Vleesboerderij Kempenlust profiteert van het beste van Europa

Volgens de familie Van de Ven is de fokkerij een belangrijk aspect van hun vleesveebedrijf, maar de vleesafzet is een nog véél belangrijker onderdeel in hun bedrijfsvoering.
Volgens de familie Van de Ven is de fokkerij een belangrijk aspect van hun vleesveebedrijf, maar de vleesafzet is een nog véél belangrijker onderdeel in hun bedrijfsvoering. - Foto: DvD

Ronny van de Ven was een gewone burgerjongen uit Veldhoven in het Nederlandse Noord-Brabant. Op zijn 16de koos hij voor de opleiding Autotechniek. Hij werkte gedurende de opleiding bij een automobielbedrijf in de omgeving. Ronny: “Als hobby ging ik toen al in de avonduren bij een melkveehouder in de buurt 80 melkkoeien melken, en ik ging ook helpen met overige (oogst)werkzaamheden tijdens weekends en vakanties. De betreffende melkveehouder zei op een gegeven moment: ‘Ronny, je hebt meer in je mars dan je zelf beseft!’ Dus besloot ik om naar de Middelbare Agrarische School (MAS) in Boxtel te gaan, na de afgeronde opleiding Autotechniek.”

Tijdens deze middelbare opleiding ging Ronny op buitenlandse stages in Denemarken, het voormalige Oost-Duitsland en in de Verenigde Staten. Ook ging hij mee met een studiereis naar Spanje en Portugal, zodat hij veel ervaring opdeed in het buitenland.

Fulltime accountancy en vleesveehouder

Hij breidde langzaam de stamboekwaardige vleesveestapel uit, en studeerde daarnaast gewoon door. Na de MAS deed hij de Hogere Agrarische School in Dronten (NL). Ronny: “Na het succesvol afronden van deze hogeschool heb ik eerst 2 jaar bij de Rabobank gewerkt als assistent-accountmanager agrarisch.” Inmiddels werkt de vleesveehouder al 16 jaar fulltime in de agrarische accountancy: na de Rabobank bij Crowe Foederer en sinds 2012 bij Leermakers Accountants & Belastingadviseurs in Hilvarenbeek nabij de Belgische grens.

In die tijd leerde hij zijn vrouw Elly kennen, de boerendochter van een grote melkveehouder. Hij trouwde met haar in 2006. Elly: “Ik werk volop mee op het vleesveebedrijf en verzorg ook de runderen. Verder werk ik parttime als laborante bij een levensmiddelenlaboratorium van SGS in Oosterhout.” In 2005 kocht het koppel de boerderij van de ooms en tantes van Ronny met omliggende gronden. Ze bleven in het woongedeelte van de boerderij wonen, Ronny en Elly verbouwden een voormalig staldeel van de typische Brabantse langgevelboerderij om tot woning. Langzaamaan breidde de kersverse vleesveehouder zijn rundveestapel uit. In 2010 hadden Ronny en Elly, ondertussen onder de naam ‘Vleesboerderij Kempenlust’, al zo’n 20 stuks Belgisch witblauwe runderen.

Limousins erbij

In die begintijd insemineerde Ronny zijn koeien met raszuivere fokstieren via CRV. “Ik kocht dus niet veel vee aan. De meeste uitbreiding realiseerde ik door eigen aanfok met kunstmatige inseminatie.” Sinds 2010 geeft hij echter de voorkeur aan natuurlijke dekking door raszuivere dekstieren. Zijn Belgisch witblauwe stieren komen meestal uit ons land, namelijk van Dick Hanegreefs uit Bekkevoort. De resultaten zijn volgens de Nederlandse vleesveehouder beter geworden sinds hij natuurlijke dekking toepast. Ronny: “Dat komt grotendeels omdat Elly en ik natuurlijk veel buitenshuis werken en omdat wij dus niet altijd kunnen insemineren op het juiste moment, als de koe het meest vruchtbaar is.”

