Startpagina Edito

Edito: Europees dierenwelzijnslabel geen slecht idee

De Duitse plannen voor een Europees dierenwelzijnslabel lijken zo slecht nog niet. Het kan orde scheppen in een wirwar van keurmerken, en het onderwerp aankaarten in landen waar dit nog niet gebeurde. Het plan kan zo de Vlaamse sector helpen ook in deze landen een meerprijs te vragen.

Leestijd : 2 min

Tot 1 januari mag Duitsland als het hoofd van Raad van de Europese Unie haar stempel drukken op de Europese agenda. Wat landbouw betreft, ontvouwde landbouwminister Julia Klöckner onlangs bij een informele samenkomst van collega’s uit andere lidstaten haar prioriteiten. Zo slecht lijken die op het eerste gezicht toch niet.

Zo wil de Duitse Christendemocraat een grondige analyse maken van wat de coronapandemie ons wel en niet leert over de rol van de landbouw in onze maatschappij. Als één van de weinige sectoren draaide de landbouw en voedingsmiddelenindustrie tijdens de coronacrisis vol door. Het klinkt dan ook als een uitnodiging om de landbouw meer waarde toe te kennen, wat dan hopelijk ook bijdraagt tot een Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) met minder druk op subsidies en een realistische verduurzamingsstrategie.

Een tweede onderwerp dat ze aansnijdt, is die van een Europees dierenwelzijnslabel. Een dergelijk label kan landen die nog weinig doen met dierenwelzijn de juiste kant op duwen terwijl het voor de rest een kans is te komen tot eenduidige standaarden binnen en over grenzen. Want, zo wordt soms terecht opgemerkt, momenteel dreigt toch wel een wirwar aan duurzaamheidskeurmerken te ontstaan.

Voor Vlaanderen kan een dergelijke evolutie positief zijn. De Vlaamse politiek heeft de mond vol over de noodzaak te komen tot meer toegevoegde waarde, zowel qua kwaliteit van het product als via een focus op duurzaamheid. Dierenwelzijn is daar een onderdeel van. Probleem van dit verhaal: Vlaanderen is heel exportgericht.

Om een voorbeeld te noemen: in 2019 voerde Vlaanderen voor 1,3 miljard euro aan varkensvlees uit. De handel in varkens is goed voor een handelsoverschot van 1,2 miljard euro. Een deel van het vlees gaat naar landen waar je met een dierenwelzijnsverhaal wel aan kunt komen, zoals Nederland of Duitsland. Deze landen en ook Denemarken steunden het initiatief van Klöckner dan ook direct. Maar een substantieel deel van de buitenlandse consumenten is nog niet bereid een Vlaams systeem op waarde te schatten. Het is lastig de rekening van een nieuw verdienmodel kloppend te maken als je bij een deel van de afzet de meerkosten niet kunt doorrekenen.

In de Europese politiek eindigt bijna alles in een compromis. Een deel van de landen waar dierenwelzijn nog geen groot issue is, zal dwarsliggen. Wat de drempel zou kunnen verlagen is een consumentenvriendelijk systeem met gradaties - denk aan de kleurcodes van de Nutri-score of de sterren van het Beter Leven-systeem. Daarnaast is cruciaal dat de Europese politiek niet alleen een goed classificatiesysteem ontwikkelt, maar ook afspraken maakt over hoe boeren voor extra werk en kosten betaald kunnen worden.

Jan Cees Bron

Lees ook in Edito

Meer artikelen bekijken