Het boerenkoppel Ann Dieleman en haar man Joeri Van Loo baten samen een gemengd bedrijf uit. Ze houden vleesvee, en hebben percelen maïs en weilanden voor het voeder en grazen van de runderen. Naast maïs en gras, wordt het voeder aangevuld met bietenpulp en krachtvoeders. Beiden kwamen uit landbouwersmidden en kregen de passie mee van thuis uit. We spreken met Ann: “Bij Joeri thuis werd aan import en export gedaan van paardenvlees, en deden ze kleinschalig aan rundsvlees. De runderen hiervoor werden zelf afgemest, men kocht magere koeien uit Wallonië en voederde deze een 4-tal maanden tot de gewenste kwaliteit. Ze hadden een wekelijkse afzet naar beenhouwers voor paarden- en rundsvlees. Joeri hielp er mee sinds zijn 18 jaar, na zijn middelbare studie op de landbouwschool te Sint-Niklaas. Ook ik ben boerendochter, en heb ervaring met varkens, runderen en akkerbouw… Iedere vakantie of weekend moesten we thuis helpen op de boerderij. De optelsom was dus snel gemaakt.”
Het koppel trouwde in 2008 en nam het landbouwgedeelte van Joeri zijn ouders over. In het begin was het aantal beperkt tot zo’n 60 dieren, maar dat groeide uit tot een aantal van 300 dieren. Ze kiezen uitsluitend voor het Belgisch Witblauw. “We zijn er rotsvast van overtuigd dat het Belgisch Witblauw een topras is. Het heeft een heel goede ecologische voetafdruk; het ontwikkelt heel snel vlees en beschikt over een uitzonderlijk versnijrendement”.
Eigen uitsnijderij
Omdat de vraag naar versneden vlees steeds groter werd, huurde het koppel in 2011 een pand in Antwerpen waar kon uitgebeend worden. “We moesten daarvoor machines aankopen, maar ook personeel zoeken. De afstand is ook niet altijd doenbaar. Een eigen uitsnijderij op het bedrijf kon niet uitblijven. In 2014 verhuisden we alles van Antwerpen naar ons bedrijf te Moerbeke -Waas en werd de uitsnijderij operationeel. Onze werkwijze daar zorgt voor kwaliteit: het karkas wordt volledig verwerkt volgens HACCP-normen en dit volgens de wens van de klant, nauwlettend op de kwaliteit van de versnijding. Het is deel van onze service voor onze klanten. We verwerken per week tussen 20 en 25 dieren
Dat zo’n groot aantal dieren op een duurzame manier gehouden kan worden, en later verwerkt, lieten Ann en Joeri zien op de georganiseerde KOEgekke Kinderdag en er opvolgende bezoekdagen.
Runderen staan verspreid
Het aantal runderen is te groot geworden om ze allemaal te stallen op één locatie. “We kweken op ons bedrijf en laten het jongvee hier opgroeien. De stal bij Joeri’s ouders dient als afmeststal. Alle stieren gaan na 6 maanden naar daar, net als de koeien die al 2 of 3 keer gekalfd hebben.” Op 4 km van het bedrijf huurt het koppel nog een andere stal, zodat alle dieren in de winter kunnen worden gehuisvest.”
Thuis bouwden ze in 2012 een stal voor de zoogkoeien waarbij gekozen werd voor grote boxen langs de rechterzijde, in het midden een brede voedergang en de linkerzijde de afkalfbox met huisvestiging voor kalveren. In 2019 werd de nieuwe rundveestal gebouwd waarbij men oog had voor het aspect dierenwelzijn. Zo voorziet men 2 grote ruime ligboxen met een schuurborstel en in het midden is er een behandelingsbox. Met deze box kan men op een veilige en efficiënte manier de runderen wassen, scheren, vaccineren, aftasten, behandelen… Daarnaast kreeg het koppel al heel wat bedrijfsbezoeken waarvoor men in de nieuwe stal koos om een degelijk polyvalent zaaltje te voorzien.
