Startpagina Agribex

Deens vrijloopconcept met Vlaamse uitvoering

Op het varkensbedrijf Vanluchene in het West-Vlaamse Heestert huizen de zeugen en de pasgeboren biggen sinds maart in vrijloopkraamhokken. Dieter Vanluchene en Laura Ryckewaert geraakten meer en meer geïnspireerd door dit systeem na enkele beursbezoeken. “Beurzen zijn sowieso nuttig. Je ziet er nieuwe dingen en je kan vergelijken tussen systemen en merken”, meent Dieter.

Leestijd : 7 min

Het is een erg druk najaar op het bedrijf Vanluchene. Door het natte najaar liep de aardappeloogst nog door tot eind oktober. Naast het gesloten varkensbedrijf met 220 zeugen is er hier namelijk ook een belangrijke akkerbouwtak. Dieter: “De teelten staan in functie van de voederproductie voor de varkens. We maken onze voeders immers zelf. Naast tarwe, wintergerst en korrelmaïs telen we ook aardappelen, suikerbieten en boontjes om een goede vruchtwisseling te garanderen.”

Vierde generatie

Dieter en zijn vrouw Laura zijn bovendien jonge ouders, zoontje Victor werd begin dit jaar geboren. Het koppel is de vierde generatie op deze locatie. “Mijn overgrootouders Octaaf en Zulma startten hier in het begin van vorige eeuw. Hun zoon André en zijn vrouw Liliane zetten het gemengde bedrijf verder en vervolgens namen mijn ouders Dirk en Anny het over. In 2008 stapte ik mee in het bedrijf.” De combinatie van varkenshouderij met akkerbouw werd van generatie op generatie doorgegeven. “Mijn grootouders vonden het al belangrijk om eigen voeders aan de varkens te verstrekken.” De familie Vanluchene houdt ook op vlak van genetica graag de touwtjes zelf in handen. “We hanteren een eigen kruising met het oog op een optimale vleeskwaliteit en smaak. We kruisen Large White met Engels Landras voor de eigen zeugenlijn. Die F1-zeugen insemineren we vervolgens met sperma van onze eigen Piétrain-eindberen.”

Het vele werk dat hiermee gepaard gaat, wordt netjes verdeeld. “Samen met mijn moeder volg ik de varkenshouderij op. Zij doet ook de administratie. Ik beredder daarnaast – met hulp van loonwerkers - het merendeel van de akkerbouwtak. Vader helpt me daarbij en als super ‘handige harry’ steekt hij overal wel een handje toe. Laura werkt deeltijds buitenshuis als kapster, maar ze helpt ook in de varkensstal.”

Om alle activiteiten van de 2 bedrijfstakken beter te kunnen combineren en te plannen, werd al in 2017 overgeschakeld van het traditionele eenweeksysteem naar het driewekensysteem.

Niet over één nacht ijs

Dieter had al een tijdje plannen voor een nieuwe zeugenstal. Hij ging daarbij niet over één nacht ijs. “Bij (internationale) beursbezoeken bekeken we steeds welke nieuwe systemen er beschikbaar waren.” In 2016 geraakte Dieter tijdens Agriflanders onder meer gecharmeerd door het Deense vrijloopconcept met schuin opgestelde kraambox van AcoFunki op de stand van stalinrichter Vanpeteghem. “In datzelfde jaar zagen we op EuroTier ook heel wat vrijloophokken voor de kraamafdeling. In verschillende Scandinavische landen, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk waren die toen al verplicht. Je hoorde er ook meer en meer van in het kader van labels zoals het Nederlandse BeterLeven. Je voelde dat er in de sector wel wat leefde rond dat soort stalsystemen. Er bestonden echter nog veel vraagtekens over de overlevingskansen van loslopende biggen. We wogen het systeem dus ook af tegenover Balance-kooien waarbij een deel van de vloer beweegt naargelang de zeug staat of gaat liggen.”

Prospectie in Denemarken

Het Deense vrijloopconcept was blijven hangen. Dieter: “Je kan bij dit concept immers kiezen om de zeug vast of los te zetten. En in onze oude stallen hadden we al een schuine opstelling.” Dieter en Laura kregen de kans om in juli 2017, samen met Dries Vanpeteghem, op bezoek te gaan bij de leverancier in Denemarken. “Een bezoek aan een Deense collega met deze losloophokken leverde ons heel wat nuttige tips op, onder meer over de hokgrootte. En we zagen onmiddellijk de mogelijkheden om het systeem aan te passen aan onze Vlaamse omstandigheden.”

