export blijft zelfs binnen Europa, waar de vleesconsumptie tussen 2013 en 2019 nog wel is toegenomen met 4,7 kg. Het gaat dan vooral om Oost-Europese landen.

Experts van de Europese Commissie verwachten wel dat de Europeanen de komende jaren minder vlees gaan eten. Gemiddeld kan de consumptie tegen 2030 met 1 kg per persoon dalen. Buiten de EU groeit de vleesconsumptie ook na 2030 nog gestaag. De bevolking in landen als China en Vietnam neemt toe en de ervaring leert dat wanneer men rijker wordt, men ongeveer als eerste meer dierlijke eiwitten gaat consumeren.

Kip wint aan marktaandeel

De categorie kip groeit daarbij het hardst. Daarvoor zijn verschillende redenen. Kippenvlees kan doorgaans tegen een lagere kostprijs en een lage milieulast worden geproduceerd dan varkens- en rundsvlees. Er is ‘slechts’ 1,7 kg voeder nodig is om 1 kg kippenvlees te produceren. In de reclameslogan dat kip ‘het meest veelzijdige stukje vlees’ is, zit een kern van waarheid. Het is een product dat zich gemakkelijk laat verwerken. De korte rondes maken investeringen relatief minder zwaar te dragen, en stellen bedrijven in staat sneller te reageren op marktsignalen.

Op de wereldmarkt zijn het traditioneel vooral de Amerikanen, Brazilianen en Thai die zich met kippenvlees roeren. Dichter bij huis ligt de intra-Europese handel vooral in Nederlandse en Poolse handen. Maar België komt met rasse schreden dichterbij. De sector moet van ver komen, want de pluimveesector is in ons ‘runderland’ een relatief kleine sector. Slechts 5% van de land- en tuinbouwbedrijven houdt pluimvee. Vergelijk dat met bijvoorbeeld de melkveehouderij en rundvleessector, die samen goed zijn voor 50% van de landbouwbedrijven.

Belgische kip vervangt import

De Belgische pluimveesector reageerde de afgelopen 10 jaar op de stabiel groeiende vraag naar kip, met forse investeringen in stallen. De veestapel vleeskippen, exclusief eendagskuikens, steeg van 16,5 miljoen naar 27,2 miljoen kippen. Door de aanwezigheid van enkele grote pluimveeslachthuizen is er voldoende slachtcapaciteit aanwezig. Daarbij valt op dat de invoer van kippen snel afneemt, en vervangen wordt door in eigen land geproduceerde kip. Deze bedrijven weten de buitenlandse retail steeds gemakkelijker te vinden. De exportwaarde van verse Belgische kip is de grens van 700 miljoen euro per jaar genaderd.

De schaalvergroting zet door. Het aantal bedrijven daalde intussen tot onder 500. Inmiddels telt bijna 60% van de pluimveehouderijen 70.000 stuks pluimvee of meer. De schaalvergroting is opvallend: de omvang van een pluimveehouderij is sinds 2007 zo’n 70% toegenomen, zowel in de leghennen- als vleeskippensector. De schaalvergroting in de legkippensector heeft onder meer te maken met het verbod op de klassieke batterijen sinds 2012.

Groeien de bomen tot in de hemel? In de sector zelf wordt gerekend op een voorzichtige verdere groei, maar niet langer meer de sterke groei van de afgelopen jaren. De markt is steeds meer in balans en de ruimte ontbreekt. De grote pluimveebedrijven zitten dichtbij elkaar. Zij liggen in de eerste plaats in de West-Vlaamse streek rond Wingene en in het noorden van Antwerpen, vlakbij de Nederlandse grens.

Jan Cees Bron

Meest recent

Meest recent