Startpagina Tuin

Boom van het jaar: de notelaar

In Nederland werd de notelaar uitgeroepen tot boom van het jaar 2018. Thema van de verkiezing was namelijk ‘de eetbare boom’. Tamme kastanje en moerbei waren de andere kandidaten.

Leestijd : 5 min

B ij de keuze van de genomineerden en de winnaar werd vooral rekening gehouden met het eetbaar zijn voor mens en dier, met de kwaliteit (gezondheid) en de beschikbaarheid van de bomen in de handel. De terechte winnaar werd de notelaar en meer bepaald de okkernoot ( Juglans regia ), een notensoort die al sinds mensenheugenis in onze streken aanwezig is. Onze voorouders wisten deze boom zeer te waarderen omwille van zijn noten, zijn kwalitatieve hout en om zijn insecten verjagende eigenschappen waardoor het heerlijk toeven was in zijn schaduw.

Historisch

Lange tijd dacht men dat de okkernoot via het Middellandse zeegebied in Noordwest-Europa terechtgekomen is. Archeologische vondsten in Zwitserland wijzen echter uit dat walnootbomen er al 10.000 jaar geleden voorkwamen waardoor we met quasi zekerheid kunnen veronderstellen dat de okkernoot inheems is in West-Europa.

De boom heeft vele goede eigenschappen: het hout is van uitstekende kwaliteit, de smakelijke noten zijn voedzaam en de schalen doen dienst als geneesmiddel. Daarom was de boom in de oudheid toegewijd aan de oppergod Zeus/Jupiter. De Germanen wijdden de boom aan hun vruchtbaarheidsgod en ook de erotische symboliek was wegens de vorm van de noot (testikelvorm) nooit ver weg. De noot is goed beschermd door een ruwe beenharde buitenlaag en een taaie bittere binnenlaag. Het is dus moeilijk bereikbaar en daarom stond het symbool voor de volmaakte deugd.

Botanisch

De notelaars, ook wel notenbomen of walnoten genoemd, behoren net als de hickorynoten en de vleugelnoten tot de familie van de Juglandaceae . Deze notenfamilie bevat voornamelijk bomen die grote vlezige vruchten hebben waarin voedzame aromatische noten zitten die door dieren worden verspreid. Een aantal soorten uit deze familie heeft gevleugelde vruchten die door de wind worden verspreid. Alle soorten zijn windbestuivers en hebben katjes. De bomen uit deze familie zijn rijk aan hars, zijn aromatisch en bevatten veel tannines.

Het geslacht Juglans (walnoten) telt een 15-tal verschillende soorten die allen een hekel hebben aan schaduw. We treffen ze dus weinig of niet aan in bossen, tenzij ze de dominante soort zijn die de andere bomen kunnen overschaduwen. Om dat te bereiken worden ze geholpen door de juglone die ze produceren in hun bladeren, bast, zaaddoppen en wortels. Die specifieke stof schijnt voor andere bomen of althans voor hun ontkiemende zaden giftig te zijn waardoor de notelaar zonder concurrentie kan uitgroeien tot een imposante boom.

Soorten

De Juglans nigra of de zwarte walnoot is een walnotenboom die inheems is aan de oostkust en in het midden van Noord-Amerika. Het is een imposante boom die tot 250 jaar oud kan worden en tot 35 m hoog. De schors van oude bomen kleurt zeer donker tot bijna zwart en heeft diepe groeven. De jonge, bruingekleurde twijgen zijn net als de bladspil fijn behaard. De grote (40 tot 60 cm) samengestelde bladeren zijn diepgroen en onderaan donzig behaard.

Bij ons tref je hem weleens aan als pronkstuk in oude parken, maar de laatste tijd wordt hij in warmere streken ook wel aangeplant voor zijn smakelijke vruchten die rijkelijk worden gevormd maar alleen afrijpen in voldoende warme omstandigheden. Het vruchtomhulsel is ruw en verspreidt een kenmerkende zeep-lucht. De schaal van de noot is zwartbruin, sterk gegroefd en heel erg hard.