“Dieter zag dit concept wel zitten, maar dan wel met de degelijke en duurzame materialen van onze eigen productie”, verduidelijkt Dries Vanpeteghem. “AcoFunki levert bij Vanpeteghem enkel kunststof en gietijzeren onderdelen. Alle andere onderdelen produceren wij zelf zodat het geheel aangepast is aan de specifieke Vlaamse noden. We moesten trouwens de vloer sowieso aanpassen aan de Vlaamse emissienormen.”

Ook de dierenarts van het bedrijf Vanluchene was mee naar Denemarken. “Zij had een goed gevoel bij het zien van de loslopende dieren”, herinnert Dieter. “Ze zag onmiddellijk hoe je aan de behoeften van de biggen bij hun moeder – drinken, warmte en moedercontact – kan voldoen zonder extra doodliggers te veroorzaken. Een goed klimaat en biggennestregeling helpen daarbij. De zeug wil koelte (20 °C) en de biggen hebben 30 °C nodig. Onder de zeug kan je dus gietijzeren roosters leggen en het biggennest kan je uitvoeren met een dichte vloer in kunststof of beton met vloerverwarming. Een biggenlamp houdt extra warm.”

Vlaamse versie

Eens deze fundamentele keuzes waren gemaakt, ging het snel. De bouw van de nieuwe kraamstal en biggenbatterij liep zonder te grote problemen, waardoor deze stal in het voorjaar van 2019 in gebruik genomen kon worden.

De grote kraamafdelingen tellen 32 vrijloopboxen. De boxen staan in een schuine opstelling in ruime hokken. Ze zijn overal goed toegankelijk.
De grote kraamafdelingen tellen 32 vrijloopboxen. De boxen staan in een schuine opstelling in ruime hokken. Ze zijn overal goed toegankelijk. - Foto: Dries Vanpeteghem

“De 220 zeugen zitten in 7 groepen”, beschrijft Dieter de kraamstal. “We werken met variabele groepen. We beschikken over 2 afdelingen voor 32 zeugen die steeds gevuld zijn, naargelang de grootte van de groep vullen we verder aan in de 2 afdelingen voor 4 zeugen. Een groep telt dus maximaal 36 zeugen. In een grote afdeling zijn er 4 werkgangen met aan weerszijden 8 boxen, smalle gangetjes rondom elke kraambox laten me toe om overal aan te kunnen zonder de dieren te storen.”

Bij een bezoekje aan de stal zien we erg ruime hokken: 2,4 m op 2,8 m, of 6,72 m2. De verwarmde betonvloer is 1 m breed. Onder de gietijzeren roosters ligt een mestbak van 2,4 m x 1,8 m. “Hierdoor gebeurt voldoende ammoniakreductie”, legt Dries Vanpeteghem uit. “Het vermeed de plaatsing van een luchtwasser.”

Alle tussenwanden zijn uitgevoerd in goed te reinigen kunststof. De zeugen hebben visueel contact met elkaar want ze kunnen er makkelijk overheen kijken. Per hok staat een traditionele kraamkooi, want die kan je ook openzetten bij het verplaatsen van de zeugen. Op 2 wanden zijn beugels gemonteerd op 15 cm van de wand, op de 2 andere wanden kan de openstaande kooi vastgemaakt worden. “Hierdoor beschikken de biggen – naast het biggennest - steeds over zones waar de zeug hen nooit kan doodliggen. Als de zeug gaat liggen, verkiest ze trouwens om tegen het hekwerk van de open kooi te liggen. Het biggennest is lekker warm dankzij de vloerverwarming en de biggenlamp. De eerste biggenlamp die aangaat, stuurt de temperatuur in de hele afdeling via de biggennestregeling van ICThoré.”

De inkomende lucht gaat via de noordzijde onderin de kelder. Een opening aan de kop van elke zeug, het zogenaamde frisseneuzensysteem, zorgt voor voldoende lucht. “Eens de eerste zeug geworpen heeft, laten we de kokers naar beneden zodat de lucht hogerop binnenkomt en niet op de jonge biggen blaast. Eens je het systeem in de vingers hebt, werkt dit erg goed. De kokers moeten wel overal tegelijk zakken, anders is de ventilatie ontregeld.”

Dries Vanpeteghem toont het frisseneuzensysteem. De koker stuurt de lucht hogerop vanaf het werpen.
Dries Vanpeteghem toont het frisseneuzensysteem. De koker stuurt de lucht hogerop vanaf het werpen. - Foto: AV

Vitalere zeugen en uniformere biggen

De nieuwe stal is nu ongeveer 8 maanden in gebruik. Er zijn 16 rondes voorbij. De werkroutines zijn er intussen. Dieter: “De hoogdrachtige zeugen verhuizen 5 dagen (‘s vrijdags) voor het werpen van de drachtstal naar de kraamstal. Eerst passeren ze langs de douche, zodat ze proper in het hok terecht komen.” Dieter dokterde in de gang een inventief douchesysteem uit. “We strooien wat Biotex over hun rug uit en laten ze dan 2,5 minuten douchen in lekker warm water. Nadien wassen ze we hen nog individueel met Sarnacuran, een ontschurftmiddel.”

