Ook in de tuin voeren de aardse kleuren nu de boventoon en zorgen enkel nog de bladhoudende hagen en struiken zoals buxus, taxus en hulst voor nog wat groene kleuraccenten. En het is net die winterse kleurloosheid die de Cornus nodig heeft om te kunnen uitpakken met zijn fraai gekleurde takken. De bloemschikkers onder onze lezers zullen het prachtig gekleurde en buigzame Cornushout zeker kennen en weten te waarderen voor het creëren van een prachtig kerststukje. En ook de tuinliefhebber weet deze struik met zijn prachtige felgroene, felrode of geeloranje takken zeker op waarde te schatten. Maar Cornus is nog zoveel meer, gaande van struikachtige boomvormen tot goede bodembedekkers over planten met een zeer vroege bloei en struiken met opvallende bloeiwijzen tot leverancier van minder gekende maar lekkere bessen.
Dat plantkunde niet echt een eenvoudige wetenschap is, is in dit rubriekje al zo vaak gebleken. Ook bij dit plantengeslacht
Een bladverliezende struik die inheems is in Europa en ook bij ons voorkomt op lichte plekken in loofbossen, langs bosranden, in houtwallen en verwilderde heggen. Deze soort geeft de voorkeur aan zonnige tot licht beschaduwde plaatsen op zwakzure tot kalkhoudende gronden. De bloei in juni-juli, gevolgd door mooie staalblauwe bessen, is eerder onopvallend. Zijn schoonheid ontleent deze struik aan de mooie rood-paarse herfstverkleuring van zijn bladeren en nog meer aan de rode winterkleur van de kale takken. Vooral de jonge twijgen zijn felgekleurd, om die reden verdient het aanbeveling om de plant in maart (net voor ze terug begint uit te lopen) zo diep mogelijk terug te snoeien. Dit geldt ook voor de cultivars C. s.
Cornus alba (witte kornoelje)
Ook de witte kornoelje, die zijn ietwat verwarrende naam dankt aan zijn onopvallende witte bloemetjes, wordt voornamelijk aangeplant voor de prachtig rode kleur van de jonge twijgen die deze krachtig, mooi rechtop groeiende struik in de winter vertoont. Net als de rode kornoelje kleuren zijn takken het mooist als hij ieder voorjaar diep teruggesnoeid wordt. Afkomstig uit Siberië is hij als tuinplant volkomen winterhard. De meest aangeplante tuincultivar is zonder twijfel de C.a. '
Cornus stolonifera (Canadese kornoelje)
Wordt soms ook als
Vermeerdering
De hierboven besproken Cornus soorten laten zich heel eenvoudig vermeerderen door afleggers. Cornus stolonifera vormt als het ware op een natuurlijke manier afleggers waar de doorbuigende takken de grond raken. Voor de witte en de rode kornoelje volstaat het om lange, liefst jaarse scheuten in augustus - september uit te buigen tot op de grond en ze enkele cm diep in te graven. Bij de genoemde Cornus soorten mag de volledige twijg worden ingegraven. In de loop van het volgende groeiseizoen ontstaan op de ogen van de ingegraven twijg nieuwe plantjes, die in oktober kunnen gerooid en opgeplant worden.
Cornus laat zich ook eenvoudig vermeerderen door het nemen van winterstek. Snij hiervoor tussen eind december en half februari 1-jarige takken van de te vermeerderen struik. Snij uit het goed uitgerijpte deel van de tak een 'stek' van 20 à 25 cm lang die onderaan eindigt net onder een oog en bovenaan net boven een oog. Bewaar de stek(ken) buiten in een bloempot gevuld met stekgrond, zodat hij een 5-tal cm boven de potgrond uitsteekt. Zet de bloempot op een beschutte plek in de schaduw, vorst is geen probleem, en zorg ervoor dat de potgrond steeds vochtig blijft. In het voorjaar kunnen de stekken gewoon in de volle grond of in een bloempot uitgeplant worden (zorg ervoor dat minstens 2 ogen boven de grond uitsteken). Op het einde van het groeiseizoen heeft u een jonge struik die op een geschikte plaats in de tuin kan worden uitgeplant.
Volgende keer meer over enkele minder gekende Cornus-soorten, die eveneens een plaatsje in de tuin verdienen.