Startpagina Varkens

Varkenshouders Geurts (Scherpenzeel, NL): “Een goede arbeid-opbrengstverhouding is belangrijker dan groei”

De familie Geurts in het Nederlandse Scherpenzeel heeft een gesloten bedrijf met 400 zeugen en 3.300 vleesvarkens. Ze zijn bezig hun zeugenstal te verlengen. Sinds 2019 mengen ze zelf het voer voor de vleesvarkens. Jaco Geurts is politiek actief en maakt zich steeds meer zorgen over de maatschappelijke status van het dier. “Wij maken kwalitatief mooi en gezond varkensvlees met oog voor het dier, maar het moet wel werkbaar blijven.”

Leestijd : 6 min

Varkenshouders Jaco en Mirjam Geurts wonen in het Nederlandse Scherpenzeel, in het midden van Nederland op de Veluwe. Hun boerderij heet Veldhorst. In 2007 nam Jaco het varkensbedrijf over van zijn ouders. Tot een jaar daarvoor was het een vermeerderingsbedrijf met 400 zeugen. Om hun zoon een zet in de rug te geven bouwden de ouders van Jaco er in 2006 een splinternieuwe vleesvarkensstal bij voor 3.300 vleesvarkens. Daardoor werd het meteen een gesloten varkenshouderij, waarmee zoon Jaco overigens erg in zijn nopjes was.

“Inmiddels is dat niet meer het geval, het bedrijf is niet meer gesloten omdat de zeugen natuurlijk steeds meer biggen krijgen”, aldus Jaco. “Vandaar dat wij tegenwoordig soms een koppel biggen moeten verkopen, omdat er geen ruimte meer is in de vleesvarkensafdelingen. Dat doe ik bij voorkeur trouwens niet, omdat vleesvarkenshouders steeds meer ‘zeuren’ over de kwaliteit van de biggen.” De vader van Jaco bleef, na de overdracht van het bedrijf aan zijn zoon, hem nog 10 jaar lang helpen, tot zijn 77ste.

200 zeugen erbij

Qua bedrijfsvoering heeft Jaco dingen die hij op dezelfde manier doet als zijn vader, maar ook dingen die hij anders doet. “Mijn vader was, naast boer, echt een ondernemer. Hij had zowel goed zakelijk inzicht als een goed marktinzicht. En hij was meer koeienboer dan varkenshouder. Ik ben minder een ondernemer en meer een dierenman, en ook echt een varkensboer. Dat is het belangrijkste verschil.”

In 2012 vroeg de familie Geurts een vergunning aan voor verlenging van de bestaande groepshuisvesting drachtige zeugen en dekstal. Jaco: “Om het direct maar goed te doen, vroegen we meteen een Natuurbeschermingswetvergunning aan. Het zat mee, binnen een jaar hadden we de vergunning binnen.” Met deze vergunning kan de familie naar 600 zeugen evolueren en hebben de zeugen ook meer ruimte. Op dit moment wordt de inrichting van deze stal geïnstalleerd (zie foto).

Met de nieuwe vergunning kan de familie Geurts uitbreiden naar 600 zeugen en krijgen de zeugen ook meer ruimte. Op dit moment wordt de inrichting geïnstalleerd.
Met de nieuwe vergunning kan de familie Geurts uitbreiden naar 600 zeugen en krijgen de zeugen ook meer ruimte. Op dit moment wordt de inrichting geïnstalleerd. - Foto: DvD

Voorlopig houdt de varkenshouder het echter nog op 400 zeugen. “Ik wil al wel de dekstal verplaatsen en die wordt ook luxueuzer dan de oude. Verder wil ik veel vrijloopruimte creëren.” De stal is dus echt voor de toekomst gebouwd. Jaco wil snel kunnen schakelen in aantallen. Als de markt verandert, wil hij met 200 zeugen kunnen uitbreiden. Ook omdat hij, gezien zijn leveranciers en afnemers, een bepaalde kritische omvang moet hebben. Jaco: “Groei is echter geen doel op zich. Ik verdien liever meer geld aan de dieren die ik al heb, dan dat ik uitbreid. Dat is ook duurzamer.”