De hoogdrachtige zeugen douchen voor ze naar hun kraamhok verhuizen.
De hoogdrachtige zeugen douchen voor ze naar hun kraamhok verhuizen. - Foto: AV

Het werpen gebeurt op dinsdag en woensdag tot uiterlijk vrijdag. De kraamkooi blijft vervolgens nog 5 dagen gesloten. “Voorlopig doe ik het op deze manier, mogelijk open ik de kooi nog wel eerder. Je ziet dan onmiddellijk de moedereigenschappen van de zeug. Ze beschermt haar nest. De zeugen zijn ook vitaler dan voorheen. Ze eten en drinken meer, wat voor een betere spijsvertering zorgt. De biggen stimuleren de uier meer. Dankzij de grotere melkproductie, zijn de biggen merkelijk beter en uniformer. Ik zie dat de buikjes goed gevuld zijn. Tot nog toe hadden we weinig doodliggers. Bovendien krijgen de zwakkere biggen meer kans om ook te gaan drinken. Globaal zijn er op 10 weken leeftijd dus meer overlevers! Bovendien spenen we meer kilo’s.”

Op 4 dagen na het werpen wordt de kraamkooi volledig opengezet en vastgemaakt aan de wanden. Tegen de 2 andere wanden hangen beugels (15 cm) om doodliggers te vermijden.
Op 4 dagen na het werpen wordt de kraamkooi volledig opengezet en vastgemaakt aan de wanden. Tegen de 2 andere wanden hangen beugels (15 cm) om doodliggers te vermijden. - Foto: AV

Bijna zonder antibiotica

De biggen worden op 28 dagen gespeend. De 16 hokken van de biggenbatterij liggen aan de overzijde van de kraamafdelingen. Dieter: “Dat is erg gemakkelijk bij het spenen. In elk hok van 3,2 m op 3 m, plaatsen we maximaal 28 biggen. Deze afdelingen zijn ook emissiearm uitgevoerd: vooraan kunststofroosters boven het waterkanaal, dan een verwarmde bolle vloer en achteraan gietijzeren roosters met een mestkanaal onder. “ Hier werd geopteerd voor deurventilatie. “De kelderlucht van onder de kraamafdelingen komt via de centrale gang in de afdelingen.”

De gespeende biggen krijgen aangezuurd drinkwater. Het waterverbruik wordt in de batterij nauwgezet opgevolgd. Dit heeft een gunstig effect op de gezondheid.
De gespeende biggen krijgen aangezuurd drinkwater. Het waterverbruik wordt in de batterij nauwgezet opgevolgd. Dit heeft een gunstig effect op de gezondheid. - Foto: AV

Dieter volgt per afdeling de drinkwateropname elektronisch op. “Wanneer de biggen ziek worden zullen ze minder drinken. Dan kunnen we nu dus voorkomen. Dankzij de nieuwe leidingen zuur ik nu tot 4 weken na spenen het water aan. Dat werkt goed tegen salmonella. Ons antibioticaverbruik daalde sterk. Meer dan 90% van de biggen krijgt geen antibiotica meer, we doen enkel nog individuele behandelingen.”

Meer welzijn, betere prijs?

Dieter is tevreden. “Deze vrijloopboxen geven me heel wat mogelijkheden voor de toekomst. Ik kan zelf bepalen hoe ik het systeem gebruik en in welk concept of label ik al dan niet stap.” Dieter is tegen een verplichting van vrijloopboxen: “Als de consument dit echt wil, dan zal hij er voor moeten betalen. Het kan niet langer dat de boer zomaar van alles opgelegd wordt, zonder er een correcte vergoeding voor te krijgen. Ik wil graag meer doorzichtigheid in de prijsvorming. Wat doen de afnemers aan hun prijs voor al die extra’s?”

Dieter levert de vleesvarkens bij versnijderij De Stoop in Waregem. “We hebben een goede samenwerking. Wij moe(s)ten wennen aan het vrijloopsysteem, en natuurlijk ook onze eerste resultaten afwachten. Intussen zoeken zij naar (nieuwe) afzetmogelijkheden die onze (vrijwillige) aanpak met meer dierenwelzijn meer kunnen verwaarden. Dat deel van het verhaal moeten we dus nog afwachten...”

Anne Vandenbosch

Lees ook in Agribex

Meer artikelen bekijken