De Belgisch witblauwe stieren komen meestal van Dick Hanegreefs uit Bekkevoort. De resultaten zijn volgens Ronny beter geworden sinds hij natuurlijke dekking toepast.
De Belgisch witblauwe stieren komen meestal van Dick Hanegreefs uit Bekkevoort. De resultaten zijn volgens Ronny beter geworden sinds hij natuurlijke dekking toepast. - Foto: DvD

Een ander belangrijk moment was in 2018, toen de familie Van de Ven besloot om 5 Limousin-pinken te kopen en een raszuivere Limousin-stamboekstier. Ronny: “Redenen om met Limousins te beginnen waren arbeidsverlichting (natuurlijke geboortes, makkelijker afkalven) en minder intensieve raseigenschappen. Een klein nadeel is wel dat het een ras met temperament is, zoals met elke stier moet je zeker ook met Limousin-stieren uitkijken.”

Inmiddels is Vleesboerderij Kempenlust uitgegroeid tot zo’n 40 stuks vleesvee. Volgens Ronny is dit vooral met dank aan de Nederlandse ‘Vrijstelling Zoogkoeienhouderij’. In die regeling staat dat vleesveehouders onder voorwaarden geen fosfaatrechten hoeven te hebben. “Dat is écht ons geluk geweest, alhoewel we de toegekende fosfaatrecht wel hebben moeten inleveren! Dat was een vereiste om van de vrijstelling gebruik te kunnen maken. Anders hadden we door de beperking in fosfaatrechten vrijwel nooit meer kunnen uitbreiden. Wij hebben nu zo’n 40 stuks vleesvee, wel grondgebonden uiteraard, inclusief jongvee.” Het gaat nu om ongeveer 25 Belgisch witblauwen en 15 Limousins. In totaal hebben ze 12 ha weiland met enkele ha bos, verspreid in de regio, waarvan 6 ha eigendom is.

Potstal voor vleesvee

Het vleesvee staat vanaf het voorjaar tot aan de herfst vooral buiten, behalve het vee dat extra aandacht vraagt, zoals hoogdrachtige moederdieren. Die hebben ruime strohokken in een rundveeloods uit de jaren 70. Om al het vleesvee ‘s winters onderdak te kunnen bieden, huren ze de tot potstal omgebouwde ligboxenstal van de buurman, die 600 m² groot is. Ronny: “Het is mogelijk dat wij de komende jaren zelf nog iets gaan bouwen of op een andere manier uitbreiden, maar dat bekijken we nog even. Dat hangt ook af van wat de ambities van onze 3 zonen zijn.”

Ze voeren veel (bij)producten, zoals snijmais, aardappels, hooi, aardappelpersvezel, soja, all-mash vleesveebrok en mineralen. Voorheen kochten ze alle producten, behalve de bijproducten, bij Belgische mengvoerbedrijven zoals Dumoulin en Quartes. Momenteel loopt dit via mengvoerbedrijf Gebroeders Fuite uit Genemuiden. Ronny: “Ik kocht het altijd rechtstreeks aan via de internetsites van deze Belgische mengvoerbedrijven, maar ik kreeg, door onze geringe omvang, vrijwel geen ondersteuning. Als die ondersteuning beter zou zijn, zou ik het best weer van Dumoulin of Quartes (vandaag Agrifirm-Quartes) willen afnemen.” De bijproducten neemt familie van de Ven af van Duynie Feed in Nederland.

De familie Van de Ven voert veel (bij)producten zoals snijmais, aardappels, hooi, aardappelpersvezel, soja, all-mash vleesveebrok en mineralen.
De familie Van de Ven voert veel (bij)producten zoals snijmais, aardappels, hooi, aardappelpersvezel, soja, all-mash vleesveebrok en mineralen. - Foto: DvD

De vleesveehouder gebruikt geen kunstmest, maar wel mineralenconcentraten voor het grasland. De stal- en mengmest van de eigen dieren wordt zelf uitgereden met moderne machines, die ze tijdelijk huren van een verhuurcoöperatie uit de omgeving. Het stro voor het vleesvee in de potstallen komt uit Frankrijk. Hun dierenarts komt uit ons land, van Dierenartsenpraktijk De Grensstreek. Ronny lachend: “Wij profiteren dus van het beste van Europa.”

