Startpagina Covid 19

Laurence Claerhout (Linked Farm) : ‘Korte keten wordt te weinig gezien als volwaardig verdienmodel’

Aardbeien uit de automaat en aardappelen uit de hoevewinkel: de wereld van de korte keten is zo divers én uitdagend. Na het afbouwen van de coronamaatregelen kunnen we ongetwijfeld weer genieten van een zelfgedraaid ijsje op het terras van een melkveebedrijf. In de totale distributie van verse voeding is het aandeel van de korte keten echter nog eerder beperkt. Dat wil Laurence Claerhout van Linked Farm in Asse veranderen.

Leestijd : 5 min

Gezonde voeding van de lokale boer en tegen een eerlijke prijs. Dat zijn de 3 duurzame basisbegrippen waar het voor Laurence Claerhout in de korte keten allemaal rond draait. We hadden met haar een gesprek vooraleer de coronacrisis in alle hevigheid losbarstte. Intussen kent de verkoop via de korte keten een nooit eerder geziene groei. En dat is uitstekend. Nu nog iedereen op de lange termijn blijven overtuigen.

Voeling met natuur kwijt

“Wat is gezonde voeding? Voeding die voorgewassen, heel proper en voorverpakt is? Is dat gezond? We zijn de voeling met de natuur bijna volledig kwijt”, zegt Laurence Claerhout. “We leven langer, maar eten we gezonder? Kijk maar naar de gevolgen van chronische ziektes, veelal door een onaangepast en ongezond voedingspatroon. Vaak leven we langer omdat de gezondheidszorg flinke stappen vooruit heeft gezet. En niet omdat we gezonder zijn gaan eten. We kunnen gewoontes in het voedingspatroon maar veranderen als het gaat om de eigen gezondheid. Ons koopgedrag wijzigt niet onmiddellijk door meer aandacht te hebben voor duurzaamheid, voor betere prijzen of voor de mooie ogen van de boer.”

En dan is de link tussen gezondheid en duurzaamheid direct gelegd. Claerhout, die handelsingenieur van opleiding is en in Asse woont, werkte een heel tijd voor Disney. Later ontdekte ze in de textielbusiness vooral dat je pas een productiemodel kan gaan veranderen als je eerst het economisch model anders invult. “Je kan onmogelijk aan de boer die vandaag moeilijk rond komt, vragen om zijn productiemodel volledig om te gaan gooien. Door een stevig economisch fundament als basis te hebben, kan je grote stappen vooruit zetten in duurzaamheid én ecologie.”

Volgens Laurence is de verkoop via de korte keten het meest geschikte verdienmodel. “Het grote probleem van de korte keten was tot voor de coronacrisis dat we maar de kruimels hebben. In Vlaanderen werd er veel te weinig op ingezet of was/is er te weinig geloof dat de korte keten een leefbaar model voor de boeren kan worden.” Dat de verkoop via de korte keten nu boomt, juicht Laurence alleen maar toe.

Dat er te weinig geloof in het model was/is, heeft volgens Laurence Claerhout vooral te maken met het gangbare en bestaande landbouwmodel. “De strategie is nog altijd: zo intensief mogelijk produceren, gericht op de export. En vanuit bepaalde overheden en organisaties wordt zo’n model nog altijd (financieel) gesteund en volop gesubsidieerd. Dat is een traditie die zo sterk is ingeburgerd in het Europees landbouwmodel: hoe groter, hoe meer. Zo’n systeem is niet gericht op de verkoop via de korte keten. Of ten minste, het stimuleert zeker zo’n aanbodsysteem niet.”

Volgens Claerhout worden boeren vooral aangezet om te groeien, te groeien en nog eens te groeien. “Omzet betekent echter geen winst. Als je alleen maar in omzet groeit maar je kunt jezelf op het einde van de maand geen treffelijk loon uitbetalen, waar zijn we dan mee bezig? Ik begrijp dat die korte keten geen oplossing is voor alle boeren, in de akkerbouw ligt zo’n systeem bijvoorbeeld veel moeilijker.”

“Maar ik ben ervan overtuigd dat als je economisch model goed zit, de rest automatisch volgt. Wie er zijn boterham mee verdient, zal bereid zijn om wat meer risico’s te nemen, wat minder te spuiten , het bio-label aan te vragen… Er ligt een hele markt open. Maar daar is een andere vorm van beleid voor nodig: het gaat om inzicht, en dat lukt van vandaag op morgen niet. We kunnen wel kleine stappen in de juiste richting zetten, en dan moet ook het beleid in Vlaanderen en Europa meer volgen.”

Verkopen is een kunst

Voor landbouwers is het niet eenvoudig: verkopen was en is vaak niet hun eerste en grootste zorg. “Nee, boeren hebben niet geleerd om zichzelf te vermarkten. Het wordt meestal voor hen gedaan: zo worden hun melk, hun varkens opgehaald. En ook verkocht, met heel veel tussenschakels die allemaal moeten worden betaald. Maar die boer moet met zijn producten wel concurreren op een geglobaliseerde wereldmarkt. Voor enkele sectoren is het misschien beter om wat minder groot te gaan, zodat er eventueel wat tijd en investeringen vrijkomen om meer in die korte keten te investeren. Maar dat vraagt marketing, inzet op sociale media… Niet iedereen kan daarmee om of is hiervoor in de wieg gelegd.”

Vaak merkt Laurence dat belangrijke beslissingen worden genomen op scharniermomenten in de bedrijfsvoering. “Rond overnames, grote investeringen… Dan wordt wel nagedacht om het eventueel anders te gaan doen of zich anders te oriënteren. Wie tussen de 2 systemen (ofwel ben je groot, ofwel ben je klein, red) hangt, heeft het moeilijk. Als de keuze is gemaakt, verloopt die overstap al iets gemakkelijker. En alles en iedereen is welkom in die korte keten. Dat wordt wel eens vergeten. Stop eens met die korte keten al te vaak te associëren met de kleine, schattige geitenwollen sokkenboer.”

“Je bent op het bedrijf met korte keten ook bij voorkeur met 2: man/vrouw, moeder/dochter, 2 broers… Er zijn voorbeelden die het levende bewijs zijn dat een omschakeling naar de korte keten wel een haalbaar en rendabel verdienmodel oplevert.”

Hoewel Laurence ook de initiatieven van het Steunpunt Korte Keten een warm hart toedraagt, hinkt Vlaanderen nog wat achterop. “In Brussel en Wallonië komt dat beter van de grond. Het lijkt wel of in Wallonië de schakels korter zijn, de afstanden minder en de aandacht voor dat coöperatieve meer in de genen zit. Er is bij ons te weinig voeling met de terroir van de voeding. Neem nu eens Denemarken als voorbeeld. Daar liggen moestuinen in scholen, wordt koken met gezonde en lokaal geteelde producten gezien als een vorm van integratie. Wat eet jij in je land? Bij ons is die kennis er niet meer. Weet je dat mijn dochter de enige in haar klas was die onlangs witloof en asperges herkende? Ja, ik heb de indruk dat Vlamingen te weinig chauvinistisch zijn. Veel aandacht gaat naar streekproducten, maar die zijn vaak gericht op langere bewaring (wijn, streekbier, mosterd…) en toch minder op verse producten.” Het is net nu, in een crisistijd, dat ook Vlamingen weer hernieuwde aandacht en belangstelling hebben voor die terroir . Iedereen hoopt dat het ook blijft duren.

Waarom elders goedkoop?

Of de korte keten niet duurder is? “De vraag is niet: moet de consument meer betalen? De vraag is: waarom komt het dat een product elders zo goedkoop is? Als je teruggaat in de keten hangen daar ook subsidies aan vast. Maar spijtig genoeg krijgt de boer in dit model niet voldoende voor het vele werk dat hij levert. Dus ja, de consument is zeker bereid om wat meer te betalen als die producten duurzamer, gezonder én ook lokaler zijn.” Er is volgens Laurence Claerhout ook nog een lange weg af te leggen voor scholen, woonzorgcentra, ziekenhuizen…

Ongetwijfeld gaat daar na de coronacrisis meer aandacht naar. Nu vooral hard blijven werken, en het ijzer smeden.

Lieven Vancoillie

Lees ook in Covid 19

Meer artikelen bekijken