Eigen aanfok gelten

De familie Geurts doet mee aan het Nederlandse concept ‘Keten Duurzaam Varkensvlees’ (KDV). Daarbij voldoen ze ook aan het Nederlandse keurmerk ‘Beter Leven 1 ster’ én ze werken ook nog eens antibioticavrij. Ze leveren aan slachterij Westfort in het Nederlandse IJsselstein. “De reden waarom de slachterij altijd tevreden is, komt ook omdat wij met Radio Frequency IDentification-tags werken (RFID). Je kunt het dier dus vanaf de geboorte tot aan de slachtlijn volgen en de gezondheidsstatus en alle andere belangrijke gegevens zijn per dier bekend.”

Een andere reden waarom de familie Geurts bijbouwt, is ook omdat ze nog efficiënter willen produceren met een nóg hogere gezondheidsstatus. Jaco: “Ik koop nu dus nog dekrijpe gelten aan, maar wil binnen 5 jaar naar volledig eigen aanfok van dekgelten. De reden is dat je zodoende de kans op ziekte-insleep nog verder reduceert. De extra ruimte die ik nu dus creëer met het verlengen van deze stal is ook voor de opfokgelten bedoeld.” Verder denkt de Scherpenzeelse varkensboer ook na over de introductie van een meerwekensysteem. Nu werkt hij nog met een eenweeksysteem. Omdat hij richting de 50 jaar gaat, vindt hij het ook wel prettig om meer rustmomenten in een jaar te hebben. Jaco: “En dat kun je realiseren met een vier- of vijfwekensysteem.”

Wisseling in kruising

Ook wat betreft de kruisingen die de varkensboer gebruikt, wijkt hij af van de standaard. De ene helft van het jaar gebruikt hij de kruising TN70-zeug x Tempo-beer en de andere helft van het jaar gebruikt hij de kruising TN70 x PIC 408-beer. Hij kiest voor de PIC 408-beer, die snelle groei vererft. Jaco: “De Tempo-beer geeft sterkere biggen die makkelijker groeien in de winterperiode. De 408-beer, die ik de andere helft van het jaar gebruik, brengt meer op in het KDV-concept.” De varkensboer is heel vrij qua kruisingskeuze, ook omdat hij zo’n goede kwaliteit vleesvarkens levert en met de RFID-tags werkt. Het aantal gespeende biggen per zeug ligt momenteel op 31. In 2017 waren dat nog 28 stuks. Jaco: “Wij gaan dus zo’n halve big per jaar vooruit, vandaar ook dat wij steeds meer losse koppels moeten verkopen.” De uitval na het spenen is heel laag, met slechts 1,3%. De uitval voor het spenen is zo’n 12%. Naast niet per se hoeven groeien als varkensbedrijf hoeft Jaco ook niet per se meer biggen per zeug. “Een goede arbeid-opbrengstverhouding is voor mij vele malen belangrijker.”

Eigen voer

Enkele jaren geleden begon de Nederlandse overheid circulaire landbouw te promoten. De Scherpenzeelse varkensboer is daar ook mee bezig. Sinds 2019 mengt hij zelf zijn voer voor de vleesvarkens. Dat koopt hij aan in België, Frankrijk of Duitsland via de Nederlandse mengvoerbedrijven De Heus Voeders of ABZ Diervoeding. Jaco: “Het gaat dan om tarwe, soja, gerst of mais.” Het voer wordt gehamerd met een Duitse hamermolen van het merk Neuero. Daarna gaat het voer naar de kegelmenger. Het scheelt de varkensboer maar liefst 3 euro per ronde per vleesvarkensplaats. “Maar je hebt er ook meerkosten aan hoor, dus het is niet helemaal die 3 euro. Wat zeker wel een voordeel is, is dat je, wat voerinkoop betreft, veel dichter op de markt zit. En je krijgt veel meer marktinzicht, waardoor ik nu soms precies op het juiste moment, als de prijs het laagst is, een mooie partij voer inkoop.”

