Startpagina Tuin

De Gallische roos nu volop in bloei

Koningin der bloemen: het is een eretitel die de roos, met haar perfect gevormde bloemen, haar kleurenpallet en haar zoete geuren, terecht en met fierheid draagt. Geen ander plantengeslacht heeft een zo rijke geschiedenis als de roos. Vandaag stellen we een onmisbare voorouder van de moderne roos in de kijker: de Gallische roos en haar vele mutanten en hybriden, waarvan velen nog steeds verkrijgbaar in de handel.

Leestijd : 5 min

De moderne roos met haar vele verschijningsvormen, kleuren en geuren is het resultaat van vele eeuwen tuincultuur in zowel het Oosten als het Westen. Onderzoek toont aan dat de Chinezen al in 2700 voor Christus begonnen met het veredelen van wilde rozen met de bedoeling ze in hun tuinen of in elk geval dicht bij de bewoning aan te planten. Op lijsten van oude Chinese rozen worden reeds verschillende types rozen vermeld met uiteenlopende geuren van licht tot zoet in witte, gele, abrikoos, scharlaken, karmozijn en paarse kleuren. Bovendien bloeiden veel van de vermeldde soorten, in tegenstelling tot de wilde rozen, meermaals per groeiseizoen.

Oude rozen in het Westen

Ook in het Westen werd in de geschriften van de oude beschavingen melding gemaakt van rozen. De Grieken kenden al het gebruik van rozenwater en -olie. Rozenolie was toentertijd zelfs ‘kostbaarder dan goud’. En hier duikt Rosa gallica , in die tijd de belangrijkste bron van rozengeur, voor het eerst op. De herkomst van die botanische (wilde) roos is niet helemaal duidelijk, maar ligt vermoedelijk in Mesopotamië (Irak). Ze werd door de Moren binnengebracht in Spanje en door de kruisvaarders meegebracht naar Frankrijk. Van daaruit vond ze haar weg naar Engeland, waar ze in gestileerde vorm werd opgenomen in het Koninklijk wapenschild. Vandaar ook dat men van deze roos, die nu nog steeds populair is, zegt dat ze het langst na elkaar de meest favoriete aller tijden is geweest.

Een andere roos die een belangrijke rol speelt in de rozengeschiedenis van het Westen is de witte Rosa alba , een sterke, zeer winterharde, lange roos met een blauwige schijn over de groene bladeren en een heerlijke, zoete geur. Deze 2 rozen zouden de donkere middeleeuwen overleven in de kloostertuinen, waar ze werden gekweekt omwille van hun cosmetische en medicinale eigenschappen. Door selectie en kruising (in latere jaren ook met Oosterse rozen) ontstonden ook bij ons rozen met fellere kleuren die meerdere keren per seizoen bloeiden.

Rosa Gallica

Zoals al eerder verteld is de herkomst van deze historische roos niet echt duidelijk. Nu treffen we haar aan in het wild, of verwilderd, in Zuidwest-Azië en in Zuid- en Midden-Europa. Het is een compact groeiende roos die een hoogte bereikt van 30 tot 100 cm en die zich, zoals heel wat botanische rozen, uitbreidt door worteluitlopers te vormen. Ze bloeit slechts eenmaal per groeiseizoen, maar doet dit dan ook rijkelijk gedurende een aantal weken. De oorspronkelijk enkelvoudige bloemen zijn 5 tot 10 cm groot, hebben slechts 5 bloemblaadjes en zijn dieproze van kleur. Ze hebben een fijne geur die ook behouden blijft na droging van de bloem en ze verschijnen alleen of in groepjes (tot 4) aan het uiteinde van de stekelige takken. Na de bloei verschijnen peervormige, felrode tot oranje bottels die bedekt zijn met klierharen. De lekkere geur (belangrijk voor de productie van rozenolie) en de opvallende rode tot paarsachtige roze kleur zorgden ervoor dat de oude beschavingen deze roos op grote schaal gingen kweken en verspreidden. Op die manier ontstonden talrijke mutanten en later ook allerlei hybriden, waarvan de mooiste en opvallendste tot op vandaag nog steeds verkrijgbaar zijn in de handel als Gallica-rozen.

