Vijf simpele trucs om gevaren in de varkensstal het hoofd te bieden

Spoedverpleegkundige Veerle Maertens gaf een uitgebreide presentatie over veiligheid  in de varkensstal.
Spoedverpleegkundige Veerle Maertens gaf een uitgebreide presentatie over veiligheid in de varkensstal. - DC

Afgelopen dinsdag nodigde Inagro spoedverpleegkundige Veerle Maertens uit voor een presentatie over veiligheid in de varkensstal voor een twintigtal varkenshouders. Ze is nauw betrokken bij de sector. Haar broer en ouders houden varkens. Zelf werkt ze mee op het vleesveebedrijf van haar man. Vanuit haar ervaringen op de spoed en in de stal raakte ze gepassioneerd door preventie. Ze volgde zo ongeveer elke les die er bestaat rond het thema, en begon ook les te geven. Hier vindt u alvast vijf makkelijk mee te nemen tips uit haar cursus.

1. Behandel elke prikwonde

“Wie zichzelf per ongeluk prikt, heeft de reflex om de wonde meteen dicht te willen, tegen het bloeden. Niet doen. Laat dat bloed er even uitdruppelen, duw er een beetje bloed uit, zodanig dat een eventuele besmetting er zeker uit is. Daarna goed wassen met water en zeep, en ontsmetten met alcohol, als je dat staan hebt. Desnoods gebruik je eau de cologne, dat is ook alcohol”, tipt Veerle schalks.

Wanneer een prikwondje toch geïnfecteerd raakt, neem je roodverkleuring, zwelling, pijn, warmte en koorts waar. Bij wondroos of erysipelas concentreren die symptomen zich op een grote oppervlakte rond de prikwonde, bij lymphangitis - dit ziet Veerle vaak bij landbouwers - strekt zich een band uit van de prikwonde tot aan een lymfeknoop, bijvoorbeeld onder de oksel.

2. Hou het nummer van het antigifcentrum in het zicht

Heb je iets ingespoten bij jezelf, bel dan meteen het antigifcentrum. “Nu, van producten voor chemische castratie moet je minstens twee dosissen binnen hebben voor het gevolgen heeft. Dat is erop voorzien, want het product werkt ongeveer hetzelfde bij mensen”, waarschuwt Veerle.

Iedereen kent het Europese noodnummer 112 en het noodnummer 101 van de politie. Dat van het Belgisch Antigifcentrum is langer: 070 245 245. Om te vermijden dat je dit gratis telefoonnummer vergeet, kun je gratis koelkastmagneetjes of stickers bekomen via een mailtje naar info@poisoncentre.be of een telefoontje naar 02 264 96 36. “Wie werkt met fytoproducten, moet dit nummer verplicht op de deur van z’n fytolokaal of -kast hebben staan”, benadrukt Veerle nog.

3. Check op asbest voor je renoveert

“Vroeger werden de voederbakken voor varkens van asbest gemaakt”, weet Veerle. “Nu weten we hoe schadelijk het is. Eigenlijk kan een intacte asbestplaat geen kwaad, zelfs asbestvezels opdrinken is onschadelijk. Pas wanneer er vezels in de lucht komen, bij boren of afbraak bijvoorbeeld, wordt het gevaarlijk.”

Asbestvezels dringen door de longblaasjes door naar het borstvlies. Daar veroorzaken ze irritatie, chronische ontstekingen en ten slotte kanker. Tussen het vlies en de longen hoopt zich steeds meer vocht op, waardoor patiënten moeilijker en moeilijker kunnen ademen.

Met een stofmasker van beschermingsklasse P3 kan je heel voorzichtig zelf aan de slag. Materiaal bevochtigen beperkt de vrijstelling van vezels enigszins. Een beperkte hoeveelheid asbest mag je naar het containerpark brengen. Verder kan je een beroep doen op erkende asbestverwijderaars. Een lijst vind je op de website van de federale overheidsdienst Werkgelegendheid.

4. Draag een P2-stofmasker

Gezondheidsklachten van de luchtwegen komen meer voor bij varkenshouders dan bij andere beroepsgroepen. Dat zou te maken hebben met het stof in de stallen. “Hoe kleiner de stofdeeltjes, hoe dieper ze doordringen in de longen. Stof in een varkensstal is fijn stof”, verduidelijkt Veerle. Het is dan ook aangeraden een stofmasker van beschermingsklasse P2 te dragen wanneer je langere tijd in de varkensstal blijft, om te vaccineren bijvoorbeeld. “De meeste varkenshouders vinden dat zever, terwijl pluimveehouders het als normaal beschouwen”, stelt Veerle vast.

Andere preventieve maatregelen zijn extra goed ventileren tijdens het schoonmaken en reinigen met lage druk. Bij hogedrukreiniging vliegt er meer stof in het rond.

5. Meld aan het ziekenhuis dat je varkenshouder bent

In het ziekenhuis worden veehouders standaard getest op de ziekenhuisbacterie MRSA. Dat is een redelijk onschadelijke bacterie in de neus of op de huid, genaamd Staphylococcus aureus, die resistent is voor de meeste antibiotica (bijvoorbeeld methicilline: MRSA staat voor methicillineresistente Staphylococcus aureus). Alleen bij verzwakte of zieke personen kan de bacterie een infectie veroorzaken.

“Zo goed als alle varkenshouders dragen deze bacterie mee. Dat kan geen kwaad en is niets om vies van te zijn. Als je opgenomen wordt in het ziekenhuis, moet je dit wel laten weten. Het voordeel is dat wie positief test, meteen een eenpersoonskamer krijgt. Het nadeel is dat je als allerlaatste op de dag wordt geopereerd”, vertelt Veerle.

DC

Meest recent

Meest recent