Bij beide stallen werd gekozen voor boxen met een helling naar achteren waardoor de natte mest naar voor schuift en de runderen steeds achteraan in het droge liggen waar er meermaals per week wordt gestrooid. Bovendien investeerde het koppel ook in een nieuwe kalverafdeling, zodat in de eerste levensmaand elk kalf de beste zorg kan krijgen. Na 2 maanden worden de kalfjes per 6 gecompartimenteerd, na 6 maanden komen ze per 12 in een box. “Het zijn serieuze investeringen, maar we houden wel van een uitdaging.”
Aandacht voor duurzaamheid bij opfok
Gezonde en rendabele runderen kweken, start voor het Hof ter Koudenborm bij het selecteren van de stieren. Een juiste bloedlijn is belangrijk om geen inteelt te creëren. Daarnaast zijn de vorm, de poten, het gewicht, de grootte en bespiering belangrijke parameters. Als het op de kalfjes aankomt, ziet Ann de melktrolley als een mooie aanwinst. “Vroeger was dat nog met melkpoeder, water en klopper in een emmer. Nu zorgt de melkmachine voor een goede mengeling, het juiste volume en temperatuur. Ideaal om diarreevorming te voorkomen. We klikken de kalfjes ook vast, dat ieder zijn eigen portie opeet en niet aan die van de anderen start.” De dieren krijgen zo’n 3 à 4 maanden melk, en leren vrij snel korrels eten. Als ze van de melk zijn, krijgen ze naast de korrels ook hooi en vervolgens een gras-maïsmengeling.
Het instrooien gebeurt manueel. “Met een stromachine heb je veel stofvorming, wat niet goed is voor de luchtwegen van de dieren. Bovendien ligt de stal er dan snel vuil bij.” De investering in nieuwe ventilatoren – voor iedere stal 4 – is ook een meerwaarde: de verse luchtcirculatie is goed voor de luchtwegen en zal tot verkoeling zorgen wanneer het warmer weer wordt. Ann houdt b
Meer beurzen en prijskampen
Ann en Joeri hebben nog 2 uitdagingen i
Dankbaar voor veel hulp
Gaandeweg kregen Ann en Joeri steeds meer vraag naar bedrijfsbezoeken. Eerst begonnen ze klein en ludiek met een koffiekoek en koffie, een rondleiding en een bedrijfspresentatie. Dat gebeurde in het begin niet meer dan enkele keren per jaar, maar door het succes besloot het koppel het aantal toch wat op te drijven. “We voorzagen daarom een zaaltje, waar de mensen enerzijds konden uitkijken op de veestapel, en anderzijds op de machineloods. Bij rondleidingen benadruk ik graag de vele investeringen die landbouwers doen ikv milieu, klimaat en dierenwelzijn. Ik leg dan de machines uit die gps-gestuurd zijn en laat hen onze veewagen zien die tot op de grond kan zakken waarmee de runderen op een zeer rustige manier worden vervoerd van weide naar de stal en omgekeerd.
Ze doen kleinschalige projecten, maar ook voor meer grootschalige evenementen hebben ze alles ter beschikking. Zo hebben ze contact met een vaste traiteur. De 3 opendeurdagen, waaronder de KOEgekke Boerderijdag, in september waren een schot in de roos. “Ik voelde heel veel respect. Niet alleen van de volwassenen, maar ook van de kinderen. Ik denk dat ik op één hand kan tellen wat ik van vuil heb moeten oprapen, en dat terwijl er op de kinderdag zo’n 90 kinderen aanwezig waren, het bedrijfsfeest meer dan 200 personen telde en de opendeurdag 1 september meer dan 2000 personen lokte. ” Met behulp van een ‘blote voetenpad’, cupcake-workshops, een huifkar met landbouwproducten, een zoektocht,… leerden de kinderen op educatieve en speelse wijze over de landbouw. “Omdat iedereen zich zo had geamuseerd en het een succes was, hebben we besloten om ook in 2020 zo’n dag te organiseren”, geeft Ann Landbouwleven mee.
De twee andere dagen waren eerder gericht voor de klanten, landbouwers en consumenten. “We vinden het belangrijk dat ook de beenhouwers het verhaal achter het vlees kennen. Ook zij keken af en toe met grote bewondering naar wat er te zien was. Ik denk dat ons opzet geslaagd is”, lacht Ann.