Startpagina Covid 19

FAO vreest hongercatastrofe door coronavirus

De Wereldvoedselorganisatie FAO heeft circa 350 miljoen dollar nodig om haar strijd tegen honger op te voeren nu de coronacrisis steeds harder toeslaat. Het zijn volgens de FAO vooral landen waar al voedselonzekerheid heerste, waar mensen door dalende inkomens en hogere voedselprijzen steeds vaker onvoldoende voedsel kunnen kopen.

Leestijd : 3 min

Volgens de FAO raakt de coronacrisis en bijbehorende zelfisolatie ook de landbouw in bijvoorbeeld Afrika. Als boeren geen toegang hebben tot hun akkers, hebben ze ook niet de middelen of toegang tot het kopen van zaden, gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest. Voor veehouders betekent de crisis dat ze minder in staat zijn voldoende veevoeder te kopen. De voedselproductie zal daardoor afnemen.

“We kunnen het aanpakken van voedselzekerheid niet opschorten tot we klaar zijn met de gezondheidsimpact”, zegt de directeur-generaal van de FAO, Qu Dongyu. “Als we nu mensen niet helpen in hun levensonderhoud te voorzien, zullen we straks meerdere voedselcrises het hoofd moeten bieden. En een rekening moeten betalen, die vele malen hoger is”, aldus de Chinees, die in augustus 2019 aantrad.

“Het wordt steeds duidelijker dat de impact van de pandemie verder gaan dan de gezondheid”, voegt Ramesh Rajasingham toe. Hij is assistent-secretaris-generaal voor humanitaire zaken. “Vroeg in actie schieten kan voorkomen dat kwetsbaarheden steeds groter worden, maar kunnen ook een veel meer kosteneffectieve manier zijn deze crisis aan te pakken.”

Landbouwers in ontwikkelingslanden

Veel mensen in ontwikkelingslanden die weinig voedsel hebben, zijn boeren. Ze kunnen geen oogstseizoen missen, aldus Rajasingham. “Steeds meer wereldleiders benadrukken dat de pandemie meer levens kan opeisen door honger, dan via mensen die daadwerkelijk geïnfecteerd zijn door het virus”, aldus Dominique Burgeon, directeur noodsteun van de FAO. “Het staat niet vast dat het slechtste scenario werkelijkheid wordt, maar we moeten snel in actie komen, en op grote schaal.”

Eind maart schatte de FAO nog dat ze rond 100 miljoen extra nodig zou hebben. Maar steeds duidelijker wordt dat de coronacrisis een grotere socio-economische impact heeft dan aanvankelijk gedacht. De rekening kan nog verder oplopen omdat niemand weet wat het coronavirus nog gaat aanrichten in de komende maanden.

Voorbeelden van steunoperaties

De FAO legt uit waar het extra geld onder meer naartoe gaat. Zo heeft de FAO meer dan 4 miljoen kg aan zaden verdeeld in Zuid-Soedan, dat behoort tot de allerarmste landen. Op deze manier hoeven boeren in het land het zaaiseizoen niet te missen. Nog eens 4 miljoen zaden zijn gekocht om verdeeld te worden. Daarnaast zijn ruim 100.000 stuks handgereedschap uitgedeeld aan in totaal 1,8 miljoen boeren.

Nog eens 50.000 mensen in Zuid-Soedan hebben visgerei gekregen. Op deze manier kunnen families genoeg voedsel verbouwen voor de komende 6 maanden, aldus de FAO.

In Somalië geeft de FAO vooral cash zodat mensen voedsel en andere basisbehoeften kunnen kopen. De afgelopen 60 dagen is 4 miljoen dollar uitgekeerd via een mobiele app, zodat circa 200.000 Somaliërs kunnen overleven. Nog eens 240.000 landbouwers krijgen een SMS met elektronische vouchers. Met de vouchers kunnen ze zaden, landbouwgereedschap, irrigatiematerialen en opslagzakken kopen.

In Syrië worden dan weer groentekwekerijen opgezet, waarmee boeren hun inkomen met zo’n 2.000 dollar kunnen verhogen. In Haïti zijn zaad en andere productiemiddelen aan 50.000 landbouwers uitgereikt. In Pakistan wordt geïnvesteerd in plattelandsscholen, waar onder meer landbouwers wordt geleerd oogstverliezen te beperken.

De FAO wil met het gevraagde extra geld ook de dataverzameling over honger verbeteren, zodat sneller en daadkrachtiger kan worden opgetreden.

135 miljoen mensen ‘voedselonzeker’

Nog voor de pandemie losbrak, waren 135 mensen miljoen mensen acuut in hun voedselzekerheid bedreigt. Zo’n 27 miljoen mensen daarvan bevonden zich op de rand van hongersnood. De FAO noemt enkele voorbeelden. Somalië bijvoorbeeld ervaart momenteel diverse schokken, zoals overstromingen, een sprinkhanenplaag en het coronavirus. Zo’n 3,5 miljoen mensen zouden tussen juli en september ’s ochtends niet weten of ze die dag te eten zal hebben.

In Afghanistan zou een derde van de bevolking, ruim 10 miljoen mensen, tussen juni en november geraakt worden door acute voedselonzekerheid. In het Midden-Oosten zijn diverse landen, zoals Syrië en Irak, kwetsbaar omdat hun maatschappijen al ontwricht zijn door oorlog en geweld. Bepaalde armere netto voedsel importerende landen – zoals Ecuador en Venezuela – zijn dan weer kwetsbaar door een vallende wisselkoers en handelsbeperkingen.

“Donoren waren vrijgevig en reageerden snel toen de afgelopen maanden de woestijnsprinkhaan opkwam. We hebben deze vrijgevigheid nu ook nodig om een sterke stijging van het aantal mensen dat acuut honger lijdt, te voorkomen”, aldus Qu.

Jan Cees Bron

Lees ook in Covid 19

Meer artikelen bekijken