Het voer wordt gehamerd met een Duitse hamermolen van het merk Neuero. Daarna gaat het voer naar de kegelmenger.
Het voer wordt gehamerd met een Duitse hamermolen van het merk Neuero. Daarna gaat het voer naar de kegelmenger. - Foto: DvD

Aanwezigheid geeft meer begrip

Naast ‘dierenman’ heeft Jaco ook duidelijk bestuurlijke capaciteiten. Hij is lokaal actief voor de grootste Nederlandse politieke partij, de VVD. Jaco: “Ik ben jarenlang bestuurslid geweest van de gemeentelijke afdeling van de VVD. Nu nu niet meer, maar ik sta wel op de gemeentelijke VVD-kieslijst voor aankomend jaar.” De Scherpenzeelse varkensboer heeft sterk ervaren dat boeren in de (gemeentelijke) politiek enorm belangrijk zijn. “Ik merkte de afgelopen jaren dat alleen al mijn aanwezigheid als veehouder bij vergaderingen en bijeenkomsten zorgt voor begrip voor de veehouderij. Wat ook handig is, is dat je onrealistische denkbeelden over de agrarische sector als boer meteen kun tackelen. Dus collega-agrariërs in Europa, wees politiek actief!”

Naast politiek actief is Jaco ook nog voorzitter van de lokale VVV, de organisatie in Nederland die toeristen voorlicht en Nederland promoot. Tot zijn genoegdoening ziet hij dat veel agrarische bedrijven in de gemeente Scherpenzeel nevenactiviteiten ontplooien die recreatie bevorderen of het toerisme stimuleren. “De nieuwste trend is camperovernachtingsplaatsen bij de boer. En dan zou je denken: wat heeft dat nou voor voordelen voor de agrarische sector, maar dat is meer dan je verwacht. Al die honderden of misschien wel duizenden stadsmensen die de boerenhoven bezoeken in deze regio zien hoe de agrarische sector in de praktijk werkt. Ze zien niet meer het door de media gecreëerde beeld van tv en internet, maar de werkelijkheid. En ze kunnen boeren ook vragen stellen over het hoe en waarom. Verder zien de stadsmensen dan ook dat wij heel goed voor onze dieren en het land zorgen.”

Volgens de varkenshouder is toerisme en recreatie voor collega-boeren een bron van nevenactiviteiten en -inkomsten waar ze zeker gebruik van moeten maken. Omdat hij voorzitter is van de plaatselijke VVV is hij ook lid van de organisatie ‘Vallei Boert Bewust’, een organisatie die werkt aan verbinding tussen boer en samenleving in de eigen streek. Jaco: “De bedrijven die meedoen, staan open voor een eerlijk gesprek over voedsel en over hoe het geproduceerd wordt.”

Maatschappelijke status dier

De Scherpenzeelse varkenshouder wordt niet echt zenuwachtig van eventuele nieuwe wetgeving voor de varkenshouderij vanuit Den Haag of Brussel. Jaco: “Ik vind wel dat, als ze nieuwe regelgeving verzinnen, ze ons ruim de tijd moeten geven om om te kunnen schakelen.” Waar hij wel zenuwachtig van wordt, is de veranderde maatschappelijke status van het dier. Jaco: “Dat vind ik dus een ‘spannende’ ontwikkeling. Het moet niet zo wezen dat als één dier een beetje een kapot oortje heeft of een keer ziek is, dat daardoor dan gelijk je hele agrarische ondernemerschap in twijfel word getrokken. Wij zorgen heel goed voor onze dieren, maar het blijven wel dieren.”

Dick van Doorn

Lees ook in Varkens

Meer artikelen bekijken