Het is ongebruikelijk dat de Raad het advies van zijn Auditoraat niet volgt. Stihl en Fedagrim reageren dinsdag "zeer teleurgesteld" en beraden zich over verdere juridische stappen. Het gereedschap van Stihl ligt in een tweehonderdtal speciaalzaken, maar niet in de algemene doe-het-zelfzaken en hypermarkten die wel al open mogen. Materiaal van concurrenten gaat daar momenteel al over de toonbanken. "Dat is oneerlijke concurrentie", zo zei Joeri Welslau, de CEO van Stihl Benelux, vorige week dinsdag toen het schorsingsverzoek werd ingediend.
"We willen dat de kleinere winkels, vaak familiebedrijven met maximaal vijf mensen, ook open mogen gaan." In zijn advies aan de Raad van State oordeelde het Auditoraat dat het verzoek van Stihl en Fedagrim ontvankelijk en gegrond was. Het Auditoraat adviseerde de Raad van State wel om het ministerieel besluit niet op te schorten. De Raad van State oordeelde vervolgens dat een schending van het gelijkheidsbeginsel enkel aan de orde is als er sprake is van een onredelijke beslissing, en dat is volgens de Raad hier niet het geval.
Zo stelt de Raad dat de beslissing op 17 april om de doe-het-zelfzaken en tuincentra te openen genomen is vanuit de visie om de lockdownmaatregelen draagbaar te maken en de thuisblijfverplichting te ondersteunen. Dat is volgens de Raad van State redelijk te noemen.
