Startpagina Recht

Cassatie en Grondwettelijk Hof in de clinch over de Pachtwet

Enkele maanden terug schreven we al over een arrest van het Grondwettelijk Hof dat de opzegmogelijkheden voor de stoppende landbouwer die zijn eigen onroerende goederen verpachtte, duidelijk interpreteerde.

Leestijd : 3 min

D e duidelijkheid die dit arrest bracht, wordt enigszins ondermijnd door een andersluidend arrest van het Hof van Cassatie. Wij proberen onze lezers duidelijk te maken wat de gevolgen zijn van deze tegenstrijdige uitspraken.

Tegenstrijdige uitspraken over art. 9 Pachtwet

Binnen het tijdsbestek van een half jaar dienden de twee hoogste rechtscolleges van ons land zich uit te spreken over art. 9, tweede lid, Pachtwet.

Artikel 9, tweede lid, Pachtwet bepaalt dat de opzegreden bestaande in de persoonlijke exploitatie niet kan worden aangevoerd door personen die, op het ogenblik van het verstrijken van de opzeggingstermijn, de leeftijd van 65 jaar zouden hebben bereikt of de leeftijd van 60 jaar wanneer het een persoon betreft die niet gedurende ten minste drie jaar landbouwexploitant is geweest, en dat degene die na de stopzetting van zijn landbouwbedrijf het bedrijf verpacht, evenmin die reden kan aanvoeren.

De cruciale rechtsvraag die de beide rechtscolleges voorgelegd kregen, was er een naar de interpretatie van de onmogelijkheid voor de verpachter om opzeg te geven indien hij zelf eerder zijn landbouwbedrijf had stopgezet. Diende deze onmogelijkheid als absoluut te worden beschouwd in de zin dat de verpachter die zijn landbouwbedrijf had stopgezet in geen enkel geval, ook niet voor zijn afstammelingen, opzeg kon geven?

Of diende deze onmogelijkheid gezien te worden in de strikte lezing dat deze verpachter die zijn landbouwbedrijf had stopgezet geen opzeg kon geven om zelf persoonlijk het pachtgoed terug te exploiteren? Volgens de gezaghebbende auteur STASSIJNS verdiende deze laatste strikte interpretatie de voorkeur. (E. Stassijns, “Pacht”, APR (1997), nr. 268, blz.234)

Ruime interpretatie Hof van Cassatie

In het summier gemotiveerde arrest van 8 mei 2017 laat het Hof van Cassatie duidelijk verstaan aanhanger te zijn van een ruime lezing van de onmogelijkheid tot het geven van opzeg door de verpachter die eerder zijn landbouwbedrijf stopzette.

Onder randnummer 3 van het arrest stelt het Hof van Cassatie immers dat uit artikel 9, tweede lid, Pachtwet en de wetsgeschiedenis volgt dat de verpachter die zijn exploitatie heeft stopgezet en ze na die stopzetting heeft verpacht, de pachtovereenkomst niet kan beëindigen op grond van persoonlijke exploitatie door een van de in de artikelen 7, 1°, en 8, § 1, van voornoemde wet bedoelde personen.

Strikte interpretatie Grondwettelijk Hof

In het arrest van 23 november 2017 heeft het Grondwettelijk Hof daarentegen duidelijk gekozen voor een strikte interpretatie van hetzelfde wetsartikel.

Meer in het bijzonder stelt het Grondwettelijk Hof dat art. 9, tweede lid, Pachtwet enkel grondwettelijk kan zijn als het zo wordt geïnterpreteerd dat de onmogelijkheid voor de gestopte landbouwer – verpachter om opzeg voor eigen gebruik te geven, zich beperkt tot de opzeg om de verpachter zelf persoonlijk terug te laten exploiteren. Een opzeg ten voordele van een afstammeling of bloedverwant van de verpachter is volgens het Grondwettelijk Hof wel nog mogelijk.

Het Grondwettelijk Hof overweegt dat een opzegging, gedaan door een verpachter die zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet om het nadien te verpachten, om reden van persoonlijk gebruik ten voordele van zijn afstammelingen of bloedverwanten die beantwoorden aan de voorwaarden gesteld in artikel 9 van de Pachtwet, uitdrukkelijk de landbouwbestemming van de gronden handhaaft en het familiale karakter van de exploitatie verzekert. Volgens het Grondwettelijk Hof wordt op deze manier de doelstelling van de wetgever nagestreefd en bereikt.

Wie te volgen?

Wanneer de twee hoogste rechtscolleges er een tegenstellende interpretatie van de wet op nahouden, rijst natuurlijk de vraag welke interpretatie te volgen. Mijns inziens kan gelet op de motivering van het arrest van het Grondwettelijk Hof enkel geopteerd worden voor de interpretatie die het Grondwettelijk Hof aanhoudt.

Immers is de interpretatie die het Hof van Cassatie in haar arrest van 8 mei 2017 hanteerde volgens het Grondwettelijk Hof ongrondwettig. Voor de rechtspraktijk geldt dus dat de verpachter die zijn landbouwbedrijf heeft stopgezet om het nadien te verpachten, toch nog een opzegmogelijkheid om reden van persoonlijk gebruik heeft, in zoverre deze opzeg wordt aangewend ten voordele van de wettelijk genoemde categorie van afstammelingen of bloedverwanten.

Jan Opsommer

Lees ook in Recht

Omgevingsvergunningsprocedure wordt vereenvoudigd

Recht Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) wil de omgevingsvergunningsprocedures drastisch vereenvoudigen tot één basisprocedure. Ook het milieueffectenrapport mag voor haar een heel stuk eenvoudiger worden.
Meer artikelen bekijken