De mutanten

Wanneer een roos veel gekweekt wordt, ontstaan vaak spontaan nieuwe vormen met een afwijkende bloemvorm of -kleur. In de natuur hebben deze mutanten weinig overlevingskansen, maar bij gekweekte rozen werden dergelijke veranderingen vaak opgemerkt en kunstmatig verder gekweekt door stek of ent. Deze mutanten kregen in het verleden vaak lokale bekendheid en werden meestal genoemd naar de plaats waar ze ontstonden of kregen een naam die verwees naar hun voornaamste eigenschap.

Rosa gallica ‘Officinalis’ of de ‘Apothekersroos’ is een mutant met halfgevulde bloemen die, omwille van het hoog vitamine C-gehalte, eeuwenlang werd gekweekt voor gebruik in jams en parfums, maar die ook wegens haar medische kwaliteiten sterk gegeerd was voor allerlei apothekersbereidingen. Tot op de dag van vandaag is dit nog steeds een mooie tuinroos.

Rosa gallica ‘Versicolor’ (syn.: Rosa Mundi ) is een mutant van de apothekersroos met opvallende roze-paars gestreepte bloemen en mooie oranje bottels in de herfst. De struik bereikt een omvang en een hoogte van 1,2m en doet het in een gemengde beplanting uitstekend als achtergrond voor lichter gekleurde bloemen.

De Gallica-hybriden

In het algemeen kan men stellen dat Gallica-rozen te herkennen zijn aan hun mooie, meestal donkergroene blaadjes en hun compacte, dicht vertakte groeiwijze. De bloemkleuren variëren in allerlei tussenvormen van roze, paars en rood. Eenmaal aan de groei, zijn het erg sterke planten die om een jaarlijkse stevige snoeibeurt vragen. Eenmalig bloeiende rozen worden elk jaar op eenzelfde hoogte teruggesnoeid. Dat kan grofweg met een haagschaar gebeuren. Door hun grote groeikracht zijn heel wat Gallica-rozen geschikt om tegen zuilen of over bogen te groeien.

Rosa Belle de Crécy heeft dieproze ontluikende bloemen die bij het verouderen zachtpaars en lichtroze verkleuren met een duidelijke Gallica-geur. Deze roos vormt struiken met een omvang tot 120 cm en is ongesnoeid een goede klimplant.

Rosa Cardinal de Richelieu is een van de donkerste Gallica-rozen met donkerpaarse bloemen, waarvan de bloemblaadjes terugbuigen naarmate ze ouder worden. De bloemen geuren licht met een eerder peperige nuance. Goed onderhouden en gesnoeid groeit ze uit tot een struik met een hoogte en omvang van 120 op 90 cm. Deze roos is ook geschikt als matige klimmer.

Rosa Gloire de France is een van de beter oude rozensoorten met bloemen die in elke fase interessant zijn. Bij het opengaan heeft de bloem de vorm van een kommetje met zacht paarse-roze blaadjes die veranderen naar lichtroze als de bloemblaadjes verouderen. De bloemen hebben een goede, volle geur.

Rosa Tuscany (syn.: Rosa Double Velvet ): ‘double velvet’ verwijst naar het effect dat de zon heeft op de bloemblaadjes. Door dat effect lijken ze wel geweven van een mooi rozekleurig paars fluweel. Deze roos was lange tijd de diepst rode roos van Europa. Jammer genoeg krijgen de bloemen bij het uitbloeien al gauw een verdroogde roestbruine kleur. Rosa Tuscany Superb is een mutant van deze roos met warmrode bloemen, die wel mooi uitbloeien, en mooie donkere bottels heeft in de herfst. Het is een krachtig groeiende roos die struiken vormt met een omvang en een hoogte van 1,5 m.

Geert Brantegem

Lees ook in Tuin

Het nieuwe moestuinseizoen staat voor de deur

Tuin Door de zachte temperaturen belooft het in 2024 een vroeg seizoen te worden. De enthousiaste moestuinier voelt zich in deze periode zoals een kind in de weken voor Sinterklaas: voorzichtig bladerend door de catalogi van zaadhuizen en tuincentra op zoek naar nieuwigheden en curiosa, hier en daar aankruisend welk ras of soort men in het komende seizoen wel eens wil uit proberen.
Meer artikelen bekijken