Juglans cinerea , de grijze walnoot of de boternoot groeit oorspronkelijk in oostelijk Noord-Amerika en wordt bij ons slechts sporadisch aangetroffen. Het is een slanke boom die tot 25 m hoog wordt. Het loof lijkt sterk op dat van de zwarte walnoot met een nog groter samengesteld blad (tot 70 cm) terwijl de schors eerder doet denken aan die van de okkernoot. De bolsters die de diepgegroefde, spits-ovale noot omgeven, zijn plakkerig en fris donkergroen van kleur. De zaadlobben zijn eerder klein, zoet smakend en zeer olierijk.

Okkernoot

De okkernoot is bij ons de meest aangeplante walnootsoort en wordt ook vaak walnoot of zelfs gewoon notelaar genoemd. De okkernoot groeit uit tot een forse boom van 30 meter hoog met een vrijwel ronde kroon die opgebouwd is uit forse, gedraaide takken. Het laat uitlopende loof is aanvankelijk koperkleurig maar kleurt al gauw heldergroen. De samengetelde bladeren zijn oneven geveerd, worden tot 30 cm lang en hebben 2, 4 en uitzonderlijk tot 6 bladparen. Ze hebben een kenmerkende sterke schoensmeergeur. De vruchten hebben een groene, bijna ronde, gladde, groene bolster en een lichtbruine, zacht gegroefde noot met bijzonder smakelijke vruchtlobben.

Vroeger werden notelaars vermeerderd door zaai maar doordat de okkernoot sterk heterozygoot is, komen de zaailingen nooit soortecht terug en is de kwaliteit van de noten niet altijd even goed. Daarom zaaide men in het verleden op groot landgoed en boerderijen vaak verschillende bomen waarvan enkel de exemplaren met de beste noten werden overgehouden voor de notenteelt. De anderen werden gebruikt omwille van hun kwaliteitsvolle, taaie hout. Een ander probleem van zaailingen is dat het tot 15 jaar kan duren voor ze noten dragen en dat het dan nog vele jaren duurt voor ze volop productief zijn. Tegenwoordig zijn er verschillende goede, geënte selecties in omloop zoals:

Juglans regia ‘Broadview’ : deze groeit wat trager dan de soort en blijft wat kleiner (15 – 20 m) maar draagt reeds op jonge leeftijd noten. De mannelijke en de vrouwelijke bloemen verschijnen op verschillende tijdstippen en er wordt dus best een andere cultivar in de buurt geplant voor een goede bestuiving. Het is een vroeg en zeer vruchtbaar ras met langwerpige, middelgrote, dunschalige, goed smakende noten.

Juglans regia ‘ Buccaneer’ : dit is een gezond sterk groeiend ras met een breed opgaande, open kroon die 20 tot 30m hoog wordt. Er is geen extra bestuiver nodig. De boom draagt pas op latere leeftijd grote, ronde, gemakkelijk te kraken vruchten die bijzonder smakelijk zijn.

Juglans regia ‘Coenen’ : dit is een sterke, gezonde boom met een brede, losse, open kroon die 20 tot 30m hoog wordt. Doordat het blad vroeg op het seizoen uitloopt is de kans op vorstschade wat groter. Zonder extra kruisbestuiver in de buurt is de opbrengst eerder matig. De noten zijn groot (5 cm lang en 3 cm breed) en vrij dunschalig.

Okkernoten in de tuin

Okkernoten houden van een open en zonnige standplaats. Verder houden ze niet van schrale, te droge of te natte gronden. Ze doen het goed op humusrijke, warme en goed waterdoorlaatbare gronden die eerder kalkrijk zijn. Okkernoten worden weinig of niet gesnoeid. Dood hout en kruisende takken kunnen tussen mei en september of na de oogst in oktober worden weggesnoeid.

Walnoten behoren tot de raapvruchten. Nadat ze afgevallen zijn wordt de bolster verwijderd en worden de noten schoongeborsteld. Daarna worden ze in een goed geventileerde ruimte gedroogd, waarna ze nog een hele tijd kunnen bewaard worden.

G.B.

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken