Startpagina Bieten

Droogte en bladluizen trefwoorden voor bietenteelt in 2020

De fysieke groepsbezoeken aan de proefplatformen van de Vlaamse overheid, dit jaar voor het eerst in Bertem en Lennik, konden door de coronacrisis niet doorgaan. De organisatoren vonden een alternatief door middel van een digitaal proefveldbezoek. Landbouwleven trok als enige verslaggever naar het veld.

Leestijd : 4 min

In de suikerbietenteelt leerden we van KBIVB-voorlichter André Wauters dat de situatie in dit gewas duidelijk gebonden is aan het klimaat van het jaar. We hebben een heel regenachtige winter gehad met een natte situatie te velde die duurde tot midden maart. De hevige neerslag gaf compacte bodems met gronden die niet eenvoudig klaar te leggen waren. Dit zorgde voor problemen en stelde de telers voor vragen zoals hoe én wanneer ze de bodem klaar moesten leggen, hoe diep het veld te bewerken, hoe de zaaimachine af te stellen,… Wie in de winter zijn veld had geploegd, of niet-kerend had gewerkt, had het dit jaar moeilijker. Kleine kluiten aan de oppervlakte zijn meestal ideaal om slagregen op te vangen, maar dit jaar was het een nadeel omdat de bodem nog sneller uitdroogde. We hebben ook continu Noordoostenwind gehad en een lage luchtvochtigheid. Waar ondiep is gezaaid en/of niet goed is aangedrukt, is duidelijk een probleem gekomen met het kiemen van het zaad. Vaak is dit in verschillende fases gebeurd.

Op het landbouwbedrijf van Willy Ronsmans in Bertem en op dit van de familie Lemaire in Lennik heeft de Vlaamse overheid een proefplatform in akkerbouwgewassen aanliggen. Dit jaar is er geen fysiek proefveldbezoek, maar een digitaal.
Op het landbouwbedrijf van Willy Ronsmans in Bertem en op dit van de familie Lemaire in Lennik heeft de Vlaamse overheid een proefplatform in akkerbouwgewassen aanliggen. Dit jaar is er geen fysiek proefveldbezoek, maar een digitaal. - Foto: TD

Droogte

Voorlichter Wauters noemt 2 kernwoorden die de bietenteelt van 2020 reeds typeren. Dit is namelijk de droogte én de aanwezigheid van bladluizen. Het was droog zowel voor de veldopkomst als voor de onkruidbestrijding. Zaaizaad dat behandeld is met het middel ‘Force’ daar raadt het Bieteninstituut aan om een zaaidiepte van 2,5 cm te behouden. “Met deze droogte is dit ‘nipt’. Dit was geen probleem geweest met zaad behandeld met neonicotinoïden”, aldus de heer Wauters.

Van de uitzaai tot begin juni is er veel te weinig regen gevallen voor het welslagen van de bietenteelt. In de regio Haspengouw zou er volgens metingen van het KMI nog minder regen zijn gevallen dan in het Westen van het land. Door de droogte is de onkruidbestrijding niet altijd optimaal geslaagd. Vaak is er in de praktijk niet altijd een vooropkomst behandeling gebeurd. “Maar droge omstandigheden vragen dit ook niet.” Vervolgens is er snel de eerste en tweede FAR-behandeling uitgevoerd. Eind april is er een beetje regen gevallen en dit hielp voor de werkzaamheid van de gespoten middelen. Hierna werd het weer droog en heeft de derde FAR behandeling minder goed gewerkt. Sommige onkruiden zoals melganzevoet, hondspeterselie, melde en dit jaar ook varkensgras zijn aan het spuitsysteem beginnen ontsnappen. Blijven herbiciden spuiten heeft weinig bij gebracht en een schoffelbeurt drong zich op. De gepaste mechanisatie moet er echter zijn.

De onkruidbestrijding was ook een probleem in velden met grote en kleine bieten. Middelen zijn niet altijd selectief, zeker niet bij jonge bieten. Voor de landbouwers is het dan ook vaak een moeilijke keuze geweest: behandelen of niet, zo ja met wat en welke dosis.

Bladluizen

Dit jaar is de waarschuwingsdienst die het Bieteninstituut opzet voor ziekten en plagen weer geactiveerd op 23 april en diezelfde dag is het eerste spuitadvies gegeven om een behandeling te doen tegen groene bladluizen. Worden er hiervan gemiddeld 2 luizen per 10 planten gevonden, dan is de spuitdrempel overschreden. Dit voorjaar gebeurde dat zo een maand vroeger dan vorig jaar. Rond 22-23 april was op 5% van de bietenvelden de spuitdrempel al overschreden, maar hadden de bieten vaak nog maar 2 bladeren. Een ongekende situatie. Op 30 april zat 30% van de velden boven de spuitdrempel en op 5 mei, 50% van de velden. Een situatie die op 2 weken tijd enorm snel geëvolueerd is.

André Wauters legt uit dat de waarnemingen op kleine bieten gebeuren door de bladeren blad per blad te bekijken. Grotere planten kan men afsnijden en zo blad per blad gaan bekijken. Een 40-tal planten dienen op zijn minst geëvalueerd te worden tot in het hart van de plant. Op de jonge, opgerolde bladeren zitten de luizen het liefst.

Groene bladluizen waren dit jaar vroeg aanwezig in vele bietenvelden.
Groene bladluizen waren dit jaar vroeg aanwezig in vele bietenvelden. - Foto: TD

Vanaf 15 mei werden de natuurlijke vijanden van de bladluizen massaal gezien. Deze hebben samen met de inzet van insecticiden de situatie onder controle gekregen. Het KBIVB heeft dit voorjaar altijd geadviseerd om niet met pyrethroïden te spuiten omdat deze middelen niet slectief zijn en de nuttigen kunnen treffen.

Tot slot bemerkt André Wauters dat er dit jaar veel bladluizen zijn en we vroeg zijn beginnen spuiten. Dit heeft een economische impact op de teelt. De Force-zaaizaadbehandeling kost 35 euro/ha, één bespuiting uitvoeren kost meer dan 30 euro/ha. Afhankelijk van de situatie zijn er al 3 tot 4 bespuitingen geweest. De kost voor de insectenbestrijding komt nu al vlot ergens neer op 160 à 170 euro/ha. In vergelijking met vroeger zitten we zo’n 100 euro/ha duurder toen het zaaizaad nog behandeld mocht worden met neonicotinoïden (70 euro/ha). Ongetwijfeld heeft dit een impact op het rendement van de teelt. Om nog maar te zwijgen over de hoeveelheid actieve stof die nu gebruikt wordt ten opzichte van vroeger.

Tim Decoster

Lees ook in Bieten

Meer artikelen bekijken