Radijsjes worden vaak geteeld als voor- of nateelt van andere gewassen. Door zijn korte teeltduur (4 tot 8 weken) zijn ze ideaal om de nog braakliggende of vrijkomende perceeltjes op te vullen. Regelmatig een kleine hoeveelheid zaaien zorgt ervoor dat we deze lekkere en gezonde tussendoortjes steeds vers kunnen oogsten uit de tuin. Met hun pittige smaak, veroorzaakt door mosterdoliën, brengen ze de speekselproductie op gang en zijn ze dus prima geschikt als gezond en smakelijk aperitiefhapje.
‘Raphanus sativa’
De botanie en de geschiedenis van radijzen en rammenas zijn sterk met elkaar verweven. Ze behoren tot de familie van de Brassicaceae (kruisbloemenfamilie), een familie waar ook de kolen, rucola, tuinkers, waterkers, koolzaad en bladrammenas (een gewaardeerde groenbemester) deel van uitmaken. Hou rekening met deze verwantschap en zorg voor voldoende teeltwisseling binnen het teeltplan van de moestuin om problemen op lange termijn met onder andere bodemmoeheid en knolvoet te vermijden.
Oorspronkelijk zijn zowel radijs als rammenas eenjarige, kruidachtige, langedagplanten, waardoor sommige rassen bij late voorjaarsteelt en zomerteelt de neiging hebben om te gaan doorschieten en om voos te worden. Zaai daarom in de hete periodes het best op een plek in de schaduw en zorg voor voldoende water, zodat het gewas flink kan doorgroeien.
Beide gewassen behoren tot het geslacht Raphanus en zijn variëteiten van dezelfde soort: Raphanus sativa
variëren van wit, groen-wit, roze,
violet, bruin, grijs tot tweekleurig
roze-wit. En ook bij radijs komen naast de mooi ronde knolletjes ook kegelvormige of halflange types voor en kan de kleur roze, rood, wit of een combinatie van die kleuren zijn.
Soorten
Rekening houdend met voorgaande uitleg worden de moestuingewassen behorende tot de soort Raphanus sativa bij ons als volgt ingedeeld.
Radijzen Onafhankelijk van de uitwendige kleur van de knol is het vruchtvlees van radijzen altijd wit van kleur. Hou bij de keuze van het ras steeds rekening met het zaaitijdstip, gebruik voor zaaien in de zomer steeds ‘zomerradijzen’. Hou ook rekening met de teeltwijze in open lucht onder glas (zeer vroege teelt). Koop voor de teelt onder glas steeds rassen die speciaal daarvoor geselecteerd zijn. Dat zijn rassen met kort loof. Andere rassen geven onder glas te veel loof en nauwelijks radijsjes.
Zomerrammenas
Winterrammenas
Deze groente met zijn scherpe, peperachtige smaak vormt zwarte, op wortels lijkende knollen. Er zijn ook rassen die ronde knollen vormen en die zeer geschikt zijn voor de teelt op zware gronden, waar de lange wortels vaak krom groeien of gaan splitten. Het gewas ontwikkelt zich trager dan de zomerrammenas, groeit wat forser uit en is wat beter te bewaren.
Zaai winterrammenas tussen half juni en half augustus. Te vroeg zaaien geeft immers opschieters, te laat gezaaid zal de opbrengst tegenvallen.
Daikon
De smaak is wat milder dan die van rettich. De plant groeit forser dan onze zomerrammenas en de langwerpige knollen (30 tot 50 cm lang) worden, net als de zomerrammenas, het best jong geoogst en, gezien hun geringe bewaarvermogen, vers gegeten. Om doorschieten te vermijden kan je dit gewas het best zaaien tussen half juni en half augustus.
De teelt
In het algemeen vragen Raphanus- soorten een lichte, humusrijke en vochthoudende grond. Zwaardere grondsoorten zijn minder geschikt voor de zomervariëteiten en dienen voldoende diep bewerkt te worden wanneer we langwerpige soorten wensen te zaaien.
Voor de vroege en de late teelten geniet een zonnige standplaats de voorkeur, zo bekomt men mooie knollen en gedrongen loof. Voor de zomerteelt geniet zomerrammenas de voorkeur boven radijzen, omdat deze laatste zeer snel groeien en omdat ze al gauw de neiging hebben om voos of zelfs hol te worden. Wil je toch radijzen zaaien in de zomer, zaai ze dan op een schaduwrijke plek en voorzie voldoende vocht. Extra bemesting is niet nodig, te veel stikstof zorgt voor (te) welige loofgroei en voor weinig vruchtvorming.
Er wordt steeds ter plekke gezaaid. Radijsjes worden ondiep (0,5 cm) gezaaid, lange radijzen en rammenas ongeveer 2 cm diep. Daarna volstaat het om de teelt onkruidvrij te houden. Zomerrassen dienen tijdig (lees jong) geoogst worden, winterrammenas wordt geoogst in het najaar en kan, net als wortels, lang bewaard worden in een bak met vochtig zand in een vorstvrije omgeving.
En dan nu vlug aan de slag. Zomerradijsjes kan je nu zaaien op een koele plek en zomerrammenas kan nog de hele meimaand uitgezaaid worden. Vanaf half juni kan je dan met winterrammenas en daikon aan de slag en in juli en augustus kan je weer naar hartenlust zomer- en herfstrassen van radijs zaaien.