Vleesafzet professionaliseren

Volgens de familie Van de Ven is de fokkerij inderdaad een belangrijk aspect van hun vleesveebedrijf, maar de vleesafzet is een nog véél belangrijker onderdeel van de bedrijfsvoering. In de begintijd verkocht de familie het vlees via een handelaar, maar dat leverde niet voldoende op om voldoende rendement te kunnen maken. “Vandaar dat wij sinds 2008 zelf met de verkoop van ons rundvlees zijn begonnen”, aldus Ronny. “De aanleiding was een Belgisch witblauwe koe die afgevoerd moest worden na een noodlottig ongeval in de wei. Ze moest dus geslacht worden. Wij besloten om dit vlees te verkopen onder familie en vrienden en dat ging bijzonder goed.” Sindsdien laten ze hun vleesvee en varkens, die ze inmiddels ook hebben om klanten voldoende vleesproducten te kunnen bieden, slachten bij De Heerens Vleeshandel in Sprundel. In totaal heeft de familie 6 vleesvarkens, die dus ook in varkensvleespakketten vermarkt worden.

Vanaf 2008 werd het vee enkele keren per jaar geslacht, maar door de vele interesse vanuit de consument is het opgeschaald naar inmiddels maandelijks aanbiedingen van rund- en varkensvleespakketten. Ronny: “De ene maand slachten wij een varken, de andere maand een rund, alles 100% van het eigen bedrijf en traceerbaar. Het vlees is van superkwaliteit dankzij de bewegingsvrijheid van de dieren in ruime weides met smakelijk gras en kruiden en eigen bospercelen.” Mensen kunnen bij familie Van de Ven rund- en varkensvleespakketten bestellen van 10 of 20 kg, alsook kalfsvleespakketjes of excellente BBQ-pakketjes van ongeveer 4 kg. Ze werken niet met voorraden, dus alles is altijd vers en na de georganiseerde verkoopmomenten is de koelwagen weer leeg. De slager, van Elteren Food en Catering uit Oud-Gastel, maakt de vleespakketten na bestelling door de consument exact op maat klaar.

Via een drive-through op het eigen erf van de Brabantse boerderij komen de klanten de bestelling op vaste avonden ophalen op gezette tijden tussen 18 en 20 uur. Ronny lachend: “En dat is altijd een gezellig gebeuren, iedere klant krijgt dan aandacht, vooral in de winter bij de vuurkorf, met al die koplampen van de auto’s in een rij die op de oprijlaan staan opgesteld.” Van het totale inkomen van de familie komt inmiddels 35% van de verkoop van vleespakketten. Een groot deel van het inkomen dat verdient wordt met de fulltime jobs, wordt geïnvesteerd in de verdere uitbreiding van het vleesveebedrijf. Volgens Ronny is dit een missie voor het leven.

Via een drive-through op het eigen erf van de Brabantse boerderij komen de klanten de bestelling op vaste avonden ophalen tussen 18 en 20 uur. Ronny lachend: “En dat is altijd een gezellig gebeuren, iedere klant krijgt dan zijn of haar eigen aandacht.”
Via een drive-through op het eigen erf van de Brabantse boerderij komen de klanten de bestelling op vaste avonden ophalen tussen 18 en 20 uur. Ronny lachend: “En dat is altijd een gezellig gebeuren, iedere klant krijgt dan zijn of haar eigen aandacht.” - Foto: DvD

