De Gallische roos nu volop in bloei
Koningin der bloemen: het is een eretitel die de roos, met haar perfect gevormde bloemen, haar kleurenpallet en haar zoete geuren, terecht en met fierheid draagt. Geen ander plantengeslacht heeft een zo rijke geschiedenis als de roos. Vandaag stellen we een onmisbare voorouder van de moderne roos in de kijker: de Gallische roos en haar vele mutanten en hybriden, waarvan velen nog steeds verkrijgbaar in de handel.

De moderne roos met haar vele verschijningsvormen, kleuren en geuren is het resultaat van vele eeuwen tuincultuur in zowel het Oosten als het Westen. Onderzoek toont aan dat de Chinezen al in 2700 voor Christus begonnen met het veredelen van wilde rozen met de bedoeling ze in hun tuinen of in elk geval dicht bij de bewoning aan te planten. Op lijsten van oude Chinese rozen worden reeds verschillende types rozen vermeld met uiteenlopende geuren van licht tot zoet in witte, gele, abrikoos, scharlaken, karmozijn en paarse kleuren. Bovendien bloeiden veel van de vermeldde soorten, in tegenstelling tot de wilde rozen, meermaals per groeiseizoen.
Oude rozen in het Westen
Ook in het Westen werd in de geschriften van de oude beschavingen melding gemaakt van rozen. De Grieken kenden al het gebruik van rozenwater en -olie. Rozenolie was toentertijd zelfs ‘kostbaarder dan goud’. En hier duikt
Een andere roos die een belangrijke rol speelt in de rozengeschiedenis van het Westen is de witte
Rosa Gallica
Zoals al eerder verteld is de herkomst van deze historische roos niet echt duidelijk. Nu treffen we haar aan in het wild, of verwilderd, in Zuidwest-Azië en in Zuid- en Midden-Europa. Het is een compact groeiende roos die een hoogte bereikt van 30 tot 100 cm en die zich, zoals heel wat botanische rozen, uitbreidt door worteluitlopers te vormen. Ze bloeit slechts eenmaal per groeiseizoen, maar doet dit dan ook rijkelijk gedurende een aantal weken. De oorspronkelijk enkelvoudige bloemen zijn 5 tot 10 cm groot, hebben slechts 5 bloemblaadjes en zijn dieproze van kleur. Ze hebben een fijne geur die ook behouden blijft na droging van de bloem en ze verschijnen alleen of in groepjes (tot 4) aan het uiteinde van de stekelige takken. Na de bloei verschijnen peervormige, felrode tot oranje bottels die bedekt zijn met klierharen. De lekkere geur (belangrijk voor de productie van rozenolie) en de opvallende rode tot paarsachtige roze kleur zorgden ervoor dat de oude beschavingen deze roos op grote schaal gingen kweken en verspreidden. Op die manier ontstonden talrijke mutanten en later ook allerlei hybriden, waarvan de mooiste en opvallendste tot op vandaag nog steeds verkrijgbaar zijn in de handel als Gallica-rozen.
De mutanten
Wanneer een roos veel gekweekt wordt, ontstaan vaak spontaan nieuwe vormen met een afwijkende bloemvorm of -kleur. In de natuur hebben deze mutanten weinig overlevingskansen, maar bij gekweekte rozen werden dergelijke veranderingen vaak opgemerkt en kunstmatig verder gekweekt door stek of ent. Deze mutanten kregen in het verleden vaak lokale bekendheid en werden meestal genoemd naar de plaats waar ze ontstonden of kregen een naam die verwees naar hun voornaamste eigenschap.
Rosa gallica ‘Officinalis’ of de ‘Apothekersroos’ is een mutant met halfgevulde bloemen die, omwille van het hoog vitamine C-gehalte, eeuwenlang werd gekweekt voor gebruik in jams en parfums, maar die ook wegens haar medische kwaliteiten sterk gegeerd was voor allerlei apothekersbereidingen. Tot op de dag van vandaag is dit nog steeds een mooie tuinroos.
De Gallica-hybriden
In het algemeen kan men stellen dat Gallica-rozen te herkennen zijn aan hun mooie, meestal donkergroene blaadjes en hun compacte, dicht vertakte groeiwijze. De bloemkleuren variëren in allerlei tussenvormen van roze, paars en rood. Eenmaal aan de groei, zijn het erg sterke planten die om een jaarlijkse stevige snoeibeurt vragen. Eenmalig bloeiende rozen worden elk jaar op eenzelfde hoogte teruggesnoeid. Dat kan grofweg met een haagschaar gebeuren. Door hun grote groeikracht zijn heel wat Gallica-rozen geschikt om tegen zuilen of over bogen te groeien.