Startpagina Bieten

Komt er een nieuwe suikerfabriek in Wallonië?

Sinds enkele maanden gonst het van de geruchten en zijn er veel speculaties over een nieuwe suikerfabriek in Wallonië. Die zal komen voor, maar vooral ook door Waalse planters. Vorige week werd er door middel van een infovergadering, waar een 500-tal landbouwers waren, meer uitleg gegeven.

Leestijd : 8 min

De initiatiefnemers voor dit project vinden we terug bij de ABW (Association des Betteraviers Wallons), de Waalse vereniging van suikerbietplanters. Jean-Jo Rigo, David Jonckheere en Michel Pecquereau zijn de bezielers van het project en schiepen één jaar na het begin van hun studiewerk naar de nieuwe suikerfabriek duidelijkheid over hun toekomstvisie, ook wel revolutie in de Belgische suikersector genoemd.

“Dit project komt er niet om in de oppositie te gaan tegen de industriële suikergroepen in België, maar is er gekomen om aan de suikerbietplanters de mogelijkheid te geven om deel te nemen aan een betere valorisatie van de verwerking van hun bieten”, zo klinkt het alvast bij de initiatiefnemers.

Het idee is om een coöperatieve op te richten die in handen is van de landbouwers zelf. Er wordt van een gemiddelde transportafstand uitgegaan van 42 km om 1.500.000 ton bieten aan te leveren. 2.000 telers kunnen betrokken zijn, 90 directe arbeidsplaatsen kunnen gecreëerd worden en meer dan 300 indirecte arbeidsplaatsen. We spreken over een investeringsbedrag van 300 miljoen euro, waarvan 213 miljoen geleend moet worden. Het andere deel van het geld hopen ze bij de boeren op te halen. Bovenal kan de suikerbietplanter profiteren van de meerwaarde die gerealiseerd wordt met de verwerking van de bieten. Dit alles gebeurt onder het goedkeurend oog van de Waalse overheid. Voor de financiering van het project wordt een oproep gedaan naar de landbouwers om zich financieel te engageren. Deelname van de landbouwers is een vereiste om deze suikerfabriek te bouwen!

Voor de landbouwers

Voor de nieuwe fabriek zoekt het ABW zo’n 20.000 ha suikerbieten bijkomend in Wallonië. Jean-Jo Rigo wijst erop dat wij met deze teelt Europees kampioen zijn en dat we over de waarborg beschikken om ook in de toekomst een homogene productie te behalen, zelfs bij een opwarming van het klimaat.

“Onze wens is om de suikerbietteelt voort te zetten en te herwaarderen”, legt Jean-Jo Rigo uit. “We hopen ook dat dit ambitieuze project een boost mag betekenen voor onze buren en waarom ook niet voor de andere teelten. Het is misschien wat idealistisch, maar is dit slecht?”

Om de teelt voort te zetten

“Om een toekomst te bieden aan onze bietentelers, moet er een aantrekkelijke vergoeding zijn, dit houdt ook duurzame en performante fabrieken in die de toegevoegde waarde die de verwerking met zich meebrengt, delen”, zo klinkt het bij de vereniging van Waalse suikerbietplanters.

Om aan deze verwachtingen te voldoen hebben ze besloten om de mogelijkheden te onderzoeken om zelf direct een fabriek te bouwen en te beheren. Het doel is om aan de suikerbietplanters de mogelijkheid te bieden om zelf mede-eigenaar te worden van de fabriek die hun suikerbieten verwerkt. Het onderzoekswerk naar het idee van een nieuwe suikerfabriek werd uitbesteed aan een consultingbureau gevestigd in Louvain-la-Neuve.

Ongeuitte spanningen

De afschaffing van de suikerquota accentueert het liberalisatieproces en schept ruimte voor nieuwe concurrentiemogelijkheden in de suikersector. Jean-François Gosse behoort tot het management van het consultingbureau dat de plannen voor een nieuwe suikerfabriek onderzocht. Hij ziet reeds vandaag dat de afschaffing van de productiebeperking ervoor gezorgd heeft dat de gecontracteerde volumes tussen suikerbietplanters en industrie met 15 % verhoogd zijn. Dit kan zelfs nog gaan tot een productiestijging van 20 %, mede dankzij de gunstige weersomstandigheden die de teelt gekend heeft.

Grenzen tussen de lidstaten zijn open, de prijs van suiker daalt of laat zich nog volatieler zien, de commerciële concurrentie tussen industriëlen verhardt, en een nieuw fenomeen is de verhouding tussen planter en suikerfabriek. Zo ziet de heer Gosse het alvast.

In de handen van de boeren, hyper performant en een betere prijs

De vereniging van Waalse suikerbietplanters legde het consultingbureau drie voorwaarden op om dit project te realiseren.

1. De meerderheidsaandeelhouder van de nieuwe fabriek moet een landbouwcoöperatieve zijn.

2. De nieuwe suikerfabriek moet de meest performante op economisch vlak zijn. Dit moet weerstand bieden aan de grootste risico’s: een daling van de suikerprijs, maar ook een verhoging van de energiekost. Hiernaast mag het milieu niet vergeten worden.

3. De nieuwe fabriek heeft niet tot doel een winstmaximalisatie voor zijn aandeelhouders na te streven. Een beperkt deel van de winst moet behouden worden uit voorzichtigheid, maar ook om bijkomende investeringen te kunnen doen. De winst moet ook verrekend worden in de aankoopprijs van de suikerbieten.

Groen licht

Het licht staat op groen, Jean-François Gosse kan een positief ant-woord formuleren op de drie voorgaande uitdagingen.

Coöperatieve

De formule van een coöperatieve die op industriële schaal werkt, is niet gangbaar in België, maar is dominant aanwezig in de ons omringende landen. Tereos is nr 1 in Frankrijk en nr 3 in Europa en is in het bezit van 12.000 planters. Bij Christal Union, dat nr 2 is in Frankrijk en nr 5 in Europa, zijn 10.000 bietenplanters aangesloten. In Nederland is er Suiker-Unie met 10.000 aangesloten boeren. Deze sterke traditionele coöperatieven zijn goed voor een kwart van de Europese productie. We kunnen hierbij bemerken dat de Duitse coöperatieve Südzucker en Nordzucker beursgenoteerd zijn, maar voor de meerderheid in het bezit is van landbouwers en ook bijna 40 % van de Europese productie vertegenwoordigt.

De meest performante fabriek op economisch en ecologisch vlak

Om op deze uitdaging/vereiste een antwoord te bieden, zijn er drie vragen die gesteld moeten worden: wat is de nominale capaciteit van de fabriek. Of beter: hoeveel suikerbieten moeten er per dag verwerkt worden om de kosten optimaal te beheersen? Voor welke locatie wordt gekozen? Welke technologieën moeten geïnstalleerd worden?

Het ontwerpen van de suikerfabriek werd toevertrouwd aan De Smet Engineers & Contractors, een industrieel ontwerper van sleutel-op-de-deuroplossingen. Eén suikerfabriek op de twee in de wereld zou door hen getekend en gebouwd zijn!

Om de nominale capaciteit van de fabriek te behalen, is de suikerextractie het orgelpunt: 14.000 ton bieten per dag zou ideaal zijn om de productiekosten te minimaliseren. Dit weerspiegelt een volume van 1.500.000 ton suikerbieten voor een campagne van 100 dagen en rekening houdend met een tarrapercentage van 6 %.

De suikerfabriek die men voor ogen heeft, zal suiker, coproducten en ‘nul afval’ produceren. Heel concreet zou het gaan om 223.000 ton suiker, 25.000 ton melasse, 46.000 ton gedroogde pulp, 75.000 ton perspulp, 30.000 ton bietenstaartjes, 47.000 ton schuimaarde en 89.000 ton aarde en stenen. Het project heeft de ambitie om 70 % van de pulp te drogen in het kader van een specifieke, energie-efficiënte procedure. Om een idee te geven van de omvang van de nieuwe fabriek: deze zou ongeveer de dimensies van de suikerfabriek van Fontenoy aannemen.

In Seneffe, in het hart van Henegouwen!

De plaats waar de nieuwe suikerfabriek zou komen, moet voldoen aan drie vereisten: transportkosten beperken, over aangename modaliteiten in de omgeving van de site beschikken en een efficiënte energiebevoorrading dient voorhanden te zijn.

“Transport is een hoofdonderwerp als we het op economisch en milieukundig vlak bekijken. Bovendien is het kostenpost nummer twee, na de grootste kostenkost, de aankoop van de bieten zelf. Er wordt rekening gehouden met een gemiddelde transportafstand van een veertigtal kilometer voor de nieuwe suikerfabriek, terwijl dit bij de Tiense Suikerraffinaderij 50 km is en bij Iscal 65 km.

Op basis van de drie voornoemde criteria zou de nieuwe suikerfabriek gebouwd kunnen worden op een industrieterrein van 14 ha in de industriezone van Seneffe-Manage. Deze beschikt o.a. over enkele sterke troeven, waaronder het ontbreken van directe bewoning in de omgeving van de fabriek. Een ander sterk punt is dat er op 2 km afstand een loskade voor schepen is op het kanaal Brussel-Charleroi. O.a. het transport van kalksteen en cokes kan hierdoor geoptimaliseerd worden. Hiernaast ligt er op 10 km afstand een interessant verkeersknooppunt met een groot kanaal, twee spoorwegen en een autosnelweg. Vervoer via zeecontainers kan hierdoor tevens interessant worden. Drie keer per week varen hier boten af naar Antwerpen, dat een hoofdstad is in de export van suiker. Ook de spoorweg kan interessant zijn om suiker te vervoeren, net als de E42 autosnelweg.

Hiernaast moet nog opgemerkt worden dat we op 3 km zitten van een hoofdleiding van Fluxys. Dit is interessant omdat het industrieel verwerken van suikerbieten, gas op hoge druk als energiebron nodig heeft.

De beste beproefde technologieën

Volgens De Smet Engineers & Contractors kan de nieuwe suikerfabriek op energetisch vlak zich duidelijk onderscheiden van bestaande suikerfabrieken. Concreet zou er niet meer dan 674 kWh per ton geproduceerde suiker aan energie verbruikt worden.

Het studiebureau schat de kosten van de bouw van de suikerfabriek op 286 miljoen euro. Hier moet nog het volgende aan toegevoegd worden: aankoop van de terreinen, vergoeding voor het team dat instaat voor dit project en de opvolging ervan, infrastructuurinvesteringen in de omgeving.

Om de aankoopprijs van de suikerbieten te berekenen, wordt niet van het klassieke businessplan uitgegaan, maar van het omgekeerde ervan. De ‘variabele kost’ wordt hierbij het uitgangspunt.

Voorstel tot deelname

Eind december nodigt de Waalse vereniging van suikerbietenplanters de landbouwers uit om hun mening te geven over het project, zonder dat ze hierbij enige verbintenis aangaan. Tevens wordt er gepolst naar de intentie om financieel bij te dragen aan het project. In maart 2018 wordt dan de beslissing genomen om te stoppen met het project of door te gaan, ook krijgt men dan een zicht op de omvang van het project.

De hoofdaandeelhouder zou de landbouwcoöperatie SCTC (société coopérative de transformation et commercialisation) worden. Stichters, leveranciers, boeren en landbouwvennootschappen zouden hier deel van uitmaken. Het doel is om 45 miljoen euro of 55% van het kapitaal op deze manier op te halen.

De andere aandeelhouders worden voornamelijk gevormd door overheids instellingen (regionale investeringsmaatschappij van Wallonië, Europese investeringsbank), in een mindere mate kunnen privé-investeerders bijdragen. Doel is om hiermee minstens 30 miljoen euro of maximum 45% van het kapitaal op deze manier binnen te halen.

De landbouwcoöperatie SCTC en de andere investeerders dragen dus respectievelijk 60% en 40% van het kapitaal bij aan de Naamloze Vennootschap ‘Wall Sugar’, Suikerfabriek van Seneffe.

Er worden drie vormen van aandeelhoudersschap bij de landbouwcoöperatie SCTC vooropgesteld. ‘Aandeel A’ is er voor de stichters, zij hebben stemrecht en een dividend maar geen leveringscontract. ‘Aandeel B’ is er voor de leveranciers aan de suikerfabriek van Seneffe. Dit geeft stemrecht en een leveringsrecht van suikerbieten, maar geen dividend. ‘Aandeel C’ is er voor andere aandeelhouders.

Meer informatie over het project, uiten van deelname-interesse of financiering kan via: abwserres@innovity.net

Naar M. de N.

Lees ook in Bieten

Meer artikelen bekijken