Blijven adverteren

Volgens Ronny en Elly is het echt geen sinecure om een vleesveebedrijf vanaf nul op te bouwen. Ronny: “Je moet iets opbouwen met je eigen kapitaal in ons geval en je moet het met vooral veel passie en enthousiasme óók nog eens laten renderen! Toch vind ik het niet erg, ik ben echt iemand die het een uitdaging vindt om tegen de stroom in te roeien.” Volgens de vleesveehouder loopt de afzet van de vleesveepakketten niet altijd vanzelfsprekend. Ze moeten blijven adverteren in plaatselijke kranten, via Facebook en door middel van flyers. “Je hebt naast vaste klanten namelijk ook klanten die na 1 of 2 keer weer afhaken. Daar moet je ook mee om kunnen gaan, het een plaats geven én weer vooruit! Onze prachtige website www.kempenlust.nl is natuurlijk ook een belangrijk platform om klanten te werven. Je moet vlot reageren als klanten reserveren en ze herinneren wanneer ze het vleespakket kunnen komen afhalen. Klanten willen aandacht”, vertelt Ronny.

Het is dus volgens Ronny en Elly een hele kunst om vaste klanten te houden. Je moet daarbij ook vernieuwen en innoveren. Vandaar dat ze sinds 2020 ook ambachtelijke Brabantse worstenbroodjes verkopen, in het zuiden van Nederland een begrip! Ronny: “Het loopt goed. Het 100% varkensvlees in de worstenbroodjes komt van de eigen vleesvarkens, de bereiding en receptuur gebeurt door Mart’s Worstenbrood uit Reusel, een getalenteerd hobbybakker. Door de verkoop van de worstenbroodjes verbreed je meteen het klantenbestand.”

Ronny en Elly hebben in mei 2019 een bestemmingswijziging voor de locatie aangevraagd voor een boerderijwinkel. De betreffende gemeente en provincie waren na een korte overtuiging tegen alle verwachtingen in enthousiast voor de goedkeuring van diens plannen, al heeft het door diverse trajecten nog wel 3 jaar geduurd. Desalniettemin worden de plannen voor de boerderijwinkel meer en meer concreet. Er zal in een bestaande ruimte een boerderijwinkel ingericht worden, zodat consumenten uit de omgeving en ook toeristen op gezette openingstijden kwaliteitsvlees in alle onderdelen en porties kunnen afhalen. Plannen voor nieuwbouw zijn ook al in ontwikkeling.

Hand ophouden

Een kritische noot wil de Brabantse vleesveehouder ook wel afgeven. “We zijn allemaal individuele agrarische ondernemers die allemaal vol trots naar buiten treden. We moeten daarbij niet achterover leunen en over ons heen laten walsen. Wij zijn verdraaid nog aan toe ondernemers, van wie iedereen en waar dan ook van afhankelijk is. Dat geldt ook voor ons als vleesveesector. In lichte zin erger ik mij wel eens aan collega-landbouwers die azen op subsidiemogelijkheden, zonder dat er economisch draagvlak voor is. Ik krijg ook wel subsidies als vleesveehouder, maar wil bewust niet ieder nationaal of Europees subsidiepotje aanspreken. Ik haal het geld liever op bij de consument. Zo blijf je de consument betrekken bij de primaire landbouwsector, wat resulteert in wederzijdse waardering en voldoening!”

Vanzelfsprekend mist ook de Nederlandse vleesveehouder de waardering vanuit de politiek, zowel nationaal als Europees. Zij staan vandaag de dag mijlenver af van onze beginselen uit de primaire landbouw en dus kwalitatief hoogwaardige voedselvoorziening, essentieel voor ons bestaan als mens. Zonder altijd naar het eigen gewin te kijken, zouden volgens Ronny en Elly supermarktketens de agrarische sector zeker meer moeten waarderen, in plaats van ze uit te melken met de laagste inkoopprijzen. Ronny: “Dat zou veel beter kunnen en zou het werken voor ons als boeren nog aantrekkelijker maken. Niet iedereen heeft immers de mogelijkheid en kennis om rechtstreeks aan de consument te leveren. We zullen als agrarische sector altijd nauw verbonden blijven aan verkoopcoöperaties en commerciële winkelbedrijven, maar dan wel met respect voor elkaar én met een eerlijke verdeling van de marges!”

Dick van Doorn

Meest